Nieuwsblog Advocaten.nl

Kleine bedrijven mogen meer samenwerken

Kleine ondernemers krijgen straks meer ruimte om onder andere prijsafspraken te maken. Zo kunnen zij beter de concurrentie met grote bedrijven aangaan. Nu mogen ondernemers alleen afspraken over hun prijs maken als ze samen niet meer dan 5% marktaandeel hebben en niet meer dan 40 miljoen euro omzet. De eis voor het marktaandeel wordt verruimd naar 10% en de omzetgrens verdwijnt.

De verruiming geldt alleen wanneer dit de handel met andere EU-landen niet beïnvloedt.

. . . lees verder op Internet

Het arbeidsrecht in het Lenteakkoord

Onder het huidige recht kunnen werkgevers, wanneer zij eenzijdig van de werknemer af willen en daarvoor geen dringende reden bestaat, bij een ontslag kiezen uit twee opties. De eerste is een ontslagvergunning aanvragen bij het UWV-WERKbedrijf. Na verkregen vergunning komt de arbeidsovereenkomst door opzegging tot een einde. De tweede is ontbinding van de arbeidsovereenkomst door de rechter. Dit kan verzocht worden bij de sector kanton van de rechtbank.

Beide procedures nemen gemiddeld zes weken in beslag. Na verkregen ontslagvergunning heeft het UWV-WERKbedrijf geen bevoegdheid om een vergoeding toe te kennen. De kantonrechter heeft die bevoegdheid wel. Anderzijds kan een werknemer tegen een ontbindingsbeschikking niet in hoger beroep, terwijl de werknemer na een ontslag met een ontslagvergunning nog in 3 instanties kan procederen over de eventuele kennelijke onredelijkheid van dat ontslag.

Zzp’ers gelijke bescherming tegen arbeidsrisico’s als “gewone” werknemers

Zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers) die op dezelfde arbeidsplaats als andere werkenden zoals ‘gewone’ werknemers werken, genieten voortaan hetzelfde beschermingsniveau van veilig en gezond werken als werknemers in loondienst. Hierdoor worden bijvoorbeeld maatregelen op de bouwplaats om lichamelijke belasting te verminderen voor zzp’ers en werknemers gelijk. Het besluit is vanaf 1 juli 2012 van kracht.

Ook het werken in een internetcafé of een andere plek dan bij de werkgever of thuis, wordt voortaan gemakkelijker. De Arboregels voor dit zogenoemde plaatsonafhankelijke werken worden verlicht. De soepeler eisen golden al bij de werknemer thuis, maar gelden nu ook voor het werken op andere plekken buiten het bedrijf, zoals bijvoorbeeld in een (internet)café of bij een klant. Zo is de werkgever bijvoorbeeld niet meer verantwoordelijk dat de afzuiging werkt in de trein waarin de werknemer zijn werk verricht. Dit betekent minder kosten, minder administratieve lasten en minder regels voor werkgevers.

. . . lees verder op Internet

Nieuwe regels schuldhulpverlening WSNP

Gemeenten passen vanaf eind 2012 strengere regels toe bij de schuldhulpverlening. Wie naast schulden ook gedragsproblemen kent, moet daar eerst aan werken om überhaupt voor schuldhulp in aanmerking te komen. Talloze mensen met schulden zien daardoor de weg geblokkeerd om na 3 jaar schuldenvrij te zijn.

In de praktijk zullen de gemeenten door middel van een speciaal vragenformulier en een persoonlijk onderhoud achterliggende probleemvelden proberen te achterhalen. Is er bijvoorbeeld sprake van een verslaving, een relatieprobleem of sociale omstandigheden die de aanpak van het schuldenprobleem in de weg staan, dan wordt eerst andere hulp aangeboden. Men kan daarbij denken aan:

  •     maatschappelijk werk;
  •     psychologische hulp;
  •     vormen van budgetbeheer.

Zodra er weer sprake is van een stabiele situatie, kan de aanvrager alsnog voor schuldhulpverlening in aanmerking komen.

Lees verder op internet

Incassokosten per 1 juli aan banden

De Eerste Kamer deed recent het wetsvoorstel Normering buitengerechtelijke incassokosten af als hamerstuk. Daarmee komt per 1 juli een wettelijk maximum aan de incassokosten die bedrijven in rekening mogen brengen.

De wet beschermt zowel consumenten als bedrijven tegen buitensporig hoge incassokosten. Bij rekeningen onder de 2.500 euro mag ten hoogste 15 procent van dat bedrag aan vorderingskosten worden gerekend, met een minimum van 40 euro. Over de volgende 2.500 euro bedraagt de vergoeding maximaal 10 procent. Dit daalt verder naar 5 procent over de volgende 5.000 euro en tot 1 procent daarboven.

. . . lees verder op Internet

concurrentiebeding deels geschorst

De kantonrechter in Amsterdam boog zich onlangs over een concurrentiebeding van een medewerker Personeelszaken en oordeelde dat het beding onredelijk zwaar was. Het concurrentiebeding wordt deels geschorst, maar de werknemer blijft gebonden aan zijn geheimhoudingsplicht.

Een medewerker bij Personeelszaken is in drie jaar opgeklommen tot de functie van seniorconsultant. Hij zit in zijn organisatie nu al aan zijn top. Hij kijkt uit naar een andere baan en kan aan de slag bij een concurrent van zijn werkgever, die ook nog eens een beter salaris biedt. Alleen: volgens het concurrentiebeding dat hij bij indiensttreding heeft getekend, mag hij gedurende twaalf maanden na zijn vertrek geen activiteiten uitoefenen die concurreren met zijn werkgever. Bovendien mag hij geen contact leggen met relaties van zijn vroegere baas en heeft hij een geheimhoudingsplicht over de werkzaamheden, klanten en collega’s daar.

. . . lees verder op Internet

augustus 2012

Wetswijzigingen incassokosten en betalingstermijnen

Vanaf 1 juli geldt een maximum aan de vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten en gaat de wettelijke rente voor niet-handelstransacties omlaag. Vanaf 1 januari 2013 worden betalingstermijnen wettelijk vastgelegd.

De vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten wordt per 1 juli berekend als percentage van het bedrag dat uw schuldenaar aan u als schuldeiser verschuldigd is. Hoe hoger de vordering, hoe lager het percentage. Er geldt een minimumbedrag van 40 euro en een maximumbedrag van 6.775 euro. De incassokosten voor een bedrijf zijn niet hoger dan wettelijk is vastgelegd, tenzij bedrijven met elkaar hogere incassokosten afspreken.

De wettelijke rente voor niet-handelstransacties gaat omlaag van 4% naar 3%. Als het nodig is, wordt het percentage van de wettelijke rente ieder half jaar aangepast. Dit gebeurt per 1 januari en per 1 juli.

. . . lees verder op Internet
augustus 2012

Ontslagrecht vereenvoudigd

Het kabinet is akkoord gegaan met voorstellen van minister Kamp van Sociale Zaken en Werkgelegenheid om de arbeidsmarkt te hervormen. Werkgevers kunnen straks werknemers zonder voorafgaande toets ontslaan, maar betalen wel de eerste periode van werkloosheid. Werknemers krijgen bij ontslag een financiële vergoeding die ingezet moet worden voor scholing of voor het vinden van een nieuwe baan.

Er komt één route voor het ontslaan van werknemers. Het huidige stelsel kent twee verschillende ontslagroutes, via het UWV of via de rechter; het is daarmee nodeloos ingewikkeld en kan in gelijke situaties leiden tot ongelijke uitkomsten. Straks mag een werkgever een werknemer ontslaan zonder toetsing vooraf. De opzegtermijn van werkgevers en werknemers om een contract te kunnen beëindigen, wordt voortaan twee maanden voor iedereen.

De werkgever moet het ontslag wel goed motiveren. Ook moet een hoorprocedure worden gevolgd waarbij de werkgever het ontslag aankondigt en de werknemer hierop kan reageren. Is de werknemer het niet eens met het ontslag, dan kan hij of zij naar de rechter stappen. Het kabinet gaat er daarbij vanuit dat werkgevers en werknemers zich in ieders belang inspannen om de hoorprocedure zo zorgvuldig te voeren dat een onnodige gang naar de rechter wordt voorkomen.

. . . lees verder op Internet

juni 2012

Zorgplicht van bank bij uitwinning van zekerheden

Bedrijfskrediet pleegt door een bank te worden verstrekt onder de verplichting van de geldlener om zekerheden te verstrekken. Komt het tot uitwinning van de zekerheden, omdat de geldlener niet aan diens (terug)betalingsverplichting voldoet, dan doet zich de vraag voor welke spelregels daarbij gelden. Dit is met name relevant indien niet alleen de positie van de geldlener in het geding is, maar ook de positie van andere belanghebbenden, zoals een borgverstrekker, andere zekerheidsgerechtigde of beslaglegger.

De volgende zaak deed zich voor. De onderneming had voor een verkregen bankkrediet van 1 miljoen euro pandrecht op haar debiteurenportefeuille verstrekt. De onderneming had bij een andere financier nog eens een bedrag geleend van 400 duizend euro. Zij had daarvoor een tweede pandrecht op dezelfde debiteurenportefeuille verstrekt. De onderneming ging failliet. Per faillissementsdatum was de schuld aan de bank 900 duizend euro en aan de andere financier nog steeds 400 duizend euro. De debiteurenportefeuille bedraagt ca. 1,5 miljoen euro. De bank besloot de debiteurenportefeuille zelf uit te winnen. Uiteindelijk incasseerde de bank slechts een bedrag van 500 duizend euro. De rest van de vorderingen werd als oninbaar beschouwd. Voor de andere financier bleef niets over. De andere financier vroeg de bank om een toelichting, maar de bank achtte zich niet verplicht om zich jegens deze andere financier te verantwoorden. Volgens de bank bestaat er geen (contractuele) verplichting op grond waarvan de bank gehouden is zo’n verantwoording af te leggen.

Administratiekosten bij verkeersboetes niet in strijd met de wet

Het in rekening brengen van administratiekosten bij de inning van verkeersboetes is niet in strijd met de regelgeving, zo oordeelde het gerechtshof te Leeuwarden medio juni.

Een kantonrechter van de rechtbank Amsterdam oordeelde in februari van dit jaar anders. Volgens de kantonrechter was het in rekening brengen van administratiekosten in strijd met het uitgangspunt dat de kosten van het opleggen van straffen ten laste van de Staat komen. De officier van justitie kon zich niet verenigen met de uitspraak van de Amsterdamse kantonrechter en stelde hoger beroep in bij het gerechtshof te Leeuwarden.

Het gerechtshof heeft vastgesteld dat het in rekening brengen van administratiekosten bij het opleggen van een administratieve sanctie op een deugdelijke wettelijke grondslag rust. Het is aan de wetgever om te bepalen of de kosten van de inning van verkeersboetes bij de overtreders in rekening worden gebracht. Het in rekening brengen van administratiekosten is niet in strijd met internationale regelgeving.