Frauduleuze Webwinkels Online

Pas op voor malafide online winkels, vooral tijdens de feestdagen. Controleer de betrouwbaarheid van webshops via beoordelingen, politielijsten en veiliginternetten.nl. Blokkeer advertenties op sociale media om misleiding te voorkomen.

Het online doen van aankopen is een gangbare praktijk, vooral rond de feestdagen. Maar pas op: oplichters bieden vaak producten tegen spotprijzen aan. Gelukkig bestaan er methodes om valse webwinkels te ontdekken, zodat je niet bedrogen uitkomt. Zelfs als je denkt dat je veilig bent bij Nederlandse websites, zoals hier vermeld door het Algemeen Dagblad, kun je toch worden misleid. In 2023 registreerde de politie al meer dan 10.000 gevallen van online aankoopfraude.

Bijvoorbeeld, de webshop Simpelwerkt.nl, die inmiddels niet meer actief is, veroorzaakte veel schade: “Alles leek in orde, zelfs sommige Trustpilot-beoordelingen waren positief.”

Twijfelachtige Webwinkels
Deze malafide verkopers leveren nooit de beloofde producten. De politie heeft een uitgebreide lijst met frauduleuze websites en bankrekeningen. Op de lijst van de politie, te vinden hier, staan onder andere dubieuze webwinkels zoals deluxeschoenen.nl en bol-outlet.nl.

Betrouwbaarheid van Webwinkels Controleren
De Consumentenbond adviseert eigen onderzoek naar webwinkels. Gebrek aan online beoordelingen kan een rode vlag zijn. Check ook de lijst van de politie en veiliginternetten.nl. Ondanks dat sommige betrouwbare sites onterecht groen licht krijgen, is een handmatige controle altijd aanbevolen. Bovendien is het verstandig om advertenties te blokkeren, vooral op sociale media, om misleiding door nepwinkels te voorkomen.

Wilt u meer weten over dit onderwerp, stel aan vraag aan advocaten.nl of bel met 0900-advocaten.

Werknemer benut tweede kans niet; ontbinding wegens verwijtbaarheid

De werknemer is in dienst genomen na een strafrechtelijke veroordeling vanwege fraude. De werkgever verzoekt ontbinding omdat wederom sprake zou zijn van fraude. De kantonrechter acht dat niet aangetoond, maar ontbindt wel omdat de werknemer de administratie ernstig heeft verwaarloosd. De werknemer krijgt wel de transitievergoeding.

De werknemer is in dienst genomen na een strafrechtelijke veroordeling vanwege fraude. De werkgever verzoekt ontbinding omdat wederom sprake zou zijn van fraude. De kantonrechter acht dat niet aangetoond, maar ontbindt wel omdat de werknemer de administratie ernstig heeft verwaarloosd. De werknemer krijgt wel de transitievergoeding.

Feiten

De werknemer is op 18 juni 2014 bij de werkgever gaan werken in het kader van een penitentiair programma en is vervolgens per 1 januari 2015 in dienst getreden als controller. In september 2017 heeft de werkgever geconstateerd dat de administratie, waarvoor de werknemer verantwoordelijk was, ernstig was verwaarloosd. Er bleken verschillende boetes te zijn opgelegd door de belastingdienst, belastingen bleken niet te zijn betaald en post niet geopend. De werkgever vraagt nu ontbinding van de arbeidsovereenkomst, primair vanwege ernstige verwijtbaarheid en subsidiair op grond van een verstoorde arbeidsverhouding.

Beoordeling kantonrechter

De kantonrechter overweegt dat niet is komen vast te staan dat de werknemer zich schuldig heeft gemaakt aan frauduleuze handelingen, maar wel dat hij geen opening van zaken heeft gegeven aan de werkgever en/of zijn accountant over de achterstand, de dwangbevelen, de aanslagen van de belastingdienst, en zo meer. Door de achterstalligheden met de belastingdienst zo te laten oplopen als hij heeft gedaan en hierover geen openheid te geven richting de werkgever, heeft de werknemer zich zodanig verwijtbaar gedragen dat ontbinding op de e-grond gerechtvaardigd is. Aan de werknemer komt wel de transitievergoeding toe, nu zijn handelen niet ernstig verwijtbaar is en de werkgever ook heeft bijgedragen aan de situatie door niet tijdig adequate actie te ondernemen. Bovendien heeft de directeur zich onheus en denigrerend uitgelaten jegens de werknemer. De transitievergoeding wordt berekend over het bruto loon en over het gedeelte van het loon dat netto aan de werknemer is uitbetaald in verband met beslag dat op zijn loon was gelegd.

Rechtbank Overijssel, 28 november 2017, ECLI:NL:RBOVE:2017:4485(publicatiedatum 5 december 2017)

Opmerking achteraf

Zou er echt sprake zijn geweest van fraude, dan zou – uiteraard – geen transitievergoeding zijn toegekend. Als er geen sprake is geweest van fraude, dan lijkt toepassing van de d-grond (ongeschiktheid voor de functie) meer voor de hand liggen dan ontbinding wegens verwijtbaar handelen. De conclusie zou dan moeten zijn dat de werknemer ongeschikt is voor zijn functie. Verwijtbaarheid impliceert een mate van opzet en die is hier niet vastgesteld.

Thaise betaalt na factuurfraude op Nederlandse bankrekening: toepasselijk recht

De in Bangkok gevestigde [Ltd.] heeft een onverschuldigde betaling gedaan, na fraude door middel van e-mail. Het e-mailaccount van de (in Duitsland gevestigde) schuldeiser [D] was gehackt. Via e-mail werden onjuiste betaalgegevens aan [Ltd.] opgegeven, waarna [Ltd.] een factuur van [D] heeft betaald op de Nederlandse bankrekening van X, die in Nederland woonachtig is, in plaats van op de bankrekening van [D]. [Ltd.] vordert terugbetaling door X. De vraag is: welk recht is van toepassing?

De rechtbank overweegt als volgt. Nu X in Nederland woonachtig is, heeft de Nederlandse rechter rechtsmacht om van de zaak kennis te nemen op grond van artikel 4 lid 1 van de Verordening (EU) nr. 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (herschikking).

Aan de hand van Verordening Rome II moet worden bepaald naar welk recht de gestelde onverschuldigde betaling moet worden beoordeeld. Ingevolge artikel 10 lid 1 Rome II wordt de niet-contractuele verbintenis die voortvloeit uit ongerechtvaardigde verrijking, waaronder begrepen onverschuldigde betaling, en die tevens verband houdt met een bestaande, nauw met die ongerechtvaardigde verrijking samenhangende, betrekking tussen partijen, zoals een onrechtmatige daad, beheerst door het recht dat op die betrekking van toepassing is. Artikel 4 lid 1 Rome II houdt in dat, tenzij in de verordening anders is bepaald, het recht dat van toepassing is op een onrechtmatige daad het recht is van het land waar de schade zich voordoet, ongeacht in welk land de schadeveroorzakende gebeurtenis zich heeft voorgedaan en ongeacht in welke landen de indirecte gevolgen van die gebeurtenis zich voordoen.

Gezien de gang van zaken heeft Nederland te gelden als het land waar de schade zich voordoet. Immers, deze zaak betreft louter vermogensschade, die is geleden in Nederland en wel op het moment dat het onverschuldigd betaalde bedrag werd gestort op de bankrekening van X bij de ING Bank. De ING Bank is statutair gevestigd te Amsterdam. De uitzonderingen van artikel 4 lid 2 en 3 Rome II doen zich in dit geval niet voor. Nederlands recht is dus toepasselijk.

De vorderingen komen de rechtbank niet ongegrond of onrechtmatig voor. De rechtbank veroordeelt X tot (onder meer) voldoening aan [Ltd.] van € 68.011,03, vermeerderd met de wettelijke rente.

Rechtbank Den Haag 25 oktober 2017, ECLI:NL:RBDHA:2017:12398 (publicatie 2 november 2017)
Bron: SDU                  

nieuwe wet Acquisitiefraude

Acquisitiefraude aangepakt en strafbaar gesteld

Wet tot wijziging van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het tegengaan van acquisitiefraude door het doen van misleidende mededelingen jegens diegenen die handelen in de uitoefening van hun beroep, bedrijf of organisatie en wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de strafbaarstelling van acquisitiefraude.

Bij acquisitiefraude gaat het om ‘misleidende handelspraktijken tussen organisaties, waarbij bepaalde verkooptechnieken worden gebruikt gericht op het winnen van vertrouwen en het wekken van verwachtingen teneinde de ander te bewegen tot het aangaan van een overeenkomst, waarbij de tegenprestatie niet of nauwelijks naar behoren wordt geleverd.’ Het probleem van acquisitiefraude is al lange tijd bekend, maar lijkt steeds ernstigere vormen aan te nemen. Omdat de bewijsbaarheid van het strafbare karakter van acquisitiefraude binnen het huidige strafrechtelijke kader een probleem vormt, zijn de meeste ondernemers afhankelijk van het oordeel van de civiele rechter. Op dit moment komen drie rechtsmiddelen daadwerkelijk in aanmerking voor gedupeerde ondernemers: een vordering uit bedrog, dwaling en/of wanprestatie. Omdat het misleidende dan wel bedrieglijke karakter van acquisitie-fraude onder de huidige civielrechtelijke bepalingen echter moeilijk bewijsbaar blijkt, moet volgens de initiatiefnemers een aparte bepaling worden geformuleerd. De bewijslast moet hierbij – overeenkomstig artikel 6:193j lid 1 en 6:195 lid 1 van het BW – in dergelijke gevallen bij de acquisiteur worden gelegd, zodat gedupeerden eenvoudiger onder de overeenkomst uit kunnen komen. Met de in deze wet geïntroduceerde leden 2 en 3 van artikel 6:194 BW zullen acquisitiefraude, alsook overeenkomsten welke tot stand zijn gekomen als gevolg van dergelijke praktijken, voortaan te boek staan als onrechtmatig en kan door een gedupeerde ondernemer bij de rechter een vruchtbaar beroep worden gedaan op het niet rechtsgeldig zijn van een op dergelijke wijze tot stand gekomen contract. Daaruit voortvloeiend dient een gedupeerde ondernemer aldus van contractuele verplichtingen te kunnen worden ontheven alsmede schadeloos te kunnen worden gesteld. De rechter krijgt daarnaast de mogelijkheid de partij die de misleidende mededeling heeft gedaan te verbieden om voortaan dergelijke mededelingen te doen, en de acquisitiefraudeur te veroordelen tot rectificatie. Daartoe is artikel 6:196 van het BW aangepast.

De wet regelt voorts dat acquisitiefraude ook strafrechtelijk kan worden aangepakt. In het Tweede Boek van het Wetboek van Strafrecht wordt onder Titel XXV inzake bedrog een nieuw artikel ingevoegd dat acquisitiefraude strafbaar stelt. Bij amendement is daaraan toegevoegd dat acquisitiefraude bovendien een delict is waarvoor voorlopige hechtenis kan worden toegepast.

Source: Nederlands Juristenblad

Wetsvoorstel versterking positie curator

Het wetsvoorstel van minister Van der Steur (Veiligheid en Justitie) dat voorziet in een wettelijke taak voor de curator bij fraudesignalering, is bij de Tweede Kamer ingediend. In de praktijk stuit een faillissementscurator vaak als eerste op onregelmatigheden in de administratie of het ontbreken van goederen uit de boedel. Door hem meer ruimte te geven om in die gevallen actie te ondernemen, wordt de aanpak van faillissementsfraude effectiever.

Om zijn nieuwe taak goed uit te voeren moet de curator wel de nodige informatie krijgen van de failliete boedel. Daarom worden de bestaande informatie- en medewerkingsverplichtingen aangescherpt en verduidelijkt. Zo moet de curator bijvoorbeeld worden ingelicht over eventuele buitenlandse vermogensbestanddelen, zoals banktegoeden en onroerend goed, en moet hem medewerking worden verleend om daarover de beschikking te krijgen.

Ook worden curatoren straks verplicht mogelijke onregelmatigheden te melden bij de rechter-commissaris. Vervolgens kan er een melding of aangifte van de fraude volgen. De maatregel vloeit voort uit het wetgevingsprogramma herijking van het faillissementsrecht.

Verder schrijft de bewindsman in een voortgangsrapportage aan de Tweede Kamer dat het wetgevingsprogramma goed op schema ligt. Zo zijn de wetsvoorstellen strafbaarstelling faillissementsfraude en introductie civielrechtelijk bestuursverbod vorige maand met algemene stemmen aangenomen door de Tweede Kamer en is het wetsvoorstel continuïteit ondernemingen I (pre pack) ingediend.

In het najaar zal het wetsvoorstel continuïteit ondernemingen II (dwangakkoord) worden voorgelegd aan de Raad van State en zal het wetsvoorstel modernisering faillissementsprocedures in consultatie gaan. Tot slot meldt de minister dat de Europese faillissementsverordening over een betere afwikkeling van grensoverschrijdende faillissementen binnen de Unie nu formeel is aanvaard. Ook wordt onderzocht welke aanpassingen van onze wetgeving nodig zijn ter effectuering van de EU-insolventieverordening, die – uitzonderingen daargelaten – per 26 juni 2017 van toepassing zal zijn.

Bron: Rijksoverheid

Curator moet fraude verplicht melden

Binnenkort moeten curatoren onregelmatigheden bij bijvoorbeeld faillissementen melden. Het Openbaar Ministerie gaat actiever ondernemers vervolgen die kort voor een faillissement geld of goederen wegsluizen. Ook zullen zij hen vervolgen als zij weigeren de administratie over te dragen aan de curatoren. Die worden op hun beurt wettelijk verplicht om vermoedens van fraude te melden bij de rechter-commissaris. Zo worden zij de opsporingsambtenaar die zij niet willen zijn.

Bij zowel het Openbaar Ministerie in Rotterdam als het arrondissement Den Haag wordt fraude bij faillissementen succesvol aangepakt. Bij faillissementsfraude worden particulieren, collega-ondernemers, de Belastingdienst en het UWV benadeeld. Door te werken met een vast team van financieel rechercheurs willen ze in Rotterdam jaarlijks 20 zaken voor de rechter brengen. Ook landelijk komt er meer aandacht voor.

Vooralsnog melden curatoren zelden vermoedens van fraude. Ze zijn zich er van bewust dat er meestal weinig te halen valt in een strafzaak en willen geen opsporingsambtenaar zijn. Curatoren moeten voortaan gemakkelijker de nodige informatie krijgen van de failliete boedel, waardoor zij fraude ook sneller herkennen.

Bron: Profnews

hardere aanpak frauduleuze faillissementen

De mogelijkheden om via het strafrecht harder en effectiever op te treden tegen frauduleuze faillissementen worden verruimd. Dit blijkt uit een wetsvoorstel van minister Opstelten van Veiligheid en Justitie waarmee de ministerraad heeft ingestemd. Het wetsvoorstel is onderdeel van het wetgevingsprogramma Herijking Faillissementsrecht dat het faillissementsrecht grondig wil moderniseren om het ondernemersklimaat in Nederland gezond te houden.

De nieuwe regeling voorziet in een modernisering van de faillissementsdelicten in het Wetboek van Strafrecht. Deze modernisering vindt plaats in bijna alle bestaande strafbepalingen, met het oog op verbetering van de bruikbaarheid en verhoging van de effectiviteit. Ook worden enkele nieuwe strafbaarstellingen voorgesteld.

Fraudeurs ontspringen nu vaak de dans als de curator een lege boedel aantreft. Activa van de onderneming blijken voor het intreden van het faillissement al weggesluisd en er is opzettelijk geen administratie gevoerd. Dit maakt ‘terugrechercheren’ moeilijk. Om dit laakbare handelen, waarachter vaak ook andere fraude schuil gaat, beter te kunnen bestrijden komt er een aparte strafbaarstelling van overtreding van de administratieplicht bij faillissement met een maximum van twee jaar gevangenisstraf. Die strafbaarstelling biedt tevens een aanknopingspunt om de gang van zaken rond een faillissement te onderzoeken en eventuele fraudepraktijken bloot te leggen.

Verder stelt het kabinet voor frauduleus handelen strafbaar te stellen waardoor een onderneming in ernstige financiële problemen komt, zonder dat daadwerkelijk een faillissement is gevolgd. Dergelijk handelen wordt gestraft met twee jaar gevangenisstraf; is er sprake van persoonlijke verrijking, dan gaat de straf omhoog naar maximaal vier jaar gevangenisstraf. Dit maakt het ook mogelijk om met vroegtijdig strafrechtelijk ingrijpen een faillissement te voorkomen of in ieder geval de schade te beperken.

De ministerraad heeft ermee ingestemd het wetsvoorstel voor advies aan de Raad van State te zenden. De tekst van het wetsvoorstel en van het advies van de Raad van State worden openbaar bij indiening bij de Tweede Kamer.

Bron: Ministerie van Justitie             

Kabinet pakt malafide bestuurders aan

De rechter kan straks frauderende bestuurders een civiel bestuursverbod opleggen waarna zij maximaal vijf jaar geen rechtspersoon meer mogen besturen. Vereist is dat het laakbare gedrag zich heeft voorgedaan binnen drie jaar voorafgaand aan het faillissement van het bedrijf dat door de bestuurder werd geleid.

Dit blijkt uit een wetsvoorstel van minister Opstelten van Veiligheid en Justitie waarmee de ministerraad heeft ingestemd. De maatregel is gericht op een effectievere bestrijding van faillissementsfraude. Het kabinet wil verhinderen dat frauderende bestuurders hun activiteiten kunnen blijven voortzetten door hun fraudeleuze activiteiten te maskeren met een web van rechtspersonen of door steeds nieuwe ondernemingen op te richten en deze vervolgens failliet te laten gaan.

Een bestuurder moet ‘in ernstige mate’ tekort zijn geschoten in zijn verplichtingen. Daarvan is bijvoorbeeld sprake als vermogensbestanddelen vlak voor het faillissement zijn weggesluisd. Ook zou een bestuursverbod kunnen worden opgelegd wanneer een bestuurder in drie jaar tijd op een kwalijke manier bij drie of meer faillissementen betrokken is geweest.

Wordt een bestuursverbod opgelegd, dan kan de betrokkene bij geen enkele rechtspersoon aanblijven als bestuurder. Ook kan hij niet opnieuw als bestuurder of commissaris worden benoemd. Daarom komt er ook een register dat de notaris en de Kamer van Koophandel in staat stelt op eenvoudige wijze (online) na te gaan of een persoon die een onderneming wil oprichten of als bestuurder wil worden ingeschreven een bestuursverbod heeft. Is dat het geval, dan werken de notaris en de Kamer van Koophandel niet mee aan de oprichting van de onderneming of de inschrijving van de bestuurder.

De ministerraad heeft ermee ingestemd het wetsvoorstel voor advies naar de Raad van State te sturen. De tekst van het advies en van het wetsvoorstel worden openbaar bij indiening bij de Tweede Kamer.

Bron: Ministerie van Justitie

 

Stiekem voorproeven stokbroodje, punt appeltaart of appelflap van Albert Heijn genoeg reden ontslag

Stiekem voorproeven stokbroodje, punt appeltaart of appelflap van Albert Heijn genoeg reden ontslag

Fraude of diefstal lijkt misschien een zware term, maar wel duidelijk! In de winkel wordt gebruik gemaakt van camera’s. De werkgever heeft er op gewezen dat er arbeidsrechtelijke maatregelen getroffen zullen worden, indien werknemers zich niet aan één of meer van deze afspraken houden.

Een schriftelijke waarschuwing, het inhouden van salaris, of in geval van diefstal en fraude altijd ontslag op staande voet behoren tot deze maatregelen. De werkgever hanteert een zero-tolerance beleid ten aanzien van diefstal en/of fraude, al lijkt het vergrijp nog zo klein of is de waarde nog zo gering, altijd zal er een onherroepelijk ontslag op staande voet volgen. En dat strenger geworden beleid brak de werkneemster in deze zaak op.           

. . . lees verder op Internet

Frauderende ondernemer vijf jaar bestuursverbod

 Bestuursverbod voor frauderende ondernemer

Ondernemers die faillissementsfraude plegen, mogen straks maximaal vijf jaar geen bv, nv of andere rechtspersoon besturen. Een wetsvoorstel van minister Opstelten van Veiligheid en Justitie moet faillissementsfraude effectiever bestrijden en verhinderen dat frauduleuze bestuurders hun activiteiten via allerlei omwegen en met nieuwe ondernemingen ongehinderd kunnen voortzetten.

De maatregel zorgt ervoor dat zij maximaal vijf jaar geen rechtspersoon kunnen besturen. Het betreft alle rechtspersonen – verenigingen, stichtingen, NV’s, BV’s, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen. Veel bedrijven zijn in de vorm van een rechtspersoon opgericht. Rechters kunnen zo’n wettelijk bestuurdersverbod ook opleggen aan bestuurders onder wiens leiding binnen drie jaar drie bedrijven failliet gaan.

Een bestuurder moet ‘in ernstige mate’ tekort zijn geschoten in zijn verplichtingen, bijvoorbeeld als zaken vlak voor een faillissement zijn weggesluisd om schuldeisers te benadelen. Ook wil Opstelten het bestuursverbod kunnen opleggen als sprake is van kort op elkaar volgende faillissementen met dezelfde bestuurder. De grens ligt bij drie faillissementen in drie jaar, tenzij de bedrijven kopje onder zijn gegaan door een ongelukkige samenloop van omstandigheden zoals een betalingsweigering van een grote debiteur.

. . . lees verder op Internet