De scheiding van tafel en bed

Een scheiding van tafel en bed is een alternatief voor echtscheiding waarbij het huwelijk formeel blijft bestaan. Hoewel het deels dezelfde afspraken en procedures vereist als een echtscheiding, zijn er essentiële verschillen, zoals de blijvende onderhoudsplicht en het verbod om met anderen te trouwen. Deze vorm van scheiden kan worden hersteld, maar dit is pas mogelijk na drie jaar. Pensioenimplicaties zijn vergelijkbaar met een echtscheiding. Samenwonen met anderen is wel toegestaan tijdens een scheiding van tafel en bed.

Bij een scheiding van tafel en bed doet zich een alternatief voor de echtscheiding voor. Hoewel deze term nog vaak wordt genoemd, komt deze vorm van scheiden tegenwoordig minder vaak voor. Wat houdt een scheiding van tafel en bed precies in en wat zijn de voordelen ervan?

Bij een scheiding van tafel en bed wordt het huwelijk niet ontbonden, in tegenstelling tot een echtscheiding waarbij dit wel het geval is. Dit vormt het enige onderscheid tussen beide situaties. Wanneer is het aan te raden om voor deze optie te kiezen en wat zijn de vereisten? Is het geschikt voor u?

Deze scheiding is met name bedoeld voor mensen die om religieuze of emotionele redenen niet daadwerkelijk willen scheiden, maar niet meer samen kunnen wonen. Bij een scheiding van tafel en bed blijft het huwelijk formeel bestaan en blijft de wettelijke onderhoudsplicht voor elkaar van kracht. Het is echter niet toegestaan om tijdens deze vorm van scheiding met iemand anders te trouwen of een geregistreerd partnerschap aan te gaan.

In alle andere opzichten is een scheiding van tafel en bed vergelijkbaar met een gewone echtscheiding. Dit houdt in dat er afspraken moeten worden gemaakt over alimentatie en dat er een ouderschapsplan moet worden opgesteld voor de kinderen. U zult niet langer onder hetzelfde dak wonen en u zult ook een gang naar de rechter moeten maken. Er zijn geen gemeenschappelijke schulden of bezittingen meer.

Het aanvragen van een scheiding van tafel en bed verloopt op dezelfde manier als bij een reguliere echtscheiding. Ook hiervoor moet u een advocaat inschakelen en de aanvraag indienen bij de rechtbank. Net als bij een gewone echtscheiding moet er sprake zijn van een duurzame ontwrichting van de relatie, en deze alternatieve vorm van scheiding wordt ook ingeschreven in het huwelijksgoederenregister bij de griffie van de rechtbank.

Het is belangrijk op te merken dat een scheiding van tafel en bed niet binnen drie jaar na inschrijving bij de burgerlijke stand kan worden omgezet naar een volledige echtscheiding. Pas na drie jaar is het mogelijk om officieel te scheiden. Deze vorm van scheiding komt steeds minder voor, omdat tegenwoordig samenwonen met iemand anders mogelijk is, zelfs als u nog getrouwd bent.

Bij een scheiding van tafel en bed zijn alle afspraken van toepassing die ook gelden bij een gewone echtscheiding. Het huwelijk blijft echter bestaan en het is niet toegestaan om met iemand anders te trouwen. Samenwonen met een andere partner is wel toegestaan.

Als u een scheiding van tafel en bed heeft, blijft u officieel getrouwd en kunt u niet met iemand anders trouwen. U kunt zo lang als u wilt gescheiden van tafel en bed blijven. Na drie jaar kunt u echter wel een definitieve echtscheiding aanvragen, en op elk moment kunt u zich met elkaar verzoenen. Hiervoor moet u de rechtbank op de hoogte stellen dat u de scheiding van tafel en bed wilt beëindigen, waarna u weer als gehuwde partners door het leven kunt gaan alsof er niets is gebeurd.

Een voordeel van deze vorm van scheiden is dat het niet definitief is; het huwelijk kan altijd weer hersteld worden. Vaak wordt deze vorm gebruikt als een tijdelijke onderbreking van het huwelijk of als een proefperiode. Het is een bijna echte scheiding, maar kan eenvoudig worden teruggedraaid via de rechtbank.

Pensioen en scheiden van tafel en bed

Pensioenfondsen beschouwen scheiden van tafel en bed als een echte scheiding, met aanzienlijke gevolgen voor de pensioenrechten van beide partners. Het pensioen dat tijdens het huwelijk is opgebouwd, moet worden verdeeld, vergelijkbaar met een normale echtscheiding. Bovendien heeft scheiden van tafel en bed gevolgen voor het nabestaandenpensioen, waarbij de ex-partner in dit geval geen recht heeft op enige uitkering.

Het verschil met een reguliere echtscheiding

Er zijn meer overeenkomsten dan verschillen tussen scheiden van tafel en bed en een standaard echtscheiding. De gemeenschap van goederen wordt beëindigd, en alle activa en verplichtingen moeten tussen de ex-partners worden verdeeld of verrekend, waaronder de woning, pensioenen, gezamenlijke bezittingen, spaarrekeningen en inboedel.

Er zijn echter drie belangrijke verschillen:

  1. De onderhoudsplicht blijft behouden bij scheiden van tafel en bed.
  2. Het huwelijk kan eenvoudig worden hersteld, er is geen sprake van een definitieve scheiding.
  3. Het is niet toegestaan om met iemand anders te trouwen of een geregistreerd partnerschap aan te gaan.

Een scheiding van tafel en bed lijkt sterk op een echte echtscheiding. Er zijn veel overeenkomsten, waaronder de verdeling van bezittingen en verplichtingen. De belangrijkste verschillen liggen in de blijvende onderhoudsplicht en het feit dat u niet met iemand anders kunt trouwen. Deze vorm van scheiden is een serieuze overweging voor degenen die niet volledig willen scheiden, maar toch apart willen leven.

Wilt u meer weten over dit onderwerp, stel aan vraag aan advocaten.nl of bel met 0900-advocaten

Misvattingen over de kinderbijdrage

Er zijn veel misvattingen rondom kinderbijdrage na een scheiding. Enkele hiervan zijn belicht, zoals de duur van de onderhoudsplicht en de relatie tussen betaling en ouder-kind contact. Correcte informatie is essentieel voor een harmonieuze afwikkeling

Bij het uiteenvallen van een relatie tussen ouders is er een juridische verplichting om regelingen te treffen betreffende de kinderen. Dit dient geformaliseerd te worden in een ouderschapsconvenant. Binnen deze overeenkomst dient ook de kinderbijdrage vastgesteld te worden. Voor talloze scheidende ouders is dit een gevoelsmatig en complex domein. In mijn juridische carrière constateer ik een frequentie van onduidelijkheden hierover. Debat en misvattingen kunnen de relationele dynamiek en afronding belasten. Dat is jammer, gezien ouders meestal nog jarenlang samen in de ouderrol staan. Teneinde escalatie te mijden, wil ik enkele misvattingen omtrent de kinderbijdrage belichten. Zodat u daadwerkelijk geïnformeerd bent.

Onderhoudsplicht stopt wanneer het kind 18 jaar wordt Tot het moment dat het kind 21 jaar oud is, is er sprake van een uitgebreide onderhoudsverplichting. Dit houdt in dat (stief)ouders wettelijk verplicht zijn om bij te dragen in de kosten van levensonderhoud en opleiding. De woonlocatie van de kinderen of overeenstemming over hun studiekeuze heeft hierop geen invloed. Vanaf 18 jaar wordt de jongvolwassene zelf de ontvanger van deze bijdrage. Vanaf dat moment moet de kinderbijdrage direct aan het kind uitgekeerd worden. Het kind heeft de bevoegdheid om te beslissen of deze bijdrage op de rekening van de ouder waar het woont, gestort moet worden.

Ik ben vrijgesteld van betaling als ik mijn kind niet ontmoet Het adagium ‘betalen is niet hetzelfde als zien’ is helder. De verplichting tot betaling staat onafhankelijk van de relatie tussen betaler en kind. De betalingsplicht blijft intact, ook als er geen contact is met het kind.

Bij gezamenlijk ouderschap is er geen kinderbijdrage vereist Ondanks een (nagenoeg) gelijke verdeling van de zorg, kan er nog steeds een kinderbijdrage vastgelegd worden. Vooral wanneer een ouder meer financiële capaciteit heeft. Hierdoor kan een bijdrage aan de andere ouder noodzakelijk zijn.

Ik heb recht op inzicht in de besteding van de kinderbijdrage Om misbruik van de bijdrage te voorkomen, wensen sommige betalende ouders inzicht in de uitgaven. Echter, volgens een uitspraak van het Hof Arnhem-Leeuwarden is dit geen verplichting. De ontvangende ouder mag de bijdrage naar eigen goeddunken besteden.

Tegoeden kunnen verrekend worden met de kinderbijdrage Eenmaal vastgestelde of overeengekomen kinderbijdragen mogen niet verminderd worden met vorderingen.

Kosten voor mijn kind kunnen verrekend worden met de bijdrage Het is wettelijk niet toegelaten gemaakte kosten voor het kind te verrekenen met de kinderbijdrage.

Ik kan minder betalen bij inkomstenverlies Alleen bij significante wijzigingen in omstandigheden kan er sprake zijn van herziening. Het eenzijdig verminderen van de bijdrage is wettelijk niet toegestaan.

Dit overzicht is niet volledig. Het is denkbaar dat u andere vraagstukken heeft over dit thema. Wilt u meer weten over dit onderwerp, stel een vraag aan advocaten.nl of bel met 0900-advocaten.

De partneralimentatie als een lumpsum ineens, in plaats van een maandelijkse betaling

In alimentatieverzoeken kan de rechter een uitkering tot levensonderhoud toekennen als een lumpsum, mits goed onderbouwd. De mogelijkheid bestaat indien onderhoudsplichtige voornamelijk vermogen heeft in plaats van inkomsten. Een dergelijke uitspraak kan echter ook bij nadere beschikking weer worden gewijzigd, net als bij een periodieke alimentatie.

Het Hof Arnhem-Leeuwarden heeft op 4 mei 2021 een opvallende uitspraak gedaan over deze mogelijkheid. In de betreffende zaak vroeg de vrouw het hof om de partneralimentatie in de vorm van een afkoopsom van € 700.000 vast te stellen, gebaseerd op de maandelijkse alimentatieverplichting voor 12 jaar die in één keer wordt uitbetaald. De gewone alimentatietermijn van 12 jaar is enkele jaren geleden teruggebracht tot maximaal 5 jaar, tenzij partijen kinderen uit het huwelijk hebben..

Het hof stelt vast dat de rechter die een uitkering tot levensonderhoud toekent, deze ook als lumpsum kan toekennen, en dat het afhankelijk is van de omstandigheden of dit passend en geboden is. Bijvoorbeeld wanneer de draagkracht van de onderhoudsplichtige voornamelijk gebaseerd is op vermogen in plaats van periodieke inkomsten uit arbeid of andere activiteiten. Het hof benadrukt echter dat de rechter die een lumpsum toekent, deze beslissing goed moet onderbouwen en dat de lumpsum achteraf kan worden ingetrokken of gewijzigd.

In deze zaak geeft het Hof weliswaar een negatieve beslissing , mede omdat het onredelijk zou zijn om uit te gaan van een alimentatieduur van 12 jaar gezien de leeftijd van de man (80 jaar). Het hof sluit aan bij de tabel van artikel 6 van het Uitvoeringsbesluit Successiewet 1956 om de contante waarde van de periodieke uitkering te berekenen en kwam tot een veel lager bedrag dan het door de vrouw gevraagde bedrag.

Deze uitspraak is opmerkelijk omdat een dergelijke mogelijkheid tot toekenning van een lumpsum voorheen door de rechter praktisch onmogelijk werd geacht.In 2015 werd in een eerdere versie van het wetsvoorstel Herziening Partneralimentatie voorgesteld dat de rechter op verzoek van een van de echtgenoten kon bepalen dat de alimentatie in één keer werd betaald. Dit voorstel werd echter niet opgenomen in de uiteindelijke wetswijziging die leidde tot een inkorting van de alimentatietermijn van 12 naar 5 jaar, behalve in uitzonderlijke gevallen. Recentelijk werd in februari 2021 een uitgebreid wetenschappelijk onderzoek uitgevoerd door de Rijksuniversiteit Groningen in opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (“WODC”) genaamd “Alimentatie van nu, acceptatie van alimentatie in het licht van maatschappelijke ontwikkelingen”, waarin werd aanbevolen om een nieuwe rechterlijke bevoegdheid toe te voegen die het opleggen van een afkoopsom mogelijk maakt.

Kortom, het is mogelijk om een afkoopsom te vragen bij de rechter, maar een gedegen onderbouwing is vereist.

Wilt u meer weten over de alimentatieberekening bij scheiding, dan kunt u vrijblijvend bellen met 0900-advocaten of een nadere email zenden aan info@advocaten.nl. U kunt ook gebruik maken van ons vraagformulier.

Onderhoudsplicht voor ‘jongmeerderjarigen’

Hoe staat het ook al weer met onderhoudslicht aan jong meerderjarigen (18-21 jr)?

Ouder moeten hun kinderen tot hun 18e jaar voeden kleden en verzorgen. Daarna zijn ze meerjarig en eindigt die plicht. Eindigt daarmee elke verplichting?
Nee, die verplichting jegens ‘jongmeerderjarigen’ loopt door tot het 21ste jaar, en soms zelf daarna. Ouders moeten een kind financieel tot het 21e jaar financieel steunen als het gaat om de kosten van levensonderhoud, studie en opleiding.

Voor wie geldt de verplichting?
Deze verplichting geldt voor gescheiden ouders, stiefouders, voogden, adoptiefouders, de verwekker, of de levensgezel van de moeder. Dit is een beginselplicht, maar er zijn uitzonderingen, waarvan de belangrijkste hieronder worden besproken.

Tegenover wie geldt de verplichting?
In principe bestaat er onderhoudsplicht, ook in geval het kind niet studeert, ongeacht of het thuis woont of elders, en of het al of niet werkt.

Hoe hoog is de verplichting?
De hoogte van het bedrag wordt in de meeste gevallen bepaald door het bedrag dat al tijdens de minderjarigheid is door de rechter is vastgesteld door partijen overeengekomen. De betaling loopt meestal dus door tot het kind 21 wordt, maar vanaf het 18e jaar dient de betaling rechtstreeks aan het kind te worden betaald.

Het kind kan ook zelf naar de rechter indien voor de Vaststelling of wijziging indien de alimentatiebehoefte is gestegen vanwege hoge studiekosten.

De rechter is hierbij niet gebonden aan Nibud-normen of de normen uit de Wet Studiefinanciering. Alleen de werkelijke behoefte van de jongmeerderjarige en de draagkracht van de ouders zijn hier beslissend.

De rechter houdt echter rekening met de werkelijke behoefte. Die behoefte wordt beïnvloed door het inkomen dat deze verdiend of redelijkerwijs kan verdienen straight from the source.

Matigingsrecht
De rechter kan deze onderhoudsplicht matigen of op nihil bepalen op grond van alle omstandigheden van het geval, waarbij de drie belangrijkste hier zijn:
– het kind heeft geen aanwijsbare studieresultaten;
– de gestelde studiedoelen zijn niet realistisch
– de gedragingen van het kind zijn zodanig dat er moreel gezien de ouder geen onderhoudsplicht bestaat

Financiële steun ná de 21e verjaardag
Ook na het 21e jaar kan een ouder worden aangesproken om te betalen voor het levensonderhoud een kind.
Voorwaarde is ten eerste dat de ouder ook draagkracht heeft, en dat de ouders ook hebben toegezegd om bij te dragen in de studiekosten. In de praktijk gaat het om een korte periode die eindig is, en die het kind in staat moet stellen zijn studie met succes “af te ronden”.
Kan een kind wegens een ernstige handicap niet zelf in zijn levensonderhoud voorzien, dan geldt die verplichting eveneens. Die situatie komt echter zelden voor, omdat meerderjarigen een zelfstandig beroep kunnen doen op hun uitkeringsrecht dat is gebaseerd op de sociale wetgeving.

Executie
Indien het kind de betaling wil afdwingen kan deze een deurwaarder of het LBIO inschakelen.