Al na paar maanden reparatie WW

De ongewenste effecten van de recent vernieuwde regels voor de ww worden gerepareerd.

Vandaag stuurt minister Asscher een brief hierover aan de Tweede Kamer. Hoe een en ander er precies komt uit te zien wordt pas later dit jaar duidelijk bij de behandeling van zijn begroting, maar hij neemt nu voor het eerst stelling door aan te kondigen dat hij het over een andere boeg zal gooien.

Fors lagere WW

Per 1 juli is de manier waarop een werkloosheidsuitkering wordt berekend veranderd. Voor mensen die minder dan een jaar hebben gewerkt kan die fors lager uitvallen. Met name herintreders, starters en flexwerkers worden hierdoor getroffen.

Tot 1 juli werd de hoogte van de WW-uitkering berekend door het verdiende loon te delen door het daadwerkelijk aantal gewerkte dagen. Sinds 1 juli wordt de uitkering echter standaard berekend door het loon te delen door het totale aantal werkdagen per jaar (261). Gevolg is dat mensen die niet het hele jaar hebben gewerkt een lagere uitkering krijgen. Een half jaar werken, betekent dus een halvering van de WW.

Het ministerie van Sociale Zaken stelt dat hierdoor ongeveer 15.000 uitkeringsgerechtigden getroffen worden. Volgens Asscher „lijken de effecten groter dan eerder voorzien”. De PvdA-bewindsman schrijft de Kamer dat hij met sociale partners overlegt over aanpassing. Ook kijkt hij met uitvoeringsinstantie UWV naar de uitvoerbaarheid van mogelijke alternatieven.

Onbedoelde effecten

Tegelijkertijd wil Asscher ook nog andere onbedoelde effecten repareren. Problemen waren er als oude en nieuwe WW-rechten door elkaar heen lopen. Dit gebeurt bijvoorbeeld als iemand een WW-uitkering had op basis van de oude regels, weer aan de slag ging maar opnieuw werkloos is geraakt.

Het UWV keerde op basis van de nieuwe ongunstigere situatie uit, maar volgens Asscher wordt dat nu teruggedraaid. Tot juli volgend jaar mag in dit soort gevallen op basis van de oude WW-regeling worden uitgekeerd. Ook voor mensen die na een tijd in de ziektewet in de WW terecht komen, geldt dat zij een gunstigere uitkering zullen ontvangen.

Bron: De Telegraaf

Meer banen voor arbeidsgehandicapten

In twee jaar zijn er bijna 11.000 banen bijgekomen voor mensen die door een beperking niet in staat zijn het minimumloon te verdienen. Binnen het bedrijfsleven kwamen er ruim 9000 van deze banen bij, de rest van dit extra werk voor arbeidsgehandicapten ontstond bij de overheid.

Dat blijkt uit cijfers die staatssecretaris Jetta Klijnsma (Sociale Zaken) zaterdag bekend heeft gemaakt. De afspraak is dat er de komende elf jaar 125.000 extra banen komen voor mensen met een arbeidshandicap: 100.000 in het bedrijfsleven en 25.000 bij de overheid.

Eind dit jaar moet het bedrijfsleven al een begin hebben gemaakt met de uitvoering van deze afspraak door 6000 extra banen te hebben voor mensen die zich door een ziekte of handicap moeilijk kunnen redden op de arbeidsmarkt. Met de 9.224 banen die er al bij zijn gekomen, liggen de werkgevers dus voor op schema. Bij de overheid stond de teller eind 2014 op 1508, dit moeten er dit jaar 3000 worden.

Jonggehandicapten en mensen die op de wachtlijst staan van een sociale werkplaats komen als eerste in aanmerking voor deze banen. Deze opzet lijkt te lukken, stelt Klijnsma vast, want bij deze nieuwe banen gaat het vaak om mensen die op de wachtlijst stonden van een sociale werkplaats. Zij worden gedetacheerd bij een gewoon bedrijf. Met deze tussenstand spreekt Klijnsma van ,,een zeer bemoedigend begin”.

Vanaf 2017 hangt bedrijven die niet genoeg arbeidsgehandicapten in dienst nemen een boete boven het hoofd van 5000 euro per niet-ingevulde werkplek.

De PvdA is tevreden met de tussenstand. ,,Goed om te zien dat meer mensen met een beperking een plek hebben gekregen als collega tussen de collega’s. Zo hoort het. Dat maatschappelijk verantwoord ondernemen meer is dan Max Havekaarkoffie schenken, dringt steeds meer door. Overigens moet de overheid zelf wel een tandje bijzetten”, laat PvdA-Kamerlid John Kerstens weten.

Bron: P&O Actueel

verplichte melding Autoriteit Persoonsgegevens bij datalek

Volgens de Wet bescherming persoonsgegevens zijn bedrijven vanaf 1 januari 2016 verplicht de Autoriteit Persoonsgegevens in te lichten als gegevens op straat komen te liggen.

De oorzaken van een datalek bij een Nederlandse organisatie zijn vaak onbenullig, maar de gevolgen zijn vrijwel altijd groot. Met een nieuwe wet wil de regering Nederlandse bedrijven dwingen hun gegevens beter te beveiligen en betrokkenen sneller op de hoogte stellen als er gegevens uitlekken.

Mocht een bedrijf dit verzuimen, dan riskeren ze een boete tussen de 4.500 en 450.000 euro. Deze meldplicht is hard nodig, vindt Gert-Jan Zwenne, hoogleraar recht en informatiemaatschappij aan de Universiteit Leiden. Hij vertelt dat het Nederlandse bedrijfsleven elk jaar honderden miljoenen euro`s verliest door datalekken.

Richard Franken is directeur bij bedrijfsrecherchebureau Hoffmann en verbaast zich over de naïviteit bij bedrijven. Hij noemt het gebrek aan aandacht voor het gevaar van datalekken `een collectief negeren`. Mocht het onverhoopt misgaan, dan is het zaak snel te handelen, zegt Zwenne. `Het eerste wat je moet doen, is de schade beperken. Pas als je het lek hebt weten te dichten, ga je nadenken over hoe je dit gaat communiceren.`

Bron: Profnews

Kamer stemt in met Omgevingswet

Vanaf 2018 vervangt één nieuwe wet 26 huidige wetten over de leefomgeving. De Tweede Kamer stemde woensdag namelijk in met de Omgevingswet.

De nieuwe wet zet een streep door complexe, langdurige en versnipperde regelgeving. De herziening leidt tot meer keuzevrijheid, kortere procedures en slechts één vergunning, bijvoorbeeld voor gewijzigde bestemmingsplannen en bouwplannen. De wet bundelt vijfduizend wetsartikelen en honderden regels voor ruimte, wonen, infrastructuur, milieu, natuur en water.

De Omgevingswet is een van de paradepaardjes van minister Melanie Schultz van Haegen van Infrastructuur en Milieu. Volgens haar is de totstandkoming ervan de grootste wetgevingsoperatie sinds de Tweede Wereldoorlog.

Het kabinet stemde in juli 2013 in met het wetsvoorstel. Na een adviesronde door de Raad van State en de nodige aanpassingen daarna, stuurde minister Schultz het voorstel in juni 2014 naar de Tweede Kamer. Nu de Kamer akkoord gaat, wil de bewindsvrouw snel beginnen met implementatie.

Bestuursakkoord

Daartoe heeft het Rijk al overeenstemming bereikt met de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG), het Interprovinciaal Overleg (IPO) en de Unie van Waterschappen. Dat bestuursakkoord hebben de vier vandaag ondertekend. Ook het online omgevingsloket staat in de steigers. Daarin komt vanaf 2017 alle centrale en decentrale regelgeving. Vanaf 2018 moet alles operationeel zijn.

fd.nl

AOW-leeftijd versneld omhoog

Een ruime meerderheid in de Eerste Kamer heeft ingestemd met het voorstel van staatssecretaris Klijnsma om de AOW-leeftijd versneld te verhogen. De AOW leeftijd gaat vanaf 2016 naar 66 jaar in 2018 en 67 jaar in 2021. Dit voorstel was al aangekondigd in het regeerakkoord.
De AOW-leeftijd wordt nu vanaf 2016 in stappen van 3 maanden verhoogd en vanaf 2018 in stappen van 4 maanden. Vanaf 2022 wordt de AOW-leeftijd gekoppeld aan de levensverwachting. De verhoging vindt plaats volgens onderstaand tijdspad.

Wetgeving frustreert ZZP’er

Zolang de overheid de administratieve lastendruk en complexe wetgeving voor werkgevers niet aanpakt, blijven bedrijven terughoudend met nieuw personeel. De complexiteit van werkgeverschap is ook voor ZZP’ers een doorn in het oog. Ruim 42 procent van de zelfstandigen overweegt namelijk alsnog mensen in dienst te nemen, als de overheid het werkgeverschap vereenvoudigt. Omdat er bijna 1 miljoen éénpitters in Nederland actief zijn, blijft nu een goede kans voor aanzienlijke banengroei onbenut.

Dat blijkt uit een onderzoek van Please Payrolling onder 532 ondernemers, uitgevoerd door MKB-platform BC.nl. Doel van het onderzoek was in kaart te brengen wat volgens bedrijven de grootste uitdagingen zijn van het werkgeverschap.

Bij te benen
De steeds veranderende wetgeving blijkt voor veel (kleine) ondernemers zonder specialist in dienst, moeilijk om bij te benen. De voor werkgevers belangrijke wijzigingen rond de Wet werk en zekerheid (WWZ) blijken bij veel respondenten niet bekend. Maar liefst 57 procent geeft aan de wet wel bij naam te kennen, maar dat de precieze inhoud onbekend is. Bijna 8 procent heeft zelfs nog nooit van de WWZ gehoord. In deze wet is onder meer het nieuwe ontslagrecht geregeld. Het eerste deel van de wet werd 1 januari 2015 van kracht. Deel twee volgt al 1 juli aanstaande.

Eénpitters
Door het enorme aantal éénpitters zonder personeel, heeft deze groep ondernemers veel invloed op de arbeidsmarkt. Ze vormen door hun flexibiliteit vaak een interessant alternatief voor mensen met een vast dienstverband. Bijvoorbeeld als flexibele schil die bedrijven kunnen afstemmen op de economische conjunctuur.

Erg opvallend is vooral dat ruim 42 procent van de zelfstandigen overweegt alsnog werkgever te worden, als de overheid de wetgeving en personeelsadministratie voor kleine ondernemers makkelijker maakt. Indien een deel van deze zelfstandigen daadwerkelijk personeel in dienst neemt, zou dat de werkgelegenheid een aanzienlijke impuls geven. Met tienduizenden en uiteindelijk misschien wel honderdduizenden nieuwe banen als resultaat.

Bron: De Ondernemer

Wet Aanpak Schijnconstructies aangenomen

De Wet Aanpak Schijnconstructies is unaniem aangenomen door de Eerste Kamer. In maart stemde de Tweede Kamer al unaniem in met het wetsvoorstel van minister Asscher (Sociale Zaken en Werkgelegenheid).

De meeste onderdelen van de wet gaan in per 1 juli 2015. Enkele onderdelen worden uitgesteld tot 1 januari 2016, zoals het verbod op inhoudingen op en verrekeningen met het wettelijk minimumloon, de verplichte girale betaling van tenminste het minimumloon en de specificatie van de onkostenvergoedingen op de loonstrook. Deze laatste maatregelen worden genomen zodat er beter gecontroleerd kan worden of het minimumloon daadwerkelijk wordt uitbetaald.

Vanaf 1 juli 2015 moeten werkgevers en opdrachtgevers het cao-loon betalen. De Inspectie SZW gaat bekendmaken welke bedrijven zijn gecontroleerd en werkgevers- en werknemersorganisaties en de Inspectie zullen informatie uitwisselen als zij vermoeden dat er geen cao-loon wordt uitbetaald.

De wet is bedoeld om uitbuiting van buitenlandse medewerkers, die vooral uit Midden- en Oost-Europa komen, aan te pakken. Deze mensen spreken de Nederlandse taal vaak niet goed en zijn niet op de hoogte van regels in Nederland. Daardoor zijn ze afhankelijk van wat opdrachtgevers hen vertellen.

Asscher wil niet alleen in Nederland, maar in heel Europa schijnconstructies aanpakken. Wanneer Nederland Europees voorzitter is in 2016 is het dan ook een van de prioriteiten van het kabinet om in te zetten op ‘decent work’.

Bron: P&O Actueel

Vrijstelling griffierecht bij onvoldoende draagkracht

Vrijstelling griffierecht bij onvoldoende draagkracht

De Centrale Raad van Beroep (CRvB) besliste in haar uitspraak van 13 februari 2015 dat bij onvoldoende financiële draagkracht in het bestuursrecht vrijstelling van griffierecht kan worden verleend. Zou dit niet kunnen, dan zou de toegang tot de rechter belemmerd worden. De CRvB heeft beslist welke criteria gelden. Deze criteria kunnen worden gehanteerd bij toekomstige beroepen op betalingsonmacht bij griffierecht.

De CRvB is de hoogste rechter op het gebied van het sociale bestuursrecht, het burgerlijke en militaire ambtenarenrecht en delen van het pensioenrecht. De uitspraak van 13 februari 2015 is gedaan door een zogenoemde grote kamer die bestond uit de president en een senior raadsheer van de Centrale Raad van Beroep, de voorzitter en een staatsraad van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State en de president van het College van Beroep voor het bedrijfsleven.

De rechtzoekende moet aannemelijk maken dat zijn maandelijkse netto-inkomen minder bedraagt dan 90% van de voor een alleenstaande geldende (maximale) bijstandsnorm en dat hij ook niet beschikt over vermogen waaruit het griffierecht kan worden betaald. Hierbij is de gezinssamenstelling van de rechtzoekende niet van belang en moeten het inkomen en vermogen van een eventuele fiscale partner worden opgeteld bij het inkomen en vermogen van de rechtzoekende. De rechtzoekende die vrijstelling van het griffierecht wil krijgen, moet dit uiterlijk voor het einde van de betalingstermijn verzoeken. Vrijstelling griffierecht bij onvoldoende draagkracht.

Gepubliceerd 17 april 2015   ▲

Minimumloon per 1 juli 2015

Minimumloon per 1 juli 2015

De brutobedragen van het wettelijk minimumloon en minimumjeugdloon stijgen per 1 juli 2015. Hieronder vindt u de nieuwe vastgestelde bedragen.

Het wettelijk brutominimumloon (WML) voor werknemers van 23 jaar en ouder bij een volledig dienstverband wordt per 1 juli 2015:

per maand: €  1.507,80
per week: €  347,95
per dag: €  69,59

Minimumjeugdloon
Werknemers jonger dan 23 jaar hebben recht op een vastgesteld percentage van het bruto wettelijk minimumloon.

Het minimumjeugdloon wordt per 1 juli 2015:

  • 22 jaar:           € 1.281,65 (85%) per maand
  • 21 jaar:           € 1.093,15 (72,5%) per maand
  • 20 jaar:           € 927,30 (61,5%) per maand
  • 19 jaar:           € 791,60 (52,5%) per maand
  • 18 jaar:           € 686,05 (45,5%) per maand
  • 17 jaar:           € 595,60 (39,5%) per maand
  • 16 jaar:           € 520,20 (34,5%) per maand
  • 15 jaar:           € 452,35 (30%) per maand

Minimumuurloon
Bruto minimumloon per uur voor een werknemer van 23 jaar en ouder bij een fulltime dienstverband van resp. 36, 38 of 40 uur per week bedraagt per 1 juli 2015:

36-urige werkweek:            € 9,67
38-urige werkweek:            € 9,16
40-urige werkweek:            € 8,70

De aanpassing van het wettelijk minimumloon per 1 juli 2015 is gepubliceerd in de Staatscourant op 20 april.

Bron: P&O Actueel

.
Het lees meer …

Nieuwe wet kan leiden tot lesuitval leerlingen

De Wet Werk en Zekerheid die begin juli van kracht wordt, kan ervoor zorgen dat veel leerlingen komend schooljaar naar huis worden gestuurd.

Vanwege de wet mogen flexwerkers drie keer per twee jaar worden ingezet, daarna moet hen een vast contract worden aangeboden. Dit was eerst drie jaar. Vooral bij scholen, die veel gebruik maken van invalkrachten, zal dit een probleem worden. `Het betekent dat we iemand die voor de vierde keer binnen twee jaar invalt een contract moeten geven. Dat geld is er niet`, stellen Jan Morsink, lid van het college van bestuur van de stichting Katholiek Onderwijs Noord Oost Twente en CBO Fryslân-bestuurslid Jan Sijtsema.

De schoolbestuurders hebben ouders brieven gestuurd om hen voor te bereiden op deze mogelijke `Asscherdagen`. Oplossingen worden gezocht. `We zullen bij ziekte groepen vaker bij elkaar zetten in plaats van een invaller op te roepen. Ook zullen we zo weinig mogelijk vergaderen met leerkrachten onder schooltijd, zodat er geen invaller nodig is.`

Minister Lodewijk Asscher zou het jammer vinden als scholen kinderen naar huis sturen. `Men weet al een jaar dat de wet eraan komt. Ik roep op om verantwoordelijkheid te nemen en werkgeversproblemen niet op werknemers of kinderen af te wentelen.`

Bron: Profnews