Banken rekenden te hoge boetes voor oversluiten hypotheek

De Autoriteit Financiële Markten (AFM) bevestigt dat banken zich niet altijd houden aan de maximale boete die ze mogen rekenen bij klanten die hun hypotheek vervroegd aflossen. Voor een deel van de tienduizenden mensen die vorig jaar een boete betaalden bij bijvoorbeeld het oversluiten van hun hypotheek naar een gunstigere rente, kan dit betekenen dat ze geld terugkrijgen.

Die boete mag maximaal zo hoog zijn als de inkomsten die de bank mist door de overstap. Maar dat gaat lang niet altijd goed. Daarom komt de toezichthouder vandaag met een leidraad hoe banken de berekening moeten uitvoeren.

Radar

Hiermee bevestigt de AFM eerdere berichten van onder meer tv-programma Radar dat banken zich niet altijd houden aan de Europese wetgeving die bepaalt wat het maximum is dat ze hiervoor mogen rekenen. Uit een aflevering van het programma bleek dat twaalfduizend klanten die zich bij een claimstichting hadden gemeld, gemiddeld ruim drieduizend euro te veel hadden betaald.

De AFM heeft twaalf fictieve dossiers voorgelegd aan banken en zag daarin dat de berekeningen verschilden. Hoe hoog de bedragen zijn die banken te veel rekenen, of om welke banken het gaat, maakt de AFM niet bekend.

De Vereniging Eigen Huis zegt er op basis van signalen van uit te gaan dat het bij alle mensen die een boete betaalden vaker misging dan niet. De bedragen die mensen te veel betaalden zouden kunnen oplopen tot duizenden euro’s.

Volgens de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) waren er verschillende manieren om de boete te berekenen. De NVB laat weten dat de leidraad nu duidelijkheid biedt voor banken en klanten.

Geld retour?

De banken zeggen de leidraad van de AFM te zullen gebruiken. Ook hebben de vier grote banken al aan de NVB laten weten dat ze zullen bekijken hoeveel er te veel is gerekend bij klanten die na 14 juli 2016, de ingangsdatum van de wetgeving, hun hypotheek oversloten. Dit kan ertoe leiden dat klanten een deel van de betaalde vergoeding retour ontvangen.

De banken denken dat met de herberekening van de boetes enkele miljoenen euro’s per bank gemoeid zijn, afhankelijk van de grootte van de hypotheekportefeuille en het aantal oversluitingen. Bij de Rabobank gaat het om circa 10.000 klanten en vijf miljoen euro aan compensatiekosten.

Bij Triodos bank verwachten ze geen compensaties. “Het gaat om relatief weinig mensen want we hebben weinig oversluitingen of aflossingen”, zegt een woordvoerder. “Bovendien was onze berekening van de boete al conform de richtlijnen van de AFM.”

Ook de AFM zegt ervan uit te gaan dat banken zelf contact opnemen met klanten die te veel betaald hebben. De toezichthouder gaat in de gaten houden of banken zich aan de leidraad houden.

De Vereniging Eigen Huis vindt dit niet ver genoeg gaan. De VEH zegt dat banken een kans hebben om te laten zien dat ze het klantenbelang daadwerkelijk vooropstellen, door ook mensen die beboet zijn voordat de Europese wetgeving inging te compenseren. De Vereniging doet daarvoor een moreel appèl op de banken.

Bron: NOS

Weer uitstel voor digitaal procederen

Verplicht digitaal procederen is weer uitgesteld. Het kan op zijn vroegst voor de zomer worden ingevoerd. Dat zegt Monique Commelin, directeur van het moderniserings- en digitaliseringsprogramma Kwaliteit en Innovatie (KEI), in een interview op de website van de Rechtspraak. De reden is dat de techniek er nog niet klaar voor is.

Oorspronkelijk zou de verplichting op 1 februari worden ingevoerd in de arrondissementen Midden-Holland en Gelderland, voor civiele vorderingen vanaf 25.000 euro en asiel- en bewaringszaken. Later volgde uitstel tot 1 april

BEWEZEN

“De stap naar verplicht digitaal procederen is een grote,” zegt Commelin. “We hebben er dan ook heel bewust voor gekozen om pas te starten als de techniek zich heeft bewezen. Pas dan vraagt de Rechtspraak aan de minister van Veiligheid en Justitie om een Koninklijk Besluit af te geven.”

De Rechtspraak wil eerst de resultaten afwachten van een aantal tests. “Daarbij gaat het met name om de snelheid van Mijn Werkomgeving,” licht Commelin toe. “Dit is het digitale dossier aan de kant van de rechtspraakmedewerker.”

COMPLEXE WERKPROCESSEN

Ondertussen werkt de Rechtspraak aan verbeteringen. “Dit betekent dat we nog niet begin april kunnen starten met verplicht digitaal procederen, zoals we hoopten. Ik snap dat dit heel vervelend is, zowel voor Rechtspraakmedewerkers als voor advocaten. Maar we hebben steeds gezegd: het wordt pas verplicht als we zeker zijn van onze zaak.”

Commelin zegt dat KEI een gecompliceerd proces is omdat het gaat om grote aantallen data, die zeer vertrouwelijk zijn. “Ook moeten verschillende partijen in hetzelfde dossier samenwerken en is er sprake van veel handelingen en complexe werkprocessen,” legt ze uit. “Hier komt nog eens bij dat niet iedereen alles op hetzelfde tijdstip mag zien of doen. Een concept-uitspraak bijvoorbeeld, moet onzichtbaar blijven tot het moment van de uitspraak door de rechter. We willen een snel systeem, maar het moet ook veilig, betrouwbaar en goed bruikbaar zijn. Dit staat soms op gespannen voet met elkaar.’

Bij de rechtbanken Gelderland en Midden-Nederland kunnen advocaten sinds november 2016 al wel vrijwillig digitaal procederen in civiele vorderingen vanaf 25.000 euro.

Bron: Mr-Online

Nieuwe regelingen proceskosten in zaken over intellectuele eigendom

De regelingen voor de proceskosten in rechtszaken over auteursrechten, merken, handelsnamen e.d. (‘intellectuele eigendom’) zijn aangepast. Dat geldt voor de Hoge Raad, de gerechtshoven en de rechtbanken.

De proceskosten in dat soort zaken zijn meestal hoger dan in andere zaken. Dat komt door Europese regelgeving en omdat dit soort zaken vaak ingewikkeld en langlopend zijn.

Het doel van de aanpassing is om de voorspelbaarheid van het proceskostenrisico te vergroten. Daardoor kunnen de procederende partijen beter en vroegtijdiger inschatten wat de proceskosten zullen zijn die ze moeten betalen als ze de zaak verliezen. Daarnaast zijn de regelingen ook aangepast in verband met nieuwe Europese en Nederlandse rechtspraak.

De regelingen zijn op rechtspraak.nl gepubliceerd:

Indicatietarieven IE-zaken Hoge Raad (pdf, 137,5 KB)
Indicatietarieven IE-zaken gerechtshoven (pdf, 277,8 KB)
Indicatietarieven IE-zaken rechtbanken (pdf, 24,4 KB)
Ze worden toegepast vanaf 1 april 2017.

Bron: Rechtspraak

Invoering boete voor te laat betalende bedrijven

Kleine leveranciers moeten binnen zestig dagen worden betaald door de bedrijven waaraan ze leveren. Bedrijven die deze maximumtermijn overschrijden, kunnen in de toekomst op een boete rekenen.

De Tweede Kamer stemde dinsdag voor het initiatiefwetsvoorstel van CDA en PvdA dat dit regelt.

De voorgestelde boete bedraagt 8 procent van de oorspronkelijke rekening. Volgens Agnes Mulder (CDA) wordt er nu jaarlijks nog voor 7 miljard euro aan facturen te laat uitbetaald.

”Zo komen mkb’ers en zzp’ers in financiële problemen en kunnen hierdoor amper het hoofd boven water houden”, zegt Mulder. ”Met dit wetsvoorstel komt daar een einde aan. Op tijd betalen is tenslotte normaal.”

Ook Mei Li Vos (PvdA) is blij dat kleine leveranciers op deze manier in bescherming worden genomen. ”Hierdoor wordt de macht van de grootbedrijven ten opzichte van de kleine leveranciers ingeperkt. En dat is hard nodig.”

Bron: Nu.nl

Beslag laten leggen

Met een beslaglegging kun je op verschillende manieren te maken krijgen. Zo kan er in het kader van een strafrechtelijk onderzoek beslag gelegd worden, de Belastingdienst kan beslag  leggen omdat aanslagen onbetaald zijn gebleven, of een bedrijf kan beslag laten leggen op de bankrekening van een niet-betalende klant. In deze column beperk ik mij even tot het civiele beslag, dus als de ene partij (particulier of bedrijf) een vordering op de ander meent te hebben.

We kennen in het civiele recht grofweg twee soorten beslag: conservatoir beslag en executoriaal beslag. Dat klinkt ingewikkeld, maar het is eigenlijk best eenvoudig.

Conservatoir beslag

Conservatoir betekent ‘beschermend’ of ‘bewarend’. Je kunt conservatoir beslag laten leggen als je bang bent dat de wederpartij geld of bepaalde goederen wegmaakt. Door conservatoir beslag te laten leggen, wordt het bedrag op de bankrekening bevroren. Bij conservatoir beslag op een auto, mag de bezitter de betreffende auto niet meer verkopen.

Het bijzondere is dat bij conservatoir beslag nog helemaal niet vaststaat of je wel echt recht hebt op dat ene geldbedrag of op die auto. Er is nog geen rechter die daarover een beslissing heeft genomen. Het conservatoire beslag kent daardoor wat beperkingen. Zo mag je pas conservatoir beslag leggen zodra je daarvoor toestemming hebt gevraagd en gekregen van een rechter. Verder is het beslag ook echt ‘bewarend’ bedoeld. Als je conservatoir beslag op een bankrekening hebt laten leggen, krijg je het geld dus niet overgemaakt. Het geld blijft waar het is wordt slechts tijdelijk bewaard in afwachting van de uitkomst van de gerechtelijke procedure. Dat is meteen een ander vereiste: zodra er conservatoir beslag is gelegd, moet er binnen enkele weken een procedure bij de rechtbank gestart worden om de vordering ook echt toegewezen te krijgen. Wordt de procedure niet op tijd gestart of wordt de vordering afgewezen, dan vervalt het beslag.

Executoriaal beslag

Als je een procedure hebt gevoerd en de rechtbank heeft jouw vorderingen toegewezen, dan heeft het vonnis zoals dat heet een executoriale titel. Je kunt op basis van dit vonnis executoriaal beslag laten leggen. Dit betekent dat na beslag ook echt tot tenuitvoerlegging overgegaan kan worden: banksaldi worden geïnd, de auto wordt executoriaal verkocht, etc. Nogmaals de kanttekening: dit gaat over civiel recht. Er zijn uitzonderingen. Zo kan de Belastingdienst bijvoorbeeld direct executoriaal beslag laten leggen, dus zonder dat daarvoor eerst een procedure gevoerd moet worden.

Is er conservatoir beslag gelegd, daarna tijdig een procedure gestart en wordt de vordering toegewezen, dan wijzigt het conservatoire beslag automatisch in een executoriaal beslag.

Bron: Actuele artikelen

Wilt u meer weten over dit onderwerp, stel een vraag aan advocaten.nl of bel met 0900-advocaten.

Privebruik zakelijke telefoon kan werknemer duur komen te staan

Een projectmanager beschikte over een bedrijfstelefoon. De werknemer mocht deze telefoon in beperkte mate voor persoonlijke doeleinden gebruiken. In de bedrijfseigen regeling van de werkgever was dit vastgelegd. Daarin was ook bepaald dat de werknemer de regels van zorgvuldigheid, integriteit en goede naam in acht diende te nemen. Wat bleek echter? De werknemer had gedurende een ruime periode, 7 juli 2014 tot 21 januari 2015, tijdens werktijd ten minste 1255 Whatsappberichten met de bedrijfstelefoon gestuurd.

De berichten waren gericht aan dames en hadden een persoonlijke lading. De berichten hadden dus niets met het werk te maken. Voor dat veelvuldig gebruik van Whatsapp tijdens werkuren, bestond geen noodzaak en de werkgever had daarvan geen kennis en hij had daarmee ook niet ingestemd. De werkgever meende schade te hebben geleden. Hij stelde zich op het standpunt dat de werknemer zijn werktijd niet aan het werk had besteed, waardoor de werknemer ten onrechte loon had ontvangen over de tijd dat hij bezig was met het versturen van de berichten.

De arbeidsovereenkomst tussen de werkgever en de werknemer eindigde. Bij de eindafrekening verrekende de werkgever de schade die hij had geleden met de vakantiedagen waarop de werknemer nog recht had. De werknemer was het hier niet mee eens en startte een gerechtelijke procedure.

De kantonrechter Tilburg (ECLI:NL:RBZWB:2016:6927) heeft uiteindelijk een beslissing gegeven. De kantonrechter oordeelde dat de werkgever naar zijn mening terecht een beroep deed op artikel 7:627 BW. Ingevolge dit artikel is de werkgever geen loon verschuldigd over de tijd dat de werknemer de bedongen arbeid niet verricht. Er was in de situatie van deze werknemer ook geen sprake van een oorzaak waardoor in redelijkheid de kosten voor rekening van de werkgever behoorden te komen. De kantonrechter oordeelde dan ook dat de schade die de werkgever door het versturen van de Whatsappberichten had geleden door de werknemer diende te worden vergoed. Bij de berekening van de schade ging de kantonrechter ervan uit dat de werknemer gemiddeld 2,5 á 3 minuten met een bericht bezig was geweest. De schade die de werkgever had geleden rondde de kantonrechter af op € 1.500,-. Bij de eindafrekening kon de werkgever dus die € 1.500,- bij de werknemer in rekening brengen.

Een werknemer zal een bedrijfstelefoon weleens voor privé-doeleinden gebruiken, maar hij zal zich toch moeten realiseren dat niet alle tijd die hij aan het versturen van privé-berichten besteed als werktijd wordt gezien. Is dat buitensporig  van tijd dan kan dat hem duur komen te staan.

Bron: Actuele artikelen