Let op de geldigheid van concurrentie- en relatiebeding bij detachering

Detacheerders moeten zich bewust zijn van het belemmeringsverbod uit de Wet Allocatie Arbeidskrachten door Intermediairs (Waadi). Dit verbod heeft gevolgen voor concurrentie- en relatiebedingen. Het Gerechtshof Den Haag oordeelde dat dergelijke bedingen nietig kunnen zijn, zelfs als de situatie niet volledig onder de Waadi valt. Werkgevers moeten daarom voorzichtig zijn bij het opstellen van dergelijke bedingen.

Bij detacheringspraktijken moeten betrokken partijen aandacht besteden aan de mogelijke toepassing van de Wet Allocatie Arbeidskrachten door Intermediairs (Waadi). Het belemmeringsverbod in de Waadi, een cruciaal aspect, heeft invloed op concurrentie- en relatiebedingen. Hier bespreken we de impact van het belemmeringsverbod op deze bedingen in meer detail.

Het Belemmeringsverbod De Waadi bevat het belemmeringsverbod, wat inhoudt dat een uitlener een werknemer niet mag verhinderen om na beëindiging van de detachering rechtstreeks bij dezelfde inlener in dienst te treden of via een zzp-constructie. Elk beding dat zo’n indiensttreding bij de inlener verbiedt, is nietig.

Volledige of Gedeeltelijke Nietigheid? Een concurrentie- of relatiebeding dat indiensttreding bij de inlener verbiedt, is nietig. Echter, rijst de vraag of dit de volledige nietigheid van het beding betreft of slechts gedeeltelijke nietigheid, namelijk alleen voor het deel dat onder de Waadi valt. Recentelijk heeft het Gerechtshof Den Haag uitspraak gedaan over een vergelijkbare situatie.

De Casus In deze zaak waren werknemers in dienst bij Inforcontracting, die hen uitleende aan Kompak. Na afloop traden sommigen rechtstreeks in dienst bij Kompak, terwijl anderen via Tempo Team weer werden uitgeleend aan Kompak. Alle werknemers hadden bij Inforcontracting een arbeidsovereenkomst met een relatiebeding dat indiensttreding bij Kompak verbood.

Dit relatiebeding is minstens gedeeltelijk nietig omdat het indiensttreding bij Kompak verbiedt vanwege het belemmeringsverbod. De vraag was echter of de “Tempo Team werknemers” aan het relatiebeding gebonden waren, aangezien hun situatie strikt genomen niet onder de Waadi viel, omdat ze niet rechtstreeks in dienst traden bij Kompak.

Oordeel Gerechtshof Den Haag Het Hof oordeelde dat ook ten aanzien van de “Tempo Team werknemers” het overeengekomen relatiebeding nietig was. Het Hof erkende geen gedeeltelijke nietigheid; het gehele beding was nietig volgens het Hof. Dit betekent dat werknemers rechtstreeks bij Kompak in dienst kunnen treden en dat het hen ook niet kan worden verboden om via Tempo Team opnieuw te worden uitgeleend aan Kompak.

Uitlenende werkgevers moeten dus uiterst voorzichtig zijn bij het opstellen van concurrentie- en relatiebedingen voor hun werknemers. Het is niet toegestaan werknemers te verbieden om bij de inlener in dienst te treden. Indien de werkgevers dit toch doet, loopt hij het risico dat het gehele concurrentie- of relatiebeding ongeldig wordt verklaard. Om dit te voorkomen, kan de werkgevers overwegen een beding op te stellen dat werknemers verbiedt om bij relaties of concurrenten in dienst te treden, maar niet bij de inlener. Zo vergroot men de kans dat het concurrentie- en/of relatiebeding standhoudt in geval van een geschil.