Het arbeidsrecht in het Lenteakkoord

Bij een neutraal ontslag, bijvoorbeeld op grond van vervallen functie of bedrijfseconomische redenen, kent de kantonrechter bij oudere werknemers die lang in dienst zijn, gemiddeld een maandsalaris per dienstjaar toe. De gewerkte dienstjaren die voor het 35-ste levensjaar zijn gewerkt tellen namelijk voor 0.5 maandsalaris maar na het 45ste levensjaar voor 1,5.

Het Lenteakkoord verlaagt deze vergoeding. Vanaf 2014 zou de vergoeding gekoppeld worden aan een kwart maandsalaris per gewerkt jaar, met een maximum van zes maanden. Voorts zou de werkgever de eerste zes maanden mee moeten betalen aan de WW-uitkering als de werknemer die ontvangt na zijn ontslag. De toe te kennen vergoeding moet worden aangewend voor scholing of het zoeken naar ander werk.

In het nieuw voorgestelde systeem is er geen toetsing vooraf door het UWV/de kantonrechter meer. De werkgever zou dan tijdens een bijeenkomst met de werknemer kunnen toelichten dat er een einde aan de arbeidsovereenkomst komt en tot opzegging overgaan, zoals in België ook het geval is. De werkgever dient het beginsel ‘hoor en wederhoor’ zorgvuldig toe te passen en zal dan de hiervoor genoemde vergoeding aanbieden. Denkbaar is dat de werkgever ter zake een aparte procedure in werking zet, waarbij de werknemer zich kan laten bijstaan door bijvoorbeeld een lid van de OR, een vakbondslid, of een advocaat.