Nieuwsblog Advocaten.nl

Verzwijging Van Goederen Bij Verdeling En Verbeuring

De Hoge Raad heeft bevestigd dat voor de sanctie van artikel 3:194 lid 2 BW enkel daadwerkelijk weten van de deelgenoot over het behoren van het goed tot de gemeenschap vereist is. De sanctie vervalt niet door inkeer, behoudens bijzondere omstandigheden.

Wat is de reikwijdte Sanctie Artikel 3:194 Lid 2 BW volgens Hoge Raad Uitspraak

De Hoge Raad heeft op 31 maart 2017, onder zaaknummer ECLI:NL:HR:2017:565, een belangrijke uitspraak gedaan over de reikwijdte van de sanctie in artikel 3:194 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Deze bepaling houdt in dat een deelgenoot in een gemeenschap die opzettelijk goederen verzwijgt, zoek maakt of verborgen houdt, zijn aandeel in deze goederen verliest ten gunste van de overige deelgenoten.

In deze zaak was de vraag of voor het toepassen van deze sanctie het voldoende is dat de deelgenoot die het goed verzwijgt of verbergt, behoorde te weten dat dit goed tot de gemeenschap behoort. De Hoge Raad bevestigde dat enkel het ‘behoren te weten’ niet voldoende is om de sanctie toe te passen. Het vereiste van opzet kan niet worden geobjectiveerd; de deelgenoot moet daadwerkelijk weten dat het goed tot de gemeenschap behoort.

De Hoge Raad onderzocht tevens of de sanctie vervalt als de deelgenoot die het goed verzwegen heeft, tot inkeer komt. De Hoge Raad bevestigde dat de sanctie niet vervalt door inkeer, tenzij er sprake is van omstandigheden die een beroep op de beperkende werking van redelijkheid en billijkheid rechtvaardigen. Dit standpunt onderscheidt zich van de regel in artikel 1:135 lid 3 BW, waar een sanctie pas van toepassing is na verrekening van het vermogen tussen echtgenoten.

Het arrest van het hof in deze zaak werd echter vernietigd door de Hoge Raad. Dit was vanwege een fout in de beoordeling van de fiscale gevolgen van de verzwijging door het hof, waarmee het buiten de grenzen van de rechtsstrijd trad.

Voor een volledige inzage in de uitspraak, bezoek ECLI:NL:HR:2017:565.

Wilt u meer weten over de gevolgen en mogelijkheden bij verzwijging van gemeenschapsgoederen, stel aan vraag aan advocaten.nl of bel met 0900-advocaten

Auteursrecht en AI-creaties: Wie is de Maker?

Dit artikel bespreekt de complexiteit van auteursrecht in het tijdperk van AI, met focus op wie als ‘maker’ wordt beschouwd bij AI-gegenereerde werken. Het benadrukt de juridische uitdagingen en recente rechtszaken die licht werpen op de steeds veranderende aard van creativiteit en auteurschap.

Wanneer we creaties van AI-tools zoals ChatGPT of Midjourney beschouwen, rijst de vraag wie de auteursrechten bezit. Deze vraag is complexer dan op het eerste gezicht lijkt, gezien AI niet aansluit bij de traditionele veronderstellingen van het auteursrecht, vastgesteld sinds de vroege 18e eeuw. Ondanks deze mismatch, kan het recht flexibel genoeg zijn om deze nieuwe ontwikkelingen te accommoderen.

De Kern van Auteursrecht

Het auteursrecht, zoals omschreven in artikel 1 van de Auteurswet, biedt de maker of diens rechthebbenden het exclusieve recht om het werk te publiceren en te vermenigvuldigen, binnen de wettelijke grenzen. Dit recht erkent de creatieve inspanningen van de maker.

Een centrale vraag is wat als een ‘werk’ wordt beschouwd. Het Europese Hof van Justitie vereist dat een werk een ‘eigen intellectuele creatie’ is. Dit houdt in dat er een persoonlijke, creatieve inspanning moet zijn, hoe minimaal ook. Een recente rechtszaak uit 2017 (bron: IE-forum) illustreert dit door te bepalen dat een eenvoudige, natuurgetrouwe foto van een autodashboard geen auteursrechtelijke bescherming geniet.

Creativiteit in het Tijdperk van AI

Met de opkomst van AI in creatieve processen, zoals het schrijven van artikelen of het ontwerpen van afbeeldingen, wordt de oorsprong van creativiteit onduidelijk. De rol van de mens in dit proces, vaak aangeduid als ‘prompt engineer’, is cruciaal, aangezien de input van de mens de richting van de AI bepaalt.

Echter, een recente zaak rondom de kunstenaar Kris Kashtanova en hun gebruik van Midjourney toont aan dat het auteursrecht complexer wordt wanneer AI betrokken is. Het US Copyright Office wees Kashtanova’s claim af, onderbouwend dat Midjourney-gebruikers niet de ‘auteurs’ zijn van de gegenereerde afbeeldingen, omdat de tool op onvoorspelbare wijze beelden genereert.

De Maker en Auteursrecht

De wet stelt dat de maker van een werk in principe de houder van het auteursrecht is. Dit kan complex worden in situaties zoals bij freelancers of bij gezamenlijke projecten. In het geval van AI-geassisteerde creaties, zoals die van Kashtanova, rijst de vraag wie de mede-auteur is – het bedrijf achter de AI-tool, of de tool zelf?

De Apenselfie Case

Een relevant voorbeeld in deze discussie is de ‘Monkey Selfie’-zaak van fotograaf David Slater. In 2017 oordeelde een hof van beroep dat dieren geen auteursrecht kunnen bezitten. Deze zaak benadrukt de complexiteit van het vaststellen van auteurschap wanneer niet-menselijke entiteiten betrokken zijn.

AI en Juridische Uitdagingen

Het gebruik van AI in creatieve processen roept vragen op over de juridische status van AI-gegenereerde werken. Zoals bij het Europees Octrooibureau, dat in 2021 een octrooiaanvraag van een AI, DABUS, afwees omdat een ‘uitvinder’ volgens hen een mens moet zijn.

De Rol van Brondata in AI

Het debat strekt zich ook uit naar de brondata gebruikt voor het trainen van AI. OpenAI’s recente besluit om robots.txt te respecteren in hun training van AI-modellen is een voorbeeld van de complexiteit rondom het gebruik van beschermd materiaal voor AI-training.

Conclusie en Toekomstperspectief

De juridische wereld blijft zich aanpassen aan de uitdagingen die AI met zich meebrengt op het gebied van auteursrecht. Terwijl rechtszaken voortduren en de technologie zich snel ontwikkelt, blijven vragen over auteurschap en creativiteit in het AI-tijdperk onbeantwoord.

Wilt u meer weten over dit onderwerp, stel een vraag aan advocaten.nl of bel met 0900-advocaten.

Auteursrecht en AI-Creaties: Een Juridisch Perspectief in Nederland

Dit artikel belicht het perspectief van het Nederlandse auteursrecht op AI-creaties, waarbij de focus ligt op de bescherming van creatieve inspanningen, de rol van de mens in AI-processen, en de complexiteit rondom auteurschap en gebruik van brondata. Recente rechtszaken werpen licht op de steeds veranderende aard van creativiteit en auteurschap.

De evolutie van kunstmatige intelligentie (AI) roept belangrijke vragen op over het auteursrecht, vooral in het licht van recente wereldwijde juridische ontwikkelingen. Deze vragen zijn vooral relevant in Nederland, waar de Auteurswet de basis vormt voor auteursrechtelijke bescherming.

De evolutie van kunstmatige intelligentie (AI) roept belangrijke vragen op over het auteursrecht, vooral in het licht van recente wereldwijde juridische ontwikkelingen. Deze vragen zijn vooral relevant in Nederland, waar de Auteurswet de basis vormt voor auteursrechtelijke bescherming.

De Kern van Auteursrecht volgens de Nederlandse Wet

Volgens artikel 1 van de Nederlandse Auteurswet heeft de maker of diens rechthebbenden het exclusieve recht om het werk te publiceren en te vermenigvuldigen, binnen de vastgestelde wettelijke grenzen.
“Het auteursrecht is het uitsluitend recht van den maker van een werk van letterkunde, wetenschap of kunst, of van diens rechtverkrijgenden, om dit openbaar te maken en te verveelvoudigen, behoudens de beperkingen, bij de wet gesteld.”Deze wet erkent en beschermt de creatieve inspanningen van de maker. Het Europese Hof van Justitie stelt dat voor auteursrechtelijke bescherming een werk een ‘eigen intellectuele creatie’ moet zijn, wat impliceert dat er sprake moet zijn van een persoonlijke, creatieve inspanning.

Creativiteit in het Tijdperk van AI

De opkomst van AI heeft de bron van creativiteit vervaagd, vooral als het gaat om AI-gestuurde processen zoals het schrijven van teksten of het genereren van afbeeldingen. De rol van de mens als ‘prompt engineer’ is hierbij essentieel, maar het auteurschap blijft een punt van discussie, zoals geïllustreerd door de afwijzing van het US Copyright Office van de claim van kunstenaar Kris Kashtanova.
De Maker en Auteursrecht

De Nederlandse wet stelt dat de maker van een werk in principe de houder van het auteursrecht is. Echter, de situatie wordt complexer bij AI-geassisteerde creaties. De vraag wie de mede-auteur is – het bedrijf achter de AI-tool of de tool zelf – blijft onbeantwoord.

De Apenselfie Case en AI

De ‘Monkey Selfie’-zaak, waarin werd geoordeeld dat dieren geen auteursrecht kunnen bezitten, werpt licht op de complexiteit van auteurschap bij niet-menselijke entiteiten. Deze zaak benadrukt de uitdagingen in het vaststellen van auteurschap in het AI-tijdperk.

AI en Juridische Uitdagingen

AI in creatieve processen brengt unieke juridische uitdagingen met zich mee, zoals blijkt uit de afwijzing door het Europees Octrooibureau van een octrooiaanvraag door een AI. De definitie van een ‘uitvinder’ als mens speelt hier een cruciale rol.

De Rol van Brondata in AI

Het gebruik van beschermd materiaal voor AI-training is een ander punt van debat. Het respecteren van robots.txt door AI-modellen zoals die van OpenAI, wijst op de complexiteit rondom het gebruik van auteursrechtelijk beschermd materiaal in AI-processen.
Conclusie

De juridische wereld, inclusief Nederland, blijft worstelen met de uitdagingen die AI met zich meebrengt in het domein van auteursrecht. Terwijl de technologie evolueert en rechtszaken voortduren, blijven vragen over auteurschap en creativiteit in het AI-tijdperk prominent aanwezig.

Voor meer informatie over auteursrecht en AI, stel een vraag aan advocaten.nl of bel met 0900-advocaten..

Let Op Bij Verjaring: Executoriaal Beslag Stuit De Verjaring Niet

De Hoge Raad heeft bevestigd dat executoriaal derdenbeslag niet gelijkgesteld kan worden met de stuiting van een rechtsvordering door het instellen van een eis. Deze uitspraak heeft gevolgen voor de interpretatie van verjaringstermijnen en de vereiste acties voor stuiting bij tenuitvoerlegging van rechterlijke of arbitrale uitspraken.

In een beslissing van enkele jaren (30 september 2016, ECLI:NL:HR:2016:2222) terug heeft de Hoge Raad duidelijkheid verschaft over de reikwijdte van stuiting van verjaring in het geval van executoriaal derdenbeslag. Deze uitspraak, die een belangrijke invloed heeft op de praktijk van tenuitvoerlegging van rechterlijke uitspraken, werpt licht op de interpretatie van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek (BW) betreffende verjaring.

De zaak vindt zijn oorsprong in een verstekvonnis gedateerd 17 juni 1982. In mei 2002 legde een advocaat executoriaal derdenbeslag voor zijn cliënt, waarbij hij op de rand van de twintigjarige verjaringstermijn van artikel 3:324 lid 1 BW handelde. De vraag die hieruit voortvloeide was of na deze actie elke vijf jaar een nieuwe actie ter stuiting van de verjaring vereist was. Het Hof Amsterdam bevestigde aanvankelijk dat de vordering in 2007 verjaard was, maar veranderde later van mening en stelde dat het beslag de verjaring continu stuitte.

De cruciale vraag in deze zaak betrof de aard van stuiting bij het leggen van executoriaal derdenbeslag. De Hoge Raad verhelderde dat dergelijk beslag niet gelijkgesteld kan worden met stuiting van een rechtsvordering zoals omschreven in artikel 3:316 BW. Dit betekent dat de stuiting van de verjaring door een daad van tenuitvoerlegging, zoals in dit geval, niet als voortdurend beschouwd kan worden.

Deze interpretatie is in lijn met het stelsel van verjaringsregeling in Boek 3 BW, waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen verjaring van rechtsvorderingen en verjaring van de bevoegdheid tot tenuitvoerlegging van rechterlijke en arbitrale uitspraken. De Hoge Raad bevestigde dat na stuiting een nieuwe verjaringstermijn begint te lopen, die gelijk is aan de oorspronkelijke termijn maar niet langer dan vijf jaar kan duren.

Deze uitspraak benadrukt de noodzaak voor zorgvuldigheid bij het uitvoeren van tenuitvoerleggingen en het monitoren van verjaringstermijnen. Het verduidelijkt ook de beperkingen van de stuitende werking van executoriaal derdenbeslag in verjaringscontexten. Het dossier is verwezen naar een ander hof voor verdere beoordeling van de beroepsfout van de advocaat.

Samenvatting

Casus: De zaak gaat over de beroepsaansprakelijkheid van een advocaat in relatie tot de verjaring van de bevoegdheid tot tenuitvoerlegging van een rechterlijk vonnis.
Vonnis: Een verstekvonnis van 17 juni 1982 was de basis waarop op 28 mei 2002 executoriaal derdenbeslag werd gelegd, net binnen de twintigjarige termijn.

Juridische Kwestie

Verjaring: De kwestie was of na het leggen van het beslag elke vijf jaar een nieuwe stuitingshandeling nodig was om verjaring te voorkomen.

Hof Amsterdam

Eerste Beslissing: Het hof oordeelde dat de vordering in 2007 was verjaard omdat geen nieuwe stuitingshandelingen waren verricht.
Tweede Beslissing: In een latere procedure stelde het hof dat het executoriale derdenbeslag de verjaring voortdurend had gestuit.

Hoge Raad

Oordeel: De Hoge Raad verwierp de redenering van het hof. Volgens de Hoge Raad kan executoriaal derdenbeslag niet gelijkgesteld worden aan stuiting van een rechtsvordering.
Verjaringstermijn: Na stuiting begint een nieuwe termijn te lopen, die in beginsel gelijk is aan de oorspronkelijke termijn, maar maximaal vijf jaar duurt.

Belangrijkste Punten

Stuiting: De Hoge Raad verhelderde dat een daad van tenuitvoerlegging, zoals executoriaal derdenbeslag, niet gezien kan worden als een voortdurende stuiting van de verjaring.
Juridische Implicaties: Dit oordeel heeft belangrijke gevolgen voor de praktijk, met name in zaken waarbij verjaring een rol speelt.

Conclusie en Implicaties

Deze uitspraak benadrukt het belang van het nauwkeurig in de gaten houden van verjaringstermijnen bij executoriaal beslag en stuitingshandelingen. Het onderstreept ook de noodzaak voor juridische professionals om alert te zijn op de specifieke vereisten van verjaringsregels in het Nederlands recht.

Voor meer inzicht en duiding over deze kwestie, kunt u terecht op de website uitspraken.rechtspraak.nl voor de volledige uitspraak van de Hoge Raad, en wetten.overheid.nl voor de relevante wetsartikelen.
Wilt u meer weten over dit onderwerp, stel een vraag aan advocaten.nl of bel met 0900-advocaten.

Belastingplicht stimuleert gebruik Nieuwe Faillissementwet WHOA

De Wet Homologatie Onderhands Akkoord (WHOA) wordt steeds vaker gebruikt door Nederlandse ondernemers om faillissement te voorkomen te midden van de druk om coronagerelateerde belastingschulden af te betalen. Deze wet biedt de mogelijkheid tot schuldherstructurering, waarbij de Belastingdienst en andere schuldeisers flexibeler kunnen worden benaderd. De WHOA is met name voordelig voor grotere MKB-bedrijven met substantiële schulden.

De aandrang van de Belastingdienst op terugbetaling van coronagerelateerde schulden zorgt ervoor dat een toenemend aantal ondernemers zich wendt tot een recente wet om faillissement te vermijden. Dit is af te leiden uit data van de Raad voor de Rechtspraak en faillissementsadvocaten. Deze wet, beter bekend als de WHOA, voorkomt dat schuldeisers een afbetalingsplan dwarsbomen en een faillissement kunnen forceren.

De stijgende populariteit van WHOA-procedures toont aan dat vele bedrijven worstelen met het terugbetalen van hun coronaschulden. Uit eerdere data bleek al dat duizenden ondernemingen, getroffen door hogere rentes, loonkosten en inkoopprijzen, nog geen aanvang hebben gemaakt met het aflossen van hun belastingschulden uit de coronaperiode. Volgens het CBS was er in de eerste helft van dit jaar ook een aanzienlijke toename in faillissementen vergeleken met het voorgaande jaar.

Zo startten in 2022 111 bedrijven een WHOA-traject, terwijl in de eerste zeven maanden van dit jaar dit aantal al op 116 stond. Recentelijk werd bekend ook dat discountwinkel Big Bazar de voorbereidingen treft voor het starten van een WHOA-procedure.

Men verwacht deze maand een significante toename in WHOA-zaken. Dit komt door het aflopen van een speciale regeling van de Belastingdienst op 1 oktober. Tot die datum accepteert de fiscus bij een akkoord over schuldsanering eenzelfde percentage van de schuld als andere schuldeisers, waar normaal gesproken de Belastingdienst recht heeft op een dubbel percentage.

Onder de nieuwe wet lijkt de Belastingdienst gemakkelijker mee te werken aan het voorkomen van faillissementen. Volgens ingewijden ziet De Belastingdienst de WHOA als een keurmerk met gerechtelijke toetsing dat de procedure correct is gevolgd.

De Insolad, de vereniging voor insolventierecht-advocaten, is niet verrast door deze trend. Woordvoerder Bentfort van Valkenburg “Door de verplichting om opgebouwde belastingschulden uit de coronaperiode af te lossen, nemen de financiële problemen voor ondernemers toe.” Dit wordt ondersteund door gegevens van kredietverzekeraar Atradius: “Het aantal faillissementen neemt in Nederland sneller toe dan in de rest van de EU”, aldus een woordvoerder.

De WHOA is sinds 1 januari 2021 van kracht. In het eerste jaar werd er 181 keer gebruik van gemaakt, maar in 2022 daalde dit aantal naar 111, mede door een afname in faillissementen. Door de belastingschulden is er dit jaar echter een opleving. Bedrijven zoals sportschoolketen Sportcity, scheepsbouwer IHC en Steinhoff, een Zuid-Afrikaanse woonwinkel volgens Nederlands recht, hebben beroep gedaan op de WHOA. Dit geldt ook voor voetbalclubs ADO Den Haag en VVV Venlo.

De WHOA biedt levensvatbare bedrijven de kans om een ondraaglijke schuldenlast te herstructureren voordat een faillissement plaatsvindt. Als schuldeisers die twee derde van de schuld bezitten akkoord gaan, kan de rechter de overige crediteuren dwingen mee te doen. Partijen kunnen kiezen voor anonimiteit, waardoor de zaak buiten de publiciteit blijft.

Advocaat Vondenhoff merkt op dat de WHOA verschillende categorieën schuldeisers anders laat behandelen. Dit stelt ondernemers in staat om bijvoorbeeld financiers minder of later te betalen dan leveranciers, waardoor het bedrijf operationeel blijft.

Voor schuldeisers betekent dit geen faillissement en dus wordt de betaalregeling niet gebaseerd op de executiewaarde, maar op een hogere reorganisatiewaarde, wat resulteert in een hogere uitkering.

Toch is de WHOA-procedure niet voor alle ondernemers geschikt. Bij eenvoudige zaken met weinig crediteuren lopen de kosten al snel op tot €30.000. Volgens ingewijden is de WHOA vooral interessant voor grotere MKB-bedrijven met een schuld van meer dan €1 miljoen.

Voor meer informatie over dit onderwerp kunt u terecht bij advocaten.nl of bellen met 0900-advocaten.

Het Overlijden Van Een Procespartij

Deze tekst behandelt de juridische complicaties die ontstaan bij het overlijden van een procespartij, waarbij erfgenamen besluiten moeten nemen over het al dan niet voortzetten van de rechtszaak. De rol van de advocaat van de overledene is cruciaal in het begeleiden van de erfgenamen en het eventueel aanvragen van schorsing van de rechtszaak voor beraad.

Indien een partij in een rechtszaak overlijdt, ontstaan er unieke juridische uitdagingen voor de erfgenamen. Zij moeten beslissen hoe verder te gaan met de lopende rechtszaak, waarbij ze de keuze hebben tussen voortzetting met de bestaande advocaat of het inschakelen van een nieuwe juridische vertegenwoordiger.

In civiele vorderingszaken staat er veel op het spel. De dood van een procespartij kan plotseling optreden, waardoor erfgenamen onverwacht betrokken raken bij de rechtszaak en de daarbij horende kosten en risico’s.

Rol van de Advocaat

Vaak ligt de verantwoordelijkheid voor het informeren van de rechtbank over het overlijden van een cliënt bij de behandelende advocaat. Deze advocaat moet vervolgens de erfgenamen identificeren, wat tijd en overleg kan vereisen.

Inzichten van de Erfgenamen

Na het overlijden vervallen de instructies van de cliënt aan de advocaat, waardoor de erfgenamen een nieuwe opdrachtrelatie moeten aangaan. Zij moeten zich bewust zijn van de rechtszaak en hun wensen, zoals doorgaan met procederen, kunnen afwijken van die van de overledene.

Complexiteit van de Zaak

Rechtszaken variëren in complexiteit. Bij eenvoudige zaken kunnen erfgenamen snel beslissen, maar complexe zaken met onder meer tussenvonnissen of tegeneisen vereisen intensief overleg tussen advocaat en erfgenamen.

Schorsing voor Beraad

Volgens art. 225 lid 1 sub a Rv. kan een rechtszaak geschorst worden bij het overlijden van een partij. Deze wetsbepaling stelt advocaten in staat een overlegpauze in te lassen. Meer informatie over dit artikel is te vinden via deze link.

Procedure voor Schorsing

De schorsing kan aangevraagd worden via een exploit van een deurwaarder of door een melding bij een volgende rolzitting, zoals geregeld in art. 225 lid 2 Rv.

Hervatting van de Procedure

De rechter zal meestal een tijdelijke schorsing toestaan, maar langdurig uitstel is niet de bedoeling. De tegenpartij behoudt het recht op een voortvarende behandeling.

Optionele Schorsing

Schorsing is niet altijd vereist, vooral als de erfgenamen direct besluiten door te procederen of als de zaak in een vergevorderd stadium is (zie art. 225 lid 4 Rv).

Kiezen van een Nieuwe Advocaat

Hoewel de oorspronkelijke advocaat het beste geïnformeerd is, kunnen erfgenamen besluiten van advocaat te wisselen.

Tegenstrijdige Belangen

Indien een tegenpartij mede-erfgenaam is, ontstaat een tegenstrijdig belang. De advocaat van de overledene kan dan niet voor de tegenpartij werken, maar wel voor erfgenamen die de zaak willen voortzetten.

Wilt u meer weten over dit onderwerp, stel aan vraag aan advocaten.nl of bel met 0900-advocaten

Frauduleuze Webwinkels Online

Pas op voor malafide online winkels, vooral tijdens de feestdagen. Controleer de betrouwbaarheid van webshops via beoordelingen, politielijsten en veiliginternetten.nl. Blokkeer advertenties op sociale media om misleiding te voorkomen.

Het online doen van aankopen is een gangbare praktijk, vooral rond de feestdagen. Maar pas op: oplichters bieden vaak producten tegen spotprijzen aan. Gelukkig bestaan er methodes om valse webwinkels te ontdekken, zodat je niet bedrogen uitkomt. Zelfs als je denkt dat je veilig bent bij Nederlandse websites, zoals hier vermeld door het Algemeen Dagblad, kun je toch worden misleid. In 2023 registreerde de politie al meer dan 10.000 gevallen van online aankoopfraude.

Bijvoorbeeld, de webshop Simpelwerkt.nl, die inmiddels niet meer actief is, veroorzaakte veel schade: “Alles leek in orde, zelfs sommige Trustpilot-beoordelingen waren positief.”

Twijfelachtige Webwinkels
Deze malafide verkopers leveren nooit de beloofde producten. De politie heeft een uitgebreide lijst met frauduleuze websites en bankrekeningen. Op de lijst van de politie, te vinden hier, staan onder andere dubieuze webwinkels zoals deluxeschoenen.nl en bol-outlet.nl.

Betrouwbaarheid van Webwinkels Controleren
De Consumentenbond adviseert eigen onderzoek naar webwinkels. Gebrek aan online beoordelingen kan een rode vlag zijn. Check ook de lijst van de politie en veiliginternetten.nl. Ondanks dat sommige betrouwbare sites onterecht groen licht krijgen, is een handmatige controle altijd aanbevolen. Bovendien is het verstandig om advertenties te blokkeren, vooral op sociale media, om misleiding door nepwinkels te voorkomen.

Wilt u meer weten over dit onderwerp, stel aan vraag aan advocaten.nl of bel met 0900-advocaten.

EU-Hof: Nederland Dient Pensioenregelgeving te Herzien

Nederland moet haar pensioenwetgeving wijzigen na een uitspraak van het Europese Hof van Justitie. De huidige regels belemmeren het vrije verkeer van werknemers binnen de EU door het overdragen van pensioenrechten te bemoeilijken, in strijd met Europese afspraken.

Nederland is genoodzaakt haar pensioenwetgeving te herzien. Dit volgt uit een besluit van het Europese Hof van Justitie, dat heeft vastgesteld dat de huidige Nederlandse regels het voor burgers, die binnen de Europese Unie verhuizen, te ingewikkeld maken om hun opgebouwde pensioenrechten mee te nemen.

Volgens de huidige Nederlandse wetgeving, indien een persoon zijn of haar pensioenkapitaal wil overzetten naar een pensioenfonds in een ander EU-lidstaat, mag de mogelijkheid tot vroegtijdige opname van dit kapitaal (ook bekend als afkoop) niet uitgebreider zijn dan de mogelijkheden die in Nederland gelden.

Beperkte Uitkeringsmogelijkheden In Nederland zijn de voorwaarden voor het vroegtijdig uitkeren van pensioen beperkt tot enkele specifieke situaties, zoals in het geval waarbij iemand een relatief klein pensioen heeft opgebouwd. Als de afkoopregelingen in het andere EU-land soepeler zijn, wordt de betrokkene in Nederland belast over de pensioenoverdracht. Door de relatief strikte Nederlandse regels is dit vaak het geval.

Deze belastingheffing kan een afschrikkend effect hebben op personen die overwegen om voor werk naar andere EU-lidstaten te verhuizen. Het Europees Hof heeft geconcludeerd dat Nederland hiermee de Europese overeenkomsten betreffende het vrije verkeer van werknemers en kapitaal niet naleeft.

Dit juridisch dispuut tussen Nederland en de Europese Commissie sleept zich al meer dan een decennium voort.

Wilt u meer weten over dit onderwerp, stel een vraag aan advocaten.nl of bel met 0900-advocaten.

AI in de Rechtzaal: Kan Amerikaanse Auteursrechtszaak het Nederlandse Auteursrecht Beïnvloeden?

Een Amerikaanse rechter heeft de meeste claims afgewezen in een rechtszaak tegen AI-beeldgeneratoren, aangespannen door kunstenaars die auteursrechtenschending beweren. De zaak, die draait om het gebruik van auteursrechtelijk beschermde afbeeldingen door Stability AI’s Stable Diffusion, roept vragen op over de auteursrechtelijke status van AI-gegenereerde werken. De uitkomst heeft potentieel invloed op het Nederlandse auteursrecht, gezien de verschillen en overeenkomsten tussen de Amerikaanse en Nederlandse auteursrechtssystemen.

Een federale rechter in de Verenigde Staten van Amerika heeft de meeste claims afgewezen in een eerder dit jaar aangespannen rechtszaak door kunstenaars die kunstmatige intelligentie (AI) beeldgeneratoren beschuldigen van schending van auteursrechten, waardoor het voor de eisers in deze baanbrekende zaak moeilijker wordt om vooruit te komen.

In januari dienden de kunstenaars Sarah Andersen, Kelly McKernan en Karla Ortiz een voorgenomen collectieve rechtszaak in Californië in tegen Stability AI, Midjourney en DeviantArt. De eisers beweren dat Stability AI’s AI-tool voor beeldgeneratie, Stable Diffusion, is gecreëerd met behulp van “miljarden auteursrechtelijk beschermde afbeeldingen zonder toestemming” om de software te trainen, en hebben claims ingediend voor auteursrechtschending, schending van publiciteitsrechten, oneerlijke concurrentie en contractbreuk tegen de bedrijven. Midjourney en DeviantArt maken beide gebruik van de tekst-naar-beeld software van Stable Diffusion.

Echter, de rechter van het Amerikaanse Districtsrechtbank William Orrick oordeelde maandag (30 oktober) dat de claims van de eisers “gebrekkig zijn op tal van punten”, en dat alleen een directe inbreukclaim kan doorgaan met betrekking tot de rol van Stability AI in het “scrapen, kopiëren en gebruiken van trainingsafbeeldingen om Stable Diffusion te trainen”. De verdedigers hadden in eerdere stukken betoogd dat het proces van het trainen van de software met de afbeeldingen van de kunstenaars beschermd was door fair use.

Volgens de rechtszaak werden de afbeeldingen opgeslagen en geïntegreerd als gecomprimeerde kopieën in Stable Diffusion, en de creaties van de software zijn afgeleide werken gebaseerd op die afbeeldingen. Stable Diffusion is “slechts een complex hulpmiddel voor collages”, beweert de aanklacht, en compenseerde de kunstenaars niet die verantwoordelijk zijn voor de oorspronkelijke afbeeldingen die in de training werden gebruikt. Stability AI ontkent dat de afbeeldingen zijn geïntegreerd in Stable Diffusion, en stelt dat het trainingsmodel deze alleen gebruikt om parameters voor de output van de software te ontwikkelen.

Andere aanklachten faalden toen de kunstenaars niet konden bewijzen dat de door Stable Diffusion gegenereerde afbeeldingen “substantieel gelijkwaardig” waren aan hun originele werken. De zaak werd verder gecompliceerd door het feit dat McKernan en Ortiz hun werken niet hadden geregistreerd bij het Amerikaanse auteursrechtenbureau. (Andersen heeft haar werken auteursrechtelijk beschermd en geregistreerd.) Claims tegen DeviantArt en Midjourney werden ingetrokken nadat Orrick vaststelde dat de eisers niet konden bewijzen dat de online kunstgemeenschap en het AI-programma voor beeldgeneratie respectievelijk een rol speelden in het scrapen van afbeeldingen en AI-training.

Ortiz en McKernan kregen beide toestemming om hun klacht te wijzigen, en beide gaven aan dat ze dit van plan zijn te doen.

“De mogelijkheid krijgen om enkele klachten te wijzigen is een spannende kans om nieuwe feiten en mogelijk eisers toe te voegen. We gaan door met onze primaire claim,” schreef McKernan op X.

Vertegenwoordigers van de kunstenaars, Stability AI, DeviantArt en Midjourney reageerden niet onmiddellijk op verzoeken om commentaar van The Art Newspaper.

Stability AI wordt ook in zowel de VS als het VK aangeklaagd door Getty Images voor het vermeend gebruik van miljoenen foto’s uit de Getty-bibliotheek om Stable Diffusion te trainen. (In de VS heeft Getty bijna $2 biljoen aan schade geclaimd.) In september handhaafde een rechter van het Amerikaanse districtsrechtbank het beleid van het auteursrechtenbureau dat door AI gegenereerde kunst niet kan worden auteursrechtelijk beschermd, waarbij werd verwezen naar het gebrek aan een “

De Betekenis van de Amerikaanse AI-Auteursrechtszaak voor het Nederlandse Auteursrecht

Overeenkomsten en Verschillen in Auteursrechtssystemen

Het Nederlandse auteursrecht, geregeld in de Auteurswet, vertoont enkele overeenkomsten met het Amerikaanse systeem, zoals de bescherming van originele werken van auteurschap. Echter, er zijn ook belangrijke verschillen. Zo kent Nederland bijvoorbeeld geen verplichte registratie voor auteursrechtelijke bescherming, in tegenstelling tot de VS. Bovendien is het concept van ‘fair use’, zoals dat in de VS bestaat, in Nederland minder ruim en wordt het meer gedefinieerd door specifieke uitzonderingen.
Implicaties van de Amerikaanse Zaak voor Nederland

Deze Amerikaanse rechtszaak kan een precedent scheppen dat ook invloed kan hebben op hoe Nederlandse rechtbanken naar vergelijkbare zaken kijken, vooral in het licht van de toenemende globalisering en de internationale aard van internet en digitale kunst.

  • Interpretatie van Auteursrecht in het Tijdperk van AI: De zaak werpt licht op hoe traditionele auteursrechtwetten kunnen worden geïnterpreteerd in het tijdperk van AI. Nederlandse kunstenaars en AI-ontwikkelaars kunnen hieruit lessen trekken over hoe hun werken en creaties mogelijk worden beoordeeld onder het auteursrecht.
  • AI en ‘Originele Werken’: In Nederland moet een werk origineel zijn om auteursrechtelijke bescherming te genieten. De vraag of AI-gegenereerde werken als ‘origineel’ kunnen worden beschouwd, is ook relevant voor het Nederlandse auteursrecht. De Amerikaanse zaak kan een discussie op gang brengen over de rol van AI in het creatieve proces en de implicaties daarvan voor de definitie van originaliteit.
  • Internationale Samenwerking en Wetgeving: Deze zaak kan leiden tot meer internationale samenwerking en mogelijk zelfs tot aanpassingen in internationale auteursrechtverdragen, wat ook gevolgen zou hebben voor Nederland.
  • Bescherming van Kunstenaars en Ontwikkelaars: De uitkomst kan Nederlandse kunstenaars en ontwikkelaars helpen hun rechten beter te begrijpen en te beschermen in een snel veranderende digitale wereld.

Conclusie

Deze Amerikaanse rechtszaak over AI en auteursrecht kan een belangrijke invloed hebben op het Nederlandse auteursrecht, vooral in termen van hoe AI-gegenereerde werken worden behandeld en beschermd. Het biedt een kans voor Nederland om zijn eigen wetten en interpretaties aan te passen aan de moderne technologische realiteit, terwijl het ook de bescherming van de rechten van kunstenaars en ontwikkelaars waarborgt.

Wilt u meer weten over auteursrechten, stel een vraag aan advocaten.nl of bel met 0900-advocaten.

Regering overweegt verbod op het gebruik van AI-software door ambtenaren

De Nederlandse regering overweegt een verbod op het gebruik van AI-software door ambtenaren vanwege privacy- en auteursrechtenrisico’s. Het voorstel heeft betrekking op niet-gecontracteerde AI-programma’s en is gebaseerd op juridisch advies. Tegelijkertijd zoekt de overheid naar manieren om AI op een veilige manier te gebruiken en overweegt ze training voor ambtenaren en uitgebreidere richtlijnen voor AI-gebruik.

Staatssecretaris Alexandra van Huffelen (Digitale Zaken) heeft plannen aangekondigd om ambtenaren binnen de overheid tijdelijk te verbieden om gebruik te maken van AI-software, zoals Juridische ChatBot, vanwege de huidige risico’s op het gebied van privacy en auteursrechten.

Het voorgenomen verbod heeft betrekking op AI-programma’s die in staat zijn om teksten, afbeeldingen, audio of video’s te genereren, zoals chatbots zoals ChatGPT en Bard, of afbeeldingsgeneratoren zoals Dall-E.

De Autoriteit Persoonsgegevens (AP), concludeert dat “niet-gecontracteerde generatieve AI-toepassingen over het algemeen niet voldoen aan de Nederlandse wetgeving op het gebied van privacy en auteursrecht.”

AI-toepassingen waarbij de overheid wel een contract aangaat met een leverancier zouden niet onder dit brede verbod vallen.

Staatssecretaris Alexandra van Huffelen wijst erop dat het “onduidelijk” is of aanbieders zoals ChatGPT voldoende aandacht besteden aan de rechten van auteurs. De taalmodellen achter programma’s zoals ChatGPT en Bard zijn getraind met grote hoeveelheden teksten, waaronder krantenarchieven en auteursrechtelijk beschermde boeken. Dit geldt ook voor generatieve-AI.

“Transparantie ontbreekt vaak,” zegt de Staatssecretaris over veel aanbieders. Daarnaast ontbreekt er nog een duidelijke juridische uitspraak over het gebruik van openbare internetbronnen voor dit doel.

Privacy

Privacy is ook een zorgpunt: “Een generatieve AI-toepassing kan zeer gevoelige informatie afleiden uit de interactie met de gebruiker.” Tot slot wijst de staatssecretaris op een fundamenteel gevaar dat samenhangt met het gebruik van AI: de antwoorden van een programma zoals ChatGPT “kunnen worden gebruikt om beslissingen over een persoon te nemen.”

De nota zal binnenkort worden besproken in de ministerraad. Als deze wordt goedgekeurd, zal het verbod gelden voor overheidsdiensten en hun leveranciers.

Veilig en verantwoord Tegelijkertijd ziet Van Hees ook mogelijkheden voor het nuttige gebruik van generatieve AI binnen de overheid, maar dan wel op een veilige manier. Dit moet worden bereikt via verschillende experimenten. Deze pilotprojecten moeten halverwege volgend jaar zijn afgerond, waarna er richtlijnen zullen worden opgesteld voor het verantwoorde gebruik van AI door overheidsorganisaties. Daarnaast komt er een opleidingsprogramma voor ambtenaren en een uitgebreidere visie op AI. Deskundigen waarschuwen al geruime tijd dat organisaties vaak te lichtvaardig denken over het gebruik van programma’s zoals ChatGPT. Professionals voeren bijvoorbeeld vertrouwelijke stukken in om deze te laten samenvatten of vertalen, zonder dat altijd duidelijk is wat het techbedrijf precies doet met die informatie. Bij diensten zoals ChatGPT is er ook een extra zorgpunt, aangezien ambtenaren verplicht zijn om in te loggen met hun e-mailadres, waardoor eenvoudig kan worden achterhaald wie vragen stelt aan de systemen.

‘Nederland kan achterop raken’
Sander Klous, hoogleraar datatechnologie aan de Universiteit van Amsterdam, erkent de genoemde risico’s in de nota, maar een algeheel verbod gaat hem te ver: “Er zijn zoveel nuances in AI-toepassingen dat het beter is om het gebruik te beperken op basis van reële risico’s in plaats van alles direct te verbieden.” Een breed verbod zou Nederland ook in een achterstandspositie kunnen plaatsen ten opzichte van landen die ruimer gebruikmaken van generatieve AI, waarschuwt de hoogleraar. Een woordvoerder van het ministerie van Binnenlandse Zaken, waar Juridische Zaken onder valt, laat weten dat het ministerie de ontwikkelingen op het gebied van generatieve AI nauwlettend volgt, maar wil geen commentaar geven op het conceptvoorstel en kan ook niet aangeven wanneer dit eventueel in de ministerraad zal worden besproken.

Wilt u meer weten over dit onderwerp, stel een vraag aan advocaten.nl of bel met 0900-advocaten.