Echtscheiding en de gevolgen voor Aandelen in de BV

Verdeling van aandelen in een BV tijdens de echtscheiding van een DGA kan comples zijn. Het is belangrijk het is om duidelijke afspraken te maken over de verdeling van aanmerkelijkbelangaandelen, vooral bij huwelijken in gemeenschap van goederen. Het belang van peildata voor de waardebepaling van aandelen en de juridische overdracht binnen twee jaar na ontbinding van de huwelijksgoederengemeenschap wordt hier benadrukt.

Tijdens een echtscheiding is het voor ondernemers met aandelen in een BV cruciaal om, vooral bij een huwelijk in gemeenschap van goederen, duidelijke afspraken te maken over de verdeling van deze aandelen. Mayet Mediators, een expert in echtscheidingen voor DGA’s, benadrukt het belang van het tijdstip van verdeling van aanmerkelijkbelangaandelen binnen de huwelijksgoederengemeenschap.

Peildatum voor Waardebepaling van Aandelen

Twee peildata zijn belangrijk bij de waardebepaling van aandelen: de datum voor het vaststellen van de omvang van de gemeenschap (bij indienen echtscheidingsverzoek) en de datum voor de waardering van de aandelen (bij feitelijke verdeling). Aandacht voor fiscale termijnen is essentieel, vooral in relatie tot de AB-claim, om fiscale vervreemding en IB box-2 heffing te voorkomen.

Belangrijke Verdelingsmomenten

  • Juridische Toedeling van de Aandelen: Binnen twee jaar na ontbinding van de huwelijksgoederengemeenschap moet via een notaris de juridische overdracht van aandelen plaatsvinden.
  • Civielrechtelijke en Economische Verdeling: De waardering van de aandelen is een cruciaal onderdeel van de verdeling, waarbij keuze tussen de waarde in het economisch verkeer of de economische waarde van belang is.
  • Fiscaal Tijdstip van Toedeling: Het tijdstip voor de fiscale toedeling, meestal de datum van wilsovereenstemming in het echtscheidingsconvenant, is cruciaal om fiscale vervreemding te voorkomen.

Voor meer gedetailleerde informatie en professionele hulp bij de verdeling van aandelen in een BV tijdens echtscheiding, kunnen ondernemers terecht op advocaten.nl en 0900-advocaten. Deze bronnen bieden deskundige ondersteuning en advies in complexe echtscheidingskwesties.

Afhandeling van Echtscheiding en Verdeling Gemeenschappelijk Vermogen

De gemeenschap van goederen wordt beëindigd zodra het verzoek tot echtscheiding wordt ingediend. Vanaf dat tijdstip zijn de echtgenoten niet langer aansprakelijk voor nieuwe schulden die door de andere echtgenoot worden aangegaan.

Bij een echtscheiding is de verdeling van gemeenschappelijk vermogen of de afwikkeling van huwelijkse voorwaarden een belangrijk proces. In Nederland trouwen de meeste paren in gemeenschap van goederen, waarbij alle bezittingen en schulden worden gedeeld. Dit omvat zaken als de woning, inboedel, auto’s, banktegoeden, spaarpolissen, schulden, maar ook een eigen bedrijf of aandelen in een BV. Uitzonderingen zijn erfenissen of schenkingen die met een uitsluitingsclausule zijn verkregen, waardoor ze privébezit blijven​.

Procedure bij Echtscheiding

Tijdens de echtscheidingsprocedure worden afspraken gemaakt over de verdeling van het vermogen. Standaard wordt alles gelijk verdeeld na het vaststellen van wat tot de huwelijksgemeenschap behoort. De verdeling, inclusief de afhandeling van eventuele schulden, wordt bij voorkeur vastgelegd in een echtscheidingsconvenant. Als er geen overeenstemming is, kan de rechter een beslissing nemen met hulp van deskundigen zoals een makelaar of accountant.

Beëindiging van de Gemeenschap van Goederen

De gemeenschap van goederen eindigt op het moment dat het echtscheidingsverzoek wordt ingediend. Vanaf dat moment zijn de echtgenoten niet meer verantwoordelijk voor nieuwe schulden die door de ander worden aangegaan​​.

Verschillende Vormen van Vermogensverdeling

  1. Gemeenschap van Goederen: Alles wat het echtpaar bezit en schulden zijn gezamenlijk. Vermogen moet ‘in redelijkheid en billijkheid’ worden verdeeld, soms door de ex-partner uit te kopen​​.
  2. Beperkte Gemeenschap van Goederen: Voor huwelijken na 1 januari 2018 geldt vaak deze vorm. Vermogen verkregen vóór het huwelijk blijft privé, en vermogen opgebouwd tijdens het huwelijk wordt als gezamenlijk beschouwd​
  3. Huwelijkse Voorwaarden: Hier worden voorwaarden opgesteld voor het vermogen. Bij een verrekenbeding moet er jaarlijks een verrekening plaatsvinden van het gezamenlijk opgebouwde vermogen​

Bovenstaand biedt enig inzicht in de complexe aspecten van vermogensverdeling bij echtscheidingen in Nederland. Voor gedetailleerd advies en juridische bijstand, bezoek advocaten.nl en 0900-advocaten.

Waardering van Aandelen van een DGA bij Echtscheiding

Hieronder een korte uiteenzetting over de aandelen van een directeur-grootaandeelhouder (dga) in zijn holding bij echtscheiding, in het bijzonder wanneer men in gemeenschap van goederen is gehuwd. Deze aandelen, een deel van de te verdelen huwelijksgoederengemeenschap, worden voor 50% toegewezen aan de dga, waarbij een notariële toewijzing nodig is. Vervolgens dient de dga zijn ex-partner uit te kopen voor haar aandeel​​.

Belang van Peildata voor Waardering

Twee peildata zijn essentieel voor waardebepaling: de datum voor het vaststellen van de omvang van de gemeenschap van goederen (tijdstip van indienen echtscheidingsverzoek) en de datum voor de waardering van de aandelen (tijdstip van feitelijke verdeling). Gezien de mogelijke langdurige geschillen over de waarde, is het aan te raden voor partijen om gezamenlijk één peildatum vast te stellen, waarbij de dga verantwoordelijk is voor eventuele waardeveranderingen na deze datum​.

Dit artikel belicht de complexiteit van de waardering van aandelen van een directeur-grootaandeelhouder (dga) bij echtscheiding, specifiek in gemeenschap van goederen. Het benadrukt het belang van peildata voor waardebepaling en de noodzaak van een notariële toewijzing. De focus ligt op de economische waarde berekening via de Discounted Cash Flow (DCF) methode en de cruciale rol van een Register Valuator. Het artikel bespreekt ook de financiering van de koopsom en de aanmerkelijk belang-heffing.

Waarde in het Economisch Verkeer vs. Economische Waarde

In het geval van een echtscheiding worden bezittingen gewaardeerd tegen de waarde in het economisch verkeer. Echter, bij echtscheidingen worden aandelen doorgaans niet op de vrije markt verkocht. Het Hof Den Haag heeft gesteld dat het niet redelijk is om van een dga te verwachten dat hij zijn bron van inkomsten, de aandelen, verkoopt bij een echtscheiding. De economische waarde, vertegenwoordigd door de gemiste geldstromen door de echtgenote, wordt daarom als maatstaf genomen​.

Economische Waarde en Discounted Cash Flow Methode

De economische waarde wordt gerelateerd aan de verwachte vrije geldstromen die contant worden gemaakt naar het waarderingsmoment middels de Discounted Cash Flow (DCF) methode. Deze methode berekent de waarde van de onderneming, waarbij na aftrek van schulden de economische waarde van het eigen vermogen overblijft. Partijen moeten vooraf overeenkomen dat de economische waarde bepalend is, niet de prijs. Vaak wordt een korting toegepast op de berekende economische waarde om tot een prijs te komen​.

De Rol van een Register Valuator

Een Register Valuator speelt een cruciale rol in het bepalen van de toekomstige rendementen en het bieden van een onafhankelijke waardering. Deze financiële deskundige analyseert en becommentarieert prognoses van partijen, waarbij de onafhankelijkheid gewaarborgd blijft door een gestructureerd waarderingsproces​.

Aandachtspunten bij Waardering

Bij de waardering wordt rekening gehouden met de stand-alone going concern waarde, de correlatie tussen alimentatie en waarde, marktconforme rente op leningen van de holding, en de waardering van eventuele pensioenvoorzieningen​.

Financiering en Aanmerkelijk Belang-heffing

De financiering van de koopsom kan de onderneming te zwaar belasten, wat de continuïteit kan bedreigen. Daarom wordt de betaling op aandeelhoudersniveau en niet binnen de onderneming geadviseerd. De toedeling van aandelen aan de dga valt onder de aanmerkelijk belangheffing van 25%. Het is raadzaam de echtscheiding binnen twee jaar na ontbinding van het huwelijk af te ronden om de AB-claim door te schuiven​.

Het is aan te bevelen om vroegtijdig een Register Valuator in te schakelen bij echtscheidingen.

Samenvatting

Belang van Peildatums voor Waardering

Twee peildata zijn essentieel voor waardebepaling: de datum voor het vaststellen van de omvang van de gemeenschap van goederen (tijdstip van indienen echtscheidingsverzoek) en de datum voor de waardering van de aandelen (tijdstip van feitelijke verdeling). Gezien de mogelijke langdurige geschillen over de waarde, is het aan te raden voor partijen om gezamenlijk één peildatum vast te stellen, waarbij de dga verantwoordelijk is voor eventuele waardeveranderingen na deze datum​.

Waarde in het Economisch Verkeer vs. Economische Waarde

In het geval van een echtscheiding worden bezittingen gewaardeerd tegen de waarde in het economisch verkeer. Echter, bij echtscheidingen worden aandelen doorgaans niet op de vrije markt verkocht. Het Hof Den Haag heeft gesteld dat het niet redelijk is om van een dga te verwachten dat hij zijn bron van inkomsten, de aandelen, verkoopt bij een echtscheiding. De economische waarde, vertegenwoordigd door de gemiste geldstromen door de echtgenote, wordt daarom als maatstaf genomen​.

Economische Waarde en Discounted Cash Flow Methode

De economische waarde wordt gerelateerd aan de verwachte vrije geldstromen die contant worden gemaakt naar het waarderingsmoment middels de Discounted Cash Flow (DCF) methode. Deze methode berekent de waarde van de onderneming, waarbij na aftrek van schulden de economische waarde van het eigen vermogen overblijft. Partijen moeten vooraf overeenkomen dat de economische waarde bepalend is, niet de prijs. Vaak wordt een korting toegepast op de berekende economische waarde om tot een prijs te komen​

​.

De Rol van een Register Valuator

Een Register Valuator speelt een cruciale rol in het bepalen van de toekomstige rendementen en het bieden van een onafhankelijke waardering. Deze financiële deskundige analyseert en becommentarieert prognoses van partijen, waarbij de onafhankelijkheid gewaarborgd blijft door een gestructureerd waarderingsproces​.

Aandachtspunten bij Waardering

Bij de waardering wordt rekening gehouden met de stand-alone going concern waarde, de correlatie tussen alimentatie en waarde, marktconforme rente op leningen van de holding, en de waardering van eventuele pensioenvoorzieningen​.

Financiering en Aanmerkelijk Belang-heffing

De financiering van de koopsom kan de onderneming te zwaar belasten, wat de continuïteit kan bedreigen. Daarom wordt de betaling op aandeelhoudersniveau en niet binnen de onderneming geadviseerd. De toedeling van aandelen aan de dga valt onder de aanmerkelijk belangheffing van 25%. Het is raadzaam de echtscheiding binnen twee jaar na ontbinding van het huwelijk af te ronden om de AB-claim door te schuiven​.

Conclusie en Aanbeveling

Het is aan te bevelen om vroegtijdig een Register Valuator in te schakelen bij echtscheidingen.

Voor meer informatie en ondersteuning bij de waardering van aandelen bij echtscheidingen van directeur-grootaandeelhouders, bezoek advocaten.nl en 0900-advocaten. Wij bieden deskundig advies en hulp bij juridische vraagstukken gerelateerd bij echtscheidingen.

Verdeling van Aanmerkelijkbelangaandelen bij Scheiding

Hier de recente ontwikkelingen in de verdeling van aanmerkelijkbelangaandelen (ab-aandelen) bij echtscheidingen, met een focus op de wijzigingen sinds 2012. Belangrijke punten omvatten de vereiste van een notariële akte voor de overdracht van ab-aandelen en de nieuwe interpretatie van het verdelingstijdstip als het moment van wilsovereenstemming. De verduidelijkingen zijn van groot belang voor directeur-grootaandeelhouders (dga’s) en hun adviseurs.

De in 2018 uitgebrachte beleidsaanpassing aangaande aanmerkelijk belang onthult een belangrijk aspect betreffende de timing van het verdelen van aanmerkelijkbelangaandelen (ab-aandelen) in echtscheidingssituaties.

Rectificatie van een Veelvoorkomende Misvatting

Het exact vaststellen van het moment van verdeling is van cruciaal belang voor dga’s in een echtscheiding. Een verdeling binnen twee jaar na ontbinding van de huwelijksgemeenschap wordt niet beschouwd als een overdracht van ab-aandelen. Een wijdverbeid misverstandbetreft een dga die in gemeenschap van goederen is getrouwd, en diens echtgenoot automatisch voor de helft eigenaar is van de bv-aandelen. Dit betekent dat bij een echtscheiding alle bezittingen binnen de huwelijksgemeenschap, inclusief de ab-aandelen, verdeeld dienen te worden.

Juridische Overdracht is Essentieel

Schilder benadrukt dat voor het toewijzen van de 50% ab-aandelen van de ex-partner aan de dga, een notariële akte noodzakelijk is. Dit is een juridische stap die vaak over het hoofd wordt gezien, aangezien de aandelen juridisch reeds op naam van de dga staan en de economische overdracht vaak al is geregeld in het echtscheidingsconvenant of de vaststellingsovereenkomst. Hij waarschuwt dat het niet voldoen aan deze wettelijke vereiste in de toekomst kan leiden tot problemen, zoals bij de verkoop van de aandelen.

Civiele Wijziging in 2012 en het Bepalende Tijdstip

Sinds een aanpassing in het civiel recht in 2012, is de termijn voor het ontbinden van de huwelijksgemeenschap vervroegd, wat vragen oproept over het bepalende tijdstip voor de tweejaarstermijn om een fiscale afrekening over de ab-claim te voorkomen. Vóór 2012 het tijdstip van ontbinding van de huwelijksgemeenschap het moment was waarop de echtscheidingsbeschikking bij de Burgerlijke Stand werd ingeschreven. Sinds 2012 is dit het moment van indiening van het echtscheidingsverzoek.

Het Moment van Wilsovereenstemming

De Staatssecretaris van Financiën heeft in het verzamelbesluit over aanmerkelijk belang verduidelijkt dat het moment van wilsovereenstemming als het verdelingstijdstip geldt. Dit is het moment waarop er overeenstemming is bereikt over de verdeling van de goederen en de financiële gevolgen ervan. Deze verduidelijking in lijn is met een Hoge Raad-arrest uit 2013 en dat het moment van ondertekening van een echtscheidingscon

Voor meer informatie en professionele ondersteuning gerelateerd aan echtscheidingen en de verdeling van bedrijfsbelangen, bezoek advocaten.nl en 0900-advocaten. Hier vindt u gespecialiseerde juridische bijstand die u kan helpen bij het navigeren door complexe situaties zoals deze.

Opsplitsing van de BV bij Echtscheiding van een Directeur-Grootaandeelhouder

De financiële en juridische aspecten van het splitsen van een bv bij de echtscheiding van een Directeur-Grootaandeelhouder (DGA), blijven vaaknbelicht tijdens de scheiding. Hier vindt u korte informatie over de mogelijkheid tot belastingvrije splitsing onder specifieke voorwaarden en voorbeelden en advies voor DGA’s en hun partners.

Het verdelen van het vermogen van een besloten vennootschap (bv) kan bij een echtscheiding vaak tot financiële complicaties leiden. Recentelijk is er echter een regeling geïntroduceerd die het proces van deze opsplitsing vergemakkelijkt. Deze regeling is vooral effectief in de volgende omstandigheden:

  • Huwelijk in gemeenschap van goederen;
  • Een bv met zowel vermogen als een onderneming;
  • Mogelijkheid tot onderling overleg voor de verdeling van geld en bedrijfsactiva.

Financiële Problematiek bij Echtscheiding van een DGA Indien een Directeur-Grootaandeelhouder (DGA), gehuwd in gemeenschap van goederen, gaat scheiden, kunnen financiële problemen opdoemen. Het uitkopen van de ex-partner vereist vaak kapitaal, en indien dit uit de bv gehaald moet worden, is er onmiddellijk een belasting van 26,9% verschuldigd. Volgens het besluit uit 2018 kan de bv gesplitst worden in twee delen, waarbij de onderneming in bv1 en het belegde vermogen in bv2 terechtkomt, zonder dat hierbij belastingheffing plaatsvindt. De DGA behoudt bv1 en de ex-partner krijgt bv2 toegewezen.

Voorbeeld van een Echtscheiding bij een DGA met een bv

Stel, Willem is met Sandra getrouwd in gemeenschap van goederen. De aandelen van hun bv, met een totale waarde van € 350.000, behoren tot deze gemeenschap. Hierbij is de onderneming € 150.000 waard en de beleggingen € 200.000. Bij toewijzing van de aandelen aan Willem, dient hij € 175.000 aan Sandra te betalen, minus een belastinglatentie. Deze schuld kan bijvoorbeeld via een privéfinanciering of via de bv voldaan worden, waarbij de bv mogelijk dividend aan Willem uitkeert, onderhevig aan 26,9% belasting. Via het genoemde besluit kan de bv worden gesplitst, waarbij Willem met bv1 (de onderneming) verdergaat en Sandra bv2 (de beleggingen) ontvangt.

Juridische Splitsing bij Echtscheiding DGA

Deze juridische splitsing kan belastingvrij (geruisloos) uitgevoerd worden conform artikel 4.17 Wet IB, mits de intentie niet is gericht op belastingontduiking of -uitstel (zie artikel 14a lid 6 VPB / artikel 3.56 lid 4 IB). Voor een reguliere echtscheiding zal de Belastingdienst doorgaans toestemming verlenen voor de splitsing. Belangrijk is wel om deze structuur binnen 2 jaar na de echtscheidingsaanvraag bij de rechtbank te realiseren. In bijzondere gevallen kan binnen deze termijn een verlengingsverzoek bij de Belastingdienst worden ingediend.

Fiscaal-Juridisch Advies bij Splitsing bv in Geval van Echtscheiding DGA

Een degelijk advies is noodzakelijk. De genoemde splitsing is slechts één van de vele opties om problemen in een echtscheiding op te lossen. Bij een splitsing is de waardering van de aandelen (stille reserves/goodwill) en het percentage voor belastinglatentie ook van belang.

Wilt u meer weten over dit onderwerp, stel een vraag aan advocaten.nl of bel met 0900-advocaten.

De Onzichtbare Belastingclaim bij Echtscheiding bij Aanmerkelijk Belang in BV

De aanmerkelijkbelangbelastingclaim (AB-claim) in echtscheidingssituaties, wordt vaak vergeten bij de echtsceiding, als er een BV in de gemeenschap is. Hier een korte uitleg overhet belang van de waardering van aandelen en de gevolgen van belastinguitstel. Aanmerkelijkbelanghouders doen er goed aan om binnen 2 jaar advies in te wnen en een regeling te treffen en daarover deskundig advies in te winnen.

In situaties waarin een echtgenoot die een aanmerkelijk belang in een bedrijf bezit gaat scheiden, komt de kwestie van de aanmerkelijkbelangbelastingclaim (AB-claim) aan het licht. Deze belastingclaim, die pas effectief wordt bij dividenduitkering of aandelenoverdracht, wordt beschouwd als een soort renteloze lening of toekomstige verplichting aan de Belastingdienst. Dit biedt de BV tijdelijk een voordeel op het gebied van liquiditeit.

Indien een deel van de aanmerkelijkbelangaandelen overgedragen wordt tijdens een echtscheiding, biedt artikel 4.17 van de Wet Inkomstenbelasting de ontvangende echtgenoot onder bepaalde voorwaarden de optie om de latente belastingschuld door te schuiven. Dit artikel richt zich vooral op de vermogensverdeling binnen de huwelijksgemeenschap.

Een belangrijk vraagstuk bij echtscheidingen is de impact van uitgestelde belastingheffing op de aandelenwaarde. Dient de overdragende echtgenoot de volledige waarde van de aandelen te ontvangen, of moet de latente belastingschuld, die normaal gesproken bij overdracht verschuldigd is, in mindering worden gebracht? En hoe wordt het rentevoordeel dat uit dit uitstel voortvloeit, meegewogen?

Juridische literatuur en rechtspraak, inclusief uitspraken van de Hoge Raad, tonen aan dat de waardering van de aandelen – tegen de nominale waarde bij een spoedige afrekening of tegen de contante waarde als geen spoedige afrekening wordt verwacht – afhangt van de verwachte termijn voor het afrekenen van de claim. Hoe langer deze termijn, hoe hoger de te verwachten rente.

Het is essentieel voor aanmerkelijkbelanghouders die overwegen te scheiden om gedegen advies in te winnen. Belangrijk hierbij is ook de verplichting tot notariële levering bij overdracht van aandelen, zelfs als deze al op naam van een van de echtgenoten staan. De mogelijkheid om de claim vooruit te schuiven bestaat tot 2 jaar na indiening van het echtscheidingsverzoek.

Beoordeling van de Bedrijfswaarde bij Scheiding

Tijdens echtscheidingsprocedures ontstaat er vaak een debat over de waardebepaling van een bedrijf. Deze kwestie wordt meestal in goed overleg opgelost, of er wordt door de rechtbank, vaak tegen hoge kosten, een expert aangesteld. In de processen die wij begeleiden, wordt bijna altijd het advies ingewonnen van een geregistreerd accountant, een familierechtadvocaat en een gecertificeerd waarderingsdeskundige. Het is een misvatting te denken dat een exacte waardebepaling mogelijk is. Dit is al moeilijk voor een huis, laat staan voor een bedrijf. De toekomstige prestaties van een onderneming hangen af van diverse factoren, zoals potentiële kansen en risico’s, de berekening van goodwill, verborgen reserves, de afhankelijkheid van de ondernemer, marktomstandigheden, enzovoort. Een eerlijke schatting is vaak de beste benadering, hoewel rapporten nuttig kunnen zijn, zijn deze niet altijd doorslaggevend.

Bij een scheiding worden de vermogensbestanddelen van beide partijen, waaronder aandelen in een bv of bedrijf, gewaardeerd op de marktwaarde. Dit is het bedrag dat een externe partij zou willen betalen onder optimale omstandigheden. Dit betekent echter niet dat de aandelen daadwerkelijk verkocht worden; het is slechts een startpunt voor de waardering. Belangrijke aspecten zijn verborgen reserves (meerwaarde van activa) en soms goodwill (de winstgevendheid). Toekomstverwachtingen en risico’s spelen hierbij een rol. Dit maakt de waardering ingewikkeld en vatbaar voor verschillende interpretaties. Het moment van waardering kan onderling worden bepaald, maar formeel is het juiste moment het moment van feitelijke verdeling van de bezittingen. In sommige gevallen wordt uit redelijkheid gekozen voor de datum van indiening van het scheidingsverzoek.

Als persoonlijke goodwill een rol speelt, hanteren rechters vaak de intrinsieke waarde van de onderneming, vermeerderd met verborgen reserves, zoals blijkt uit een uitspraak van het Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch in 2020. In dergelijke situaties is het bedrijf vaak moeilijk verkoopbaar aan een derde tegen een prijs gebaseerd op toekomstige winstverwachtingen of kasstroom (DCF-methode).

Wanneer er geen persoonlijke goodwill is, wordt veelal de DCF-methode of de EBITDA maal factor-methode gebruikt. Bij deze benaderingen wordt de waarde van de aandelen direct gekoppeld aan de toekomstige kasstromen of bedrijfsresultaten.

Wilt u meer weten over dit onderwerp, stel aan vraag aan advocaten.nl of bel met 0900-advocaten.

Verzwijging Van Goederen Bij Verdeling En Verbeuring

De Hoge Raad heeft bevestigd dat voor de sanctie van artikel 3:194 lid 2 BW enkel daadwerkelijk weten van de deelgenoot over het behoren van het goed tot de gemeenschap vereist is. De sanctie vervalt niet door inkeer, behoudens bijzondere omstandigheden.

Wat is de reikwijdte Sanctie Artikel 3:194 Lid 2 BW volgens Hoge Raad Uitspraak

De Hoge Raad heeft op 31 maart 2017, onder zaaknummer ECLI:NL:HR:2017:565, een belangrijke uitspraak gedaan over de reikwijdte van de sanctie in artikel 3:194 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Deze bepaling houdt in dat een deelgenoot in een gemeenschap die opzettelijk goederen verzwijgt, zoek maakt of verborgen houdt, zijn aandeel in deze goederen verliest ten gunste van de overige deelgenoten.

In deze zaak was de vraag of voor het toepassen van deze sanctie het voldoende is dat de deelgenoot die het goed verzwijgt of verbergt, behoorde te weten dat dit goed tot de gemeenschap behoort. De Hoge Raad bevestigde dat enkel het ‘behoren te weten’ niet voldoende is om de sanctie toe te passen. Het vereiste van opzet kan niet worden geobjectiveerd; de deelgenoot moet daadwerkelijk weten dat het goed tot de gemeenschap behoort.

De Hoge Raad onderzocht tevens of de sanctie vervalt als de deelgenoot die het goed verzwegen heeft, tot inkeer komt. De Hoge Raad bevestigde dat de sanctie niet vervalt door inkeer, tenzij er sprake is van omstandigheden die een beroep op de beperkende werking van redelijkheid en billijkheid rechtvaardigen. Dit standpunt onderscheidt zich van de regel in artikel 1:135 lid 3 BW, waar een sanctie pas van toepassing is na verrekening van het vermogen tussen echtgenoten.

Het arrest van het hof in deze zaak werd echter vernietigd door de Hoge Raad. Dit was vanwege een fout in de beoordeling van de fiscale gevolgen van de verzwijging door het hof, waarmee het buiten de grenzen van de rechtsstrijd trad.

Voor een volledige inzage in de uitspraak, bezoek ECLI:NL:HR:2017:565.

Wilt u meer weten over de gevolgen en mogelijkheden bij verzwijging van gemeenschapsgoederen, stel aan vraag aan advocaten.nl of bel met 0900-advocaten

Gemeenschapsschuld na een echtscheiding

Dit artikel bespreekt de gemeenschapsschuld na een echtscheiding, waarbij wordt ingegaan op draagplicht, verknochtheid en redelijkheid en billijkheid. Het legt uit wanneer schulden als verknocht worden beschouwd en hoe een beroep op redelijkheid en billijkheid kan worden gedaan. Daarnaast wordt het automatisch verdelen van pensioen bij echtscheiding besproken.

De belangrijkste elementen waarmee rekening wordt gehouden omvatten de draagplicht, verknochtheid en de redelijkheid en billijkheid.

Wat betekenen deze begrippen en in hoeverre kunnen ze een oplossing bieden? Sinds 1 januari 2018 is de Wet beperkte gemeenschap van goederen van kracht. Vanaf deze datum trouwt u in een beperkte gemeenschap van goederen. Vóór 1 januari 2018 waren alle schulden en bezittingen die vóór het huwelijk van u persoonlijk waren, automatisch ook schulden en bezittingen van uw echtgenoot.

Wijziging na 1 januari 2018

Als u na 1 januari 2018 in het huwelijk treedt, blijven uw schulden en bezittingen die u vóór het huwelijk had, uw persoonlijke verantwoordelijkheid. Bezittingen en schulden die tijdens het huwelijk ontstaan, zijn gezamenlijk eigendom van u en uw echtgenoot. Natuurlijk kunt u huwelijkse voorwaarden of partnerschapsvoorwaarden opstellen om de bezittingen en schulden na het huwelijk gescheiden te houden. Deze situatie verandert niet door de nieuwe wet. Dit artikel behandelt de gemeenschap van goederen van vóór 1 januari 2018. Laten we een studieschuld als voorbeeld nemen. Meestal is zo’n schuld vóór het huwelijk aangegaan door één van de echtgenoten. Dit betekent echter niet dat beide echtgenoten niet verantwoordelijk zijn voor de aflossing van deze schuld. In principe zijn beide echtgenoten elk voor de helft verantwoordelijk voor de gemeenschapsschuld, maar wat houdt draagplicht precies in? Het begrip draagplichtig – in deze context – verwijst naar de verplichte (maandelijkse) bijdrage die u moet betalen aan uw voormalige partner met betrekking tot een schuld die moet worden afgelost. Draagplicht draait om de vraag wie uiteindelijk verantwoordelijk is voor de aflossing van de schuld. Een studieschuld valt onder de huwelijksgemeenschap en wordt dus gedragen door beide echtgenoten, tenzij deze schuld als verknocht wordt beschouwd. Maar wat betekent verknochtheid eigenlijk en valt een studieschuld hieronder?

Wat betekent verknochtheid?

Bij een echtscheiding worden alle schulden, zowel vóór als tijdens het huwelijk, ongeacht wie van de (ex-)echtelieden deze is aangegaan en ongeacht aan wie ze toebehoren, beschouwd als gemeenschapsschulden. Er zijn slechts drie uitzonderingen op deze regel in de wet:

  • Goederen en schulden die aan een echtgenoot zijn geschonken;
  • Een erfenis met uitsluitingsclausule;
  • Goederen en schulden die als verknocht worden beschouwd.

Verknochtheid verwijst naar individueel eigendom van goederen en schulden die (gedeeltelijk of volledig) buiten de gemeenschap van goederen vallen. Bij verknochte goederen en schulden gaat het om bezittingen en schulden die zo persoonlijk zijn dat ze betrekking hebben op het privévermogen van de betreffende echtgenoot. Persoonlijke bezittingen, zoals sieraden, collecties of hobbygerelateerde items, kunnen als verknocht worden beschouwd. Volgens de jurisprudentie kunnen goederen of schulden als verknocht worden beschouwd als ze als uiterst persoonlijk worden beschouwd. Voorbeelden van zulke hoogstpersoonlijke zaken kunnen onder andere invaliditeitspensioenen, overbruggingsuitkeringen en smartengelduitkeringen zijn. Deze voorbeelden worden als dusdanig persoonlijk beschouwd dat ze als verknocht worden beschouwd.

Is een studieschuld dan niet een uiterst persoonlijke schuld?

Een beroep op de verknochtheid van een goed of schuld wordt in zeer uitzonderlijke gevallen gehonoreerd. In de praktijk zal een beroep op verknochtheid zelden slagen als het gaat om de draagplichtverhouding met betrekking tot een schuld. Een dergelijk beroep kan echter succesvol zijn als de draagplichtverhouding onredelijk is op basis van redelijkheid en billijkheid. Laten we eerst verduidelijken wat redelijkheid en billijkheid precies betekenen.

Wat bedoelen we met redelijkheid en billijkheid?

De wet is van toepassing op iedereen en op elke situatie. In verreweg de meeste gevallen leidt de wet tot een eerlijke en rechtvaardige uitkomst. Toch zijn er uitzonderingen waarin de uitkomst niet eerlijk is en dus niet in overeenstemming is met de redelijkheid en billijkheid. De vraag is dan: is het redelijk en billijk? De uitdaging is om de rechter ervan te overtuigen om hetgeen tussen partijen is overeengekomen aan te passen of buiten beschouwing te laten.

Wat betekenen redelijkheid en billijkheid in deze context?

Terugkomend op de studieschuld: is het redelijk en billijk dat een voormalige echtgenoot deze schuld aflost, terwijl het niet zijn/haar uiterst persoonlijke schuld is? In zo’n geval kan de rechter de echtgenoot die niet de studieschuld heeft aangegaan tegemoetkomen. Er wordt dan gekeken naar het doel van de studielening en hoe deze lening zou zijn afgelost als de partijen bij elkaar waren gebleven. De echtgenoot met de studieschuld zou in dat geval meer hebben afgelost, omdat het zijn/haar eigen uiterst persoonlijke studieschuld is. Door de echtscheiding bevindt de echtgenoot met de studieschuld zich in een gunstigere positie, terwijl de gevolgen van de lening door de echtscheiding voor de andere echtgenoot veel zwaarder kunnen wegen. Het kan bijvoorbeeld voorkomen dat door de aflossing de kinderalimentatie niet kan worden betaald of dat de benadeelde echtgenoot maandelijks moeite heeft om rond te komen. Een dergelijk geval als hierboven beschreven kan als uitzonderlijk worden gekwalificeerd. De echtgenoot die wordt belast met het betalen van de studieschuld van zijn/haar ex-partner kan nog sterker staan als de studieschuld vóór het huwelijk is aangegaan en bovendien verzwegen is. Bovendien is een studielening bedoeld om een opleiding te financieren waar alleen degene die de lening heeft afgesloten, baat bij zal hebben. Als de opleiding niet is afgerond, kan de omvang van de schuld worden beperkt door te stoppen met de opleiding en het lenen. Er zijn tal van redenen om het begrip ‘uiterst persoonlijk’ aan te kaarten en zo sterker te staan.

Gevolgen van een succesvol beroep op redelijkheid en billijkheid Als voldoende kan worden aangetoond dat de schuld uiterst persoonlijk is, kan worden afgeweken van de hoofdregel van gelijke verdeling van de gemeenschap. Er moeten echter voldoende feiten en omstandigheden worden aangedragen door de benadeelde partij om dit te laten slagen. Het resultaat van een succesvol beroep is een herziene verdeling van de draagplichtverhouding (verplichte maandelijkse bijdrage voor de schuldaflossing). Het kan ook voorkomen dat de draagplichtverhouding dusdanig onaanvaardbaar is dat degene die de schuld is aangegaan, de schuld volledig moet dragen.

Lees meer in het artikel op advocaten.nl of bel met 0900-advocaten.

De scheiding van tafel en bed

Een scheiding van tafel en bed is een alternatief voor echtscheiding waarbij het huwelijk formeel blijft bestaan. Hoewel het deels dezelfde afspraken en procedures vereist als een echtscheiding, zijn er essentiële verschillen, zoals de blijvende onderhoudsplicht en het verbod om met anderen te trouwen. Deze vorm van scheiden kan worden hersteld, maar dit is pas mogelijk na drie jaar. Pensioenimplicaties zijn vergelijkbaar met een echtscheiding. Samenwonen met anderen is wel toegestaan tijdens een scheiding van tafel en bed.

Bij een scheiding van tafel en bed doet zich een alternatief voor de echtscheiding voor. Hoewel deze term nog vaak wordt genoemd, komt deze vorm van scheiden tegenwoordig minder vaak voor. Wat houdt een scheiding van tafel en bed precies in en wat zijn de voordelen ervan?

Bij een scheiding van tafel en bed wordt het huwelijk niet ontbonden, in tegenstelling tot een echtscheiding waarbij dit wel het geval is. Dit vormt het enige onderscheid tussen beide situaties. Wanneer is het aan te raden om voor deze optie te kiezen en wat zijn de vereisten? Is het geschikt voor u?

Deze scheiding is met name bedoeld voor mensen die om religieuze of emotionele redenen niet daadwerkelijk willen scheiden, maar niet meer samen kunnen wonen. Bij een scheiding van tafel en bed blijft het huwelijk formeel bestaan en blijft de wettelijke onderhoudsplicht voor elkaar van kracht. Het is echter niet toegestaan om tijdens deze vorm van scheiding met iemand anders te trouwen of een geregistreerd partnerschap aan te gaan.

In alle andere opzichten is een scheiding van tafel en bed vergelijkbaar met een gewone echtscheiding. Dit houdt in dat er afspraken moeten worden gemaakt over alimentatie en dat er een ouderschapsplan moet worden opgesteld voor de kinderen. U zult niet langer onder hetzelfde dak wonen en u zult ook een gang naar de rechter moeten maken. Er zijn geen gemeenschappelijke schulden of bezittingen meer.

Het aanvragen van een scheiding van tafel en bed verloopt op dezelfde manier als bij een reguliere echtscheiding. Ook hiervoor moet u een advocaat inschakelen en de aanvraag indienen bij de rechtbank. Net als bij een gewone echtscheiding moet er sprake zijn van een duurzame ontwrichting van de relatie, en deze alternatieve vorm van scheiding wordt ook ingeschreven in het huwelijksgoederenregister bij de griffie van de rechtbank.

Het is belangrijk op te merken dat een scheiding van tafel en bed niet binnen drie jaar na inschrijving bij de burgerlijke stand kan worden omgezet naar een volledige echtscheiding. Pas na drie jaar is het mogelijk om officieel te scheiden. Deze vorm van scheiding komt steeds minder voor, omdat tegenwoordig samenwonen met iemand anders mogelijk is, zelfs als u nog getrouwd bent.

Bij een scheiding van tafel en bed zijn alle afspraken van toepassing die ook gelden bij een gewone echtscheiding. Het huwelijk blijft echter bestaan en het is niet toegestaan om met iemand anders te trouwen. Samenwonen met een andere partner is wel toegestaan.

Als u een scheiding van tafel en bed heeft, blijft u officieel getrouwd en kunt u niet met iemand anders trouwen. U kunt zo lang als u wilt gescheiden van tafel en bed blijven. Na drie jaar kunt u echter wel een definitieve echtscheiding aanvragen, en op elk moment kunt u zich met elkaar verzoenen. Hiervoor moet u de rechtbank op de hoogte stellen dat u de scheiding van tafel en bed wilt beëindigen, waarna u weer als gehuwde partners door het leven kunt gaan alsof er niets is gebeurd.

Een voordeel van deze vorm van scheiden is dat het niet definitief is; het huwelijk kan altijd weer hersteld worden. Vaak wordt deze vorm gebruikt als een tijdelijke onderbreking van het huwelijk of als een proefperiode. Het is een bijna echte scheiding, maar kan eenvoudig worden teruggedraaid via de rechtbank.

Pensioen en scheiden van tafel en bed

Pensioenfondsen beschouwen scheiden van tafel en bed als een echte scheiding, met aanzienlijke gevolgen voor de pensioenrechten van beide partners. Het pensioen dat tijdens het huwelijk is opgebouwd, moet worden verdeeld, vergelijkbaar met een normale echtscheiding. Bovendien heeft scheiden van tafel en bed gevolgen voor het nabestaandenpensioen, waarbij de ex-partner in dit geval geen recht heeft op enige uitkering.

Het verschil met een reguliere echtscheiding

Er zijn meer overeenkomsten dan verschillen tussen scheiden van tafel en bed en een standaard echtscheiding. De gemeenschap van goederen wordt beëindigd, en alle activa en verplichtingen moeten tussen de ex-partners worden verdeeld of verrekend, waaronder de woning, pensioenen, gezamenlijke bezittingen, spaarrekeningen en inboedel.

Er zijn echter drie belangrijke verschillen:

  1. De onderhoudsplicht blijft behouden bij scheiden van tafel en bed.
  2. Het huwelijk kan eenvoudig worden hersteld, er is geen sprake van een definitieve scheiding.
  3. Het is niet toegestaan om met iemand anders te trouwen of een geregistreerd partnerschap aan te gaan.

Een scheiding van tafel en bed lijkt sterk op een echte echtscheiding. Er zijn veel overeenkomsten, waaronder de verdeling van bezittingen en verplichtingen. De belangrijkste verschillen liggen in de blijvende onderhoudsplicht en het feit dat u niet met iemand anders kunt trouwen. Deze vorm van scheiden is een serieuze overweging voor degenen die niet volledig willen scheiden, maar toch apart willen leven.

Wilt u meer weten over dit onderwerp, stel aan vraag aan advocaten.nl of bel met 0900-advocaten

Misvattingen over de kinderbijdrage

Er zijn veel misvattingen rondom kinderbijdrage na een scheiding. Enkele hiervan zijn belicht, zoals de duur van de onderhoudsplicht en de relatie tussen betaling en ouder-kind contact. Correcte informatie is essentieel voor een harmonieuze afwikkeling

Bij het uiteenvallen van een relatie tussen ouders is er een juridische verplichting om regelingen te treffen betreffende de kinderen. Dit dient geformaliseerd te worden in een ouderschapsconvenant. Binnen deze overeenkomst dient ook de kinderbijdrage vastgesteld te worden. Voor talloze scheidende ouders is dit een gevoelsmatig en complex domein. In mijn juridische carrière constateer ik een frequentie van onduidelijkheden hierover. Debat en misvattingen kunnen de relationele dynamiek en afronding belasten. Dat is jammer, gezien ouders meestal nog jarenlang samen in de ouderrol staan. Teneinde escalatie te mijden, wil ik enkele misvattingen omtrent de kinderbijdrage belichten. Zodat u daadwerkelijk geïnformeerd bent.

Onderhoudsplicht stopt wanneer het kind 18 jaar wordt Tot het moment dat het kind 21 jaar oud is, is er sprake van een uitgebreide onderhoudsverplichting. Dit houdt in dat (stief)ouders wettelijk verplicht zijn om bij te dragen in de kosten van levensonderhoud en opleiding. De woonlocatie van de kinderen of overeenstemming over hun studiekeuze heeft hierop geen invloed. Vanaf 18 jaar wordt de jongvolwassene zelf de ontvanger van deze bijdrage. Vanaf dat moment moet de kinderbijdrage direct aan het kind uitgekeerd worden. Het kind heeft de bevoegdheid om te beslissen of deze bijdrage op de rekening van de ouder waar het woont, gestort moet worden.

Ik ben vrijgesteld van betaling als ik mijn kind niet ontmoet Het adagium ‘betalen is niet hetzelfde als zien’ is helder. De verplichting tot betaling staat onafhankelijk van de relatie tussen betaler en kind. De betalingsplicht blijft intact, ook als er geen contact is met het kind.

Bij gezamenlijk ouderschap is er geen kinderbijdrage vereist Ondanks een (nagenoeg) gelijke verdeling van de zorg, kan er nog steeds een kinderbijdrage vastgelegd worden. Vooral wanneer een ouder meer financiële capaciteit heeft. Hierdoor kan een bijdrage aan de andere ouder noodzakelijk zijn.

Ik heb recht op inzicht in de besteding van de kinderbijdrage Om misbruik van de bijdrage te voorkomen, wensen sommige betalende ouders inzicht in de uitgaven. Echter, volgens een uitspraak van het Hof Arnhem-Leeuwarden is dit geen verplichting. De ontvangende ouder mag de bijdrage naar eigen goeddunken besteden.

Tegoeden kunnen verrekend worden met de kinderbijdrage Eenmaal vastgestelde of overeengekomen kinderbijdragen mogen niet verminderd worden met vorderingen.

Kosten voor mijn kind kunnen verrekend worden met de bijdrage Het is wettelijk niet toegelaten gemaakte kosten voor het kind te verrekenen met de kinderbijdrage.

Ik kan minder betalen bij inkomstenverlies Alleen bij significante wijzigingen in omstandigheden kan er sprake zijn van herziening. Het eenzijdig verminderen van de bijdrage is wettelijk niet toegestaan.

Dit overzicht is niet volledig. Het is denkbaar dat u andere vraagstukken heeft over dit thema. Wilt u meer weten over dit onderwerp, stel een vraag aan advocaten.nl of bel met 0900-advocaten.