Onredelijke schuldeiser verplicht mee te werken aan redding bedrijf

Onredelijke schuldeiser verplicht mee te werken aan redding bedrijf

Minister Opstelten van Veiligheid en Justitie wil een sanering van schulden van een onderneming buiten faillissement mogelijk maken door crediteuren en aandeelhouders die hierbij onredelijk dwarsliggen, te dwingen mee te werken. Doel is de problematische schulden praktisch, snel en met zo min mogelijk kosten aan te pakken om het bedrijf van de ondergang te redden.

Dit blijkt uit een wetsvoorstel dat voor advies naar verschillende instanties is gestuurd. De regeling maakt deel uit van het wetgevingsprogramma “Herijking Faillissementsrecht” dat het reorganiserend vermogen van bedrijven bevordert, de bestrijding van faillissementsfraude versterkt en de faillissementsprocedure moderniseert. Met het wetgevingsprogramma wil de bewindsman vooral praktische oplossingen bieden voor concrete problemen, als steun in de rug voor het bedrijfsleven.

Een akkoord tussen de onderneming en haar schuldeisers en aandeelhouders kan straks de basis vormen voor de sanering van schulden. Schuldeisers stemmen er bijvoorbeeld mee in dat zij later worden terugbetaald of in plaats van terugbetaling aandelen ontvangen. Aandeelhouders gaan daarmee akkoord of werken mee aan de uitgifte van extra aandelen aan een verschaffer van nieuw kapitaal. De nieuwe regeling ziet niet op werknemers: hun positie in geval van veranderde bedrijfseconomische omstandigheden wordt geregeld in de Wet Werk en Zekerheid.

Omdat de rechter onredelijke schuldeisers en aandeelhouders nu niet kan dwingen mee te werken aan een akkoord, blijft er voor ondernemingen met financiële problemen vaak niets anders over dan een faillissement aan te vragen. Dat is onwenselijk want het leidt bijvoorbeeld tot hoge kosten voor crediteuren (zij krijgen vaak niets), scherpe daling van de bedrijfswaarde en verlies van arbeidsplaatsen. Dit verandert met het wetsvoorstel. Een ruime meerderheid van schuldeisers en aandeelhouders is straks voldoende om de schulden te saneren. Degenen die op onredelijke gronden tegen het akkoord blijven, krijgen van de rechter opdracht mee te werken. Dat geldt echter niet als zij op basis van het akkoord minder zouden krijgen dan bij een faillissement.

Het plan van Opstelten voorziet in een behoefte. Deskundigen uit de insolventieprakrijk vinden het bezwaarlijk dat 1 onwillige schuldeiser een akkoord kan frustreren. Zij zien het als een praktisch probleem en als een belangrijke oorzaak van het mislukken van de reorganisatie van op zichzelf economisch levensvatbare ondernemingen buiten faillissement.

VNO-NCW en MKB Nederland delen die mening. Zij hebben aangedrongen op een regeling die het mogelijk maakt weigerachtige schuldeisers en aandeelhouders tot medewerking te dwingen. Veel andere landen, bijvoorbeeld de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk, kennen al een succesvolle regeling.

Tot slot versterkt de bewindsman de positie van financiers die noodkrediet willen verschaffen. Voor de redding van een onderneming is vaak noodkrediet nodig, maar dat is niet zonder risico. Daarom willen geldschieters er graag voldoende zekerheid voor. Als de redding mislukt en de onderneming toch failliet gaat, komt het voor dat de curator ten gunste van de andere crediteuren een streep zet door de zekerheidsstelling. De verschaffer van het noodkrediet blijft dan met lege handen achter. Opstelten vindt dat onwenselijk omdat alle crediteuren ervan profiteren als de redding wel slaagt.  lees meer …

Vernieuwing faillisementsrecht ligt op schema

Het wetgevingsprogramma Herijking Faillissementsrecht vordert goed. Dit schrijft minister Opstelten in een brief aan de Tweede Kamer over de voortgang van dat programma. Doel is het ondernemersklimaat in Nederland gezond te houden door het reorganiserend vermogen van bedrijven te bevorderen en de bestrijding van faillissementsfraude te versterken. Ook wil hij de faillissementsprocedure moderniseren. Met de vernieuwing van het faillissementsrecht wil de bewindsman vooral praktische oplossingen bieden voor concrete problemen, als steun in de rug voor het bedrijfsleven.

Versterking reorganiserend vermogen van bedrijven

Afgelopen maand nog heeft Opstelten een wetsvoorstel naar de Raad van State gestuurd waarin wordt geregeld dat rechters al vóór een faillietverklaring op verzoek van een onderneming kunnen meedelen wie ze in het aanstaande faillissement zullen aanwijzen als curator. De ondernemer kan dan in relatieve rust en onder toeziend oog van de toekomstig curator het faillissement voorbereiden en de kansen op een doorstart van de onderneming vergroten. Deze werkwijze wordt ook wel aangeduid met de term pre-pack.

Verder gaat binnenkort een wetsvoorstel in consultatie dat ondernemingen die in financieel zwaar weer verkeren, helpt om met hun schuldeisers en aandeelhouders tot een akkoord te komen om hun schulden te herstructureren en terug te brengen tot beheersbare proporties. Met de regeling zullen onredelijk dwarsliggende schuldeisers en aandeelhouders kunnen worden gedwongen om aan zo’n herstructurering mee te werken. Daarmee kunnen onnodige faillissementen worden voorkomen.

Ook komt Opstelten nog dit najaar met een wetsvoorstel met maatregelen om de voortzetting van de onderneming tijdens faillissement te faciliteren. Doel is de curator de gelegenheid te geven het faillissement goed af te wikkelen en te voorkomen dat de waarde van de nog aanwezig activa volledig verdampt. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om een doorleveringsverplichting voor leveranciers van essentiële goederen en diensten.

Bestrijding van faillissementsfraude

Een ander belangrijk onderdeel van het wetgevingsprogramma is de versterkte bestrijding van faillissementsfraude. De bewindsman heeft 3 wetsvoorstellen gemaakt om laakbaar handelen bij of voorafgaand aan faillissementen steviger aan te pakken. Het betreft de introductie van het civielrechtelijk bestuursverbod, de mogelijkheden om via het strafrecht harder en effectiever op te treden tegen frauduleuze faillissementen, en de invoering van een fraudesignalerende taak voor curatoren.

Het wetsvoorstel dat het civielrechtelijk bestuursverbod introduceert, biedt de rechtbank de mogelijkheid om bestuurders of feitelijk leidinggevenden die zich tijdens of voorafgaand aan een faillissement schuldig maken aan wanbeleid voor maximaal 5 jaar een bestuursverbod op te leggen. Dit wetsvoorstel gaat voor het einde van het zomerreces naar de Tweede Kamer. Dat geldt ook voor de nieuwe regeling die het strafrechtelijk faillissementsrecht herziet. Het wetsvoorstel dat de positie van de curator versterkt, gaat na het zomer voor advies naar de Raad van State.

Modernisering

Tot slot is ook het wetsvoorstel modernisering faillissementsprocedures in voorbereiding. Doel is in de faillissementsprocedure meer gebruik te kunnen maken van het elektronisch berichtenverkeer en het internet. Ook wil Opstelten de kennisopbouw van het faillissementsrecht bij de rechterlijke macht stimuleren door een gespecialiseerde insolventierechter aan te stellen. Deze insolventierechter krijgt bovendien meer mogelijkheden om maatwerk te leveren bij de afwikkeling van faillissementen. Verder schrijft de minister dat Nederland met het wetgevingsprogramma Herijking faillissementsrecht goed aansluit bij Europese ontwikkelingen, bijvoorbeeld de herziening van de EU-insolventie verordening. lees meer …

Documenten en publicaties

Bron: Ministerie van Justitie

Incasso en Conservatoir beslag

Incasso van een vordering is soms letterlijk een langdurig proces. Om een debiteur tot betalen te dwingen moet de schuldeiser eerst een advocaat of deurwaarder inschakelen. Gaat de debiteur ook na sommatie niet over tot betalen, dan zal een betaling moeten worden afgedwongen door een vonnis.

Om een vonnis te krijgen moet er toch een hele procedure worden doorlopen. Een dagvaarding moet worden opgesteld, termijnen in acht genomen, en de doorlooptijden bij rechtbanken zijn lang.

In de tussentijd is de debiteur soms al vertrokken, failliet, of heeft al zijn vermogen gespendeerd. Conservatoir beslag biedt echter mogelijkheden.

Een crediteur kan echter al voordat er wordt geprocedeerd, of zelf voordat is gesommeerd, beslag leggen op goederen van de debiteur. Dit noemt men een conservatoir (bewarend) beslag. Dit geeft de eiser zekerheid dat de debiteur ook na een lange periode nog verhaal biedt voor zijn vordering. Lees hier verder ……

Hoger beroep of verzet bij faillissement

Faillissement en Hoger Beroep of verzet

Voor elke ondernemer betekent het faillissement meestal het einde van de onderneming. Een faillissementsdreiging wordt veel gebruikt voor incasso van vorderingen, maar ook is een ondernemer onder omstandigheden verplicht om zelf tijdig het faillissement aan te vragen. De onderstaande situaties gaan alleen uit van een faillissement dat niet is aangevraagd door de ondernemer zelf.

Een voorwaarde voor het failliet is dat de schuldenaar is opgehouden te betalen. Ook moet er meer dan één schuldeisers zijn (pluraliteit van schuldeisers). De aanvrager zal naast zijn eigen vordering tenminste één andere vordering moeten aanvoeren. Lees hier meer …..

hardere aanpak frauduleuze faillissementen

De mogelijkheden om via het strafrecht harder en effectiever op te treden tegen frauduleuze faillissementen worden verruimd. Dit blijkt uit een wetsvoorstel van minister Opstelten van Veiligheid en Justitie waarmee de ministerraad heeft ingestemd. Het wetsvoorstel is onderdeel van het wetgevingsprogramma Herijking Faillissementsrecht dat het faillissementsrecht grondig wil moderniseren om het ondernemersklimaat in Nederland gezond te houden.

De nieuwe regeling voorziet in een modernisering van de faillissementsdelicten in het Wetboek van Strafrecht. Deze modernisering vindt plaats in bijna alle bestaande strafbepalingen, met het oog op verbetering van de bruikbaarheid en verhoging van de effectiviteit. Ook worden enkele nieuwe strafbaarstellingen voorgesteld.

Fraudeurs ontspringen nu vaak de dans als de curator een lege boedel aantreft. Activa van de onderneming blijken voor het intreden van het faillissement al weggesluisd en er is opzettelijk geen administratie gevoerd. Dit maakt ‘terugrechercheren’ moeilijk. Om dit laakbare handelen, waarachter vaak ook andere fraude schuil gaat, beter te kunnen bestrijden komt er een aparte strafbaarstelling van overtreding van de administratieplicht bij faillissement met een maximum van twee jaar gevangenisstraf. Die strafbaarstelling biedt tevens een aanknopingspunt om de gang van zaken rond een faillissement te onderzoeken en eventuele fraudepraktijken bloot te leggen.

Verder stelt het kabinet voor frauduleus handelen strafbaar te stellen waardoor een onderneming in ernstige financiële problemen komt, zonder dat daadwerkelijk een faillissement is gevolgd. Dergelijk handelen wordt gestraft met twee jaar gevangenisstraf; is er sprake van persoonlijke verrijking, dan gaat de straf omhoog naar maximaal vier jaar gevangenisstraf. Dit maakt het ook mogelijk om met vroegtijdig strafrechtelijk ingrijpen een faillissement te voorkomen of in ieder geval de schade te beperken.

De ministerraad heeft ermee ingestemd het wetsvoorstel voor advies aan de Raad van State te zenden. De tekst van het wetsvoorstel en van het advies van de Raad van State worden openbaar bij indiening bij de Tweede Kamer.

Bron: Ministerie van Justitie             

De eenzijdige beëindiging van een betalingsregeling

De eenzijdige beëindiging van een betalingsregeling

Schuldeisers sluiten vaak een betalingsregeling met hun debiteur – Een betalingsregeling is een gewone overeenkomst, die beide partijen dienen na te komen en niet kan worden opgezegd zolang de debiteur aan zijn betalingsverplichting voldoet.

Zolang dus de debiteur de regeling nakomt en trouw betaald kan de schuldeiser geen snellere afbetaling vragen of ineens de gehele vordering opeisen. Of toch wel?

Stel dat u met uw debiteur, die in financiële moeilijkheden zit een betalingsregeling afspreekt van EU 1000,- euro per maand, omdat het inkomen onvoldoende is. De schuld is dan niet meer ineens opeisbaar zolang de debiteur deze nakomt.
Maar stel dat uw debiteur inmiddels zijn inkomen weer heeft verdubbeld, bent u dan nog gebonden aan deze regeling?

Volgens het Hof Amsterdam niet: Onder omstandigheden kan worden geoordeeld dat van de schuldeiser in redelijkheid niet kan worden verlangd dat deze met de ongewijzigde betalingsregeling genoegen blijft nemen.
Zo`n omstandigheid doet zich voor indien de financiële situatie van de schuldenaar na de totstandkoming van de betalingsregeling sterk is verbeterd.

Het Hof Amsterdam oordeelde in een uitspraak in 2013 dat de schuldeiser in het desbetreffende geval aanpassing van de betalingsregeling kon verlangen. De oude regeling was een schuld van EUR 18.000,-. met EUR 50,- per maand. Meer kon deze schuldeiser niet missen. Na enige tijd stond de debiteur er financieel beter voor en de schuldeiser om meer aflossing. De schuldenaar beriep zich echter op de betalingsregeling.

Het Hof oordeelde:
“Gezien de hoogte van de overeengekomen afbetalingstermijnen enerzijds en de nog verschuldigde hoofdsom anderzijds, was totale aflossing van de schuld niet binnen afzienbare tijd te verwachten. De financiële positie van klager was voorts aanzienlijk verbeterd. Klager heeft ook niet betwist dat hij tot hogere aflossingen in staat was. ”
Lees hier de uitspraak van het Hof

Op grond daarvan vond het Hof het geoorloofd dat een gewijzigde, snelere betaling, van de debiteur kon worden gevergd. Voor schuldeisers is het, afgezien van deze uitspraak, natuurlijk belangrijk om altijd in de betalingsregeling overeen te komen dat de regeling kan worden herzien (herzieningsclausule), indien de financiële situatie van de debiteur wijzigt.

– De Appvocaat: rechtshulp zonder advocaat

De Appvocaat: rechtshulp zonder advocaat

Stel, u bent al enige tijd verwikkeld in een juridisch geschil met uw buren. Zij halen u het bloed onder uw nagels vandaan en u bent het zat. U wilt graag een oplossing voor dit probleem, maar een advocaat in de arm nemen vindt u een stap te ver. Hoewel het voor u misschien ondenkbaar lijkt, is niet voor ieder juridisch probleem de hulp van een advocaat nodig. Veel juridische vraagstukken kunt u, met behulp van de juiste organisatie of instantie en met goede informatie, zelf oplossen. De Appvocaat is een app speciaal gemaakt voor dit soort gevallen. Deze app biedt u de mogelijkheid om zonder dure rechtshulp een oplossing te vinden voor uw juridische probleem of geschil. Lees meer ….

rechtshulp voor Nederlandse expats | Advocaten.nl

Woont u in het buitenland en zoekt u een advocaat in Nederland?

Zit u permanent of voor langere tijd in het buitenland, en hebt u in Nederland een advocaat nodig? Advocaten.nl maakt het mogelijk. Via het formulier meldt u zich eenvoudig aan voor advies, rechtsbijstand of procesondersteuning. Alle diensten worden verleend door een advocaat. Door middel van een protocol verifiëren wij uw identiteit, en kunnen wij u vertegenwoordigen, ook indien u niet in staat bent om naar Nederland te reizen en ons te bezoeken.
Communicatie wordt gevoerd via email, skype, fax of telefoon en op elk moment van de dag.
Lees meer …

via rechtshulp voor Nederlandse expats | Advocaten.nl.