Nieuwe vakantiewetgeving

Op 1 januari 2012 is een nieuwe vakantiewetgeving in werking getreden. Aanleiding hiervoor was de beslissing van het Hof van Justitie EG dat alle werknemers, dus ook zieke werknemers, recht hebben op minimaal vier weken (uitgaande van een volledige werkweek) vakantie per jaar ten behoeve van hun gezondheid en veiligheid.

In Nederland bepaalde artikel 7:635 lid 4 BW tot voor kort dat zieke werknemers slechts beperkt (de laatste zes maanden van ziekte) vakantiedagen opbouwden. De regeling van beperkte opbouw van vakantiedagen voor arbeidsongeschikte werknemers was destijds bedacht om opeenstapeling van vakantiedagen van zieke werknemers te voorkomen. Per 1 januari 2012 is deze regeling afgeschaft en hebben gezonde en zieke werknemers dezelfde minimumvakantieaanspraken.

Werkgevers worden met enige regelmaat geconfronteerd met werknemers die vakantiedagen opsparen, zodat er ‘verlofstuwmeren’ ontstaan. Om werkgevers tegemoet te komen, heeft de wetgever een vervaltermijn van zes maanden geïntroduceerd voor de minimumvakantiedagen opgebouwd na 1 januari 2012 (artikel 7:640a BW). Dat betekent dat iedere werknemer zijn opgebouwde minimumvakantiedagen binnen zes maanden na afloop van het jaar waarin deze zijn verworven, moet opnemen.

Voor bovenwettelijke vakantiedagen en vakantiedagen opgebouwd vóór 1 januari 2012 geldt nog de verjaringstermijn van vijf jaar. Overigens kunnen werkgever en werknemer ten aanzien van bovenwettelijke vakantiedagen afwijkende afspraken overeenkomen.

Onder de oude vakantiewetgeving gold dat de oudste dagen als eerst werden opgenomen. Een redelijke wetsuitleg brengt met zich dat onder de nieuwe vakantiewetgeving de dagen die als eerst vervallen als eerst moeten worden opgenomen.

Voor werkgevers betekent dit dat zij een gescheiden vakantieadministratie zullen moeten bijhouden. Voor alle vakantiedagen opgebouwd vóór 1 januari 2012 en de bovenwettelijke vakantiedagen geldt immers een verjaringstermijn van vijf jaar. Dat zal moeten worden onderscheiden van de opgebouwde minimum vakantiedagen na 1 januari 2012, waarvoor een vervaltermijn van zes maanden geldt.

Door deze nieuwe vakantiewetgeving zullen de huidige ‘verlofstuwmeren’ niet onmiddellijk verdwijnen, maar het is vanaf nu in elk geval niet meer mogelijk om eindeloos (minimum)vakantiedagen op te sparen. Goed nieuws voor de werkgever, maar deze nieuwe regeling vergt wel enige inspanning. Het is voor werkgevers raadzaam te controleren wat er in de huidige arbeidsovereenkomst of het arbeidsreglement ten aanzien van vakantiedagen is opgenomen. Voorts zullen werkgevers hun vakantieadministratie moeten aanpassen.     

Sneller aan het werk vanuit de Ziektewet

Het kabinet wil uitzendkrachten en mensen met een tijdelijk dienstverband die ziek zijn, sneller aan het werk krijgen. De ministerraad heeft op voorstel van minister Kamp (SZW) ingestemd met een aanscherping van de Ziektewet. Het kabinet wil werkgevers stimuleren meer aan preventie en zorg te doen door de premie te verhogen als er meer mensen in de Ziektewet zitten. Bij kleine werkgevers wordt gekeken naar het aantal mensen dat in de betreffende sector in de Ziektewet belandt. Ook flexibele werknemers moeten aansporingen krijgen om te re-integreren. Daarom wordt op 1 januari 2013 de hoogte en duur van de uitkering afhankelijk gemaakt van het arbeidsverleden. Werknemers krijgen in eerste instantie 70% van hun loon. Afhankelijk van het aantal gewerkte jaren wordt dit teruggebracht tot 70% van het minimumloon. Een werknemer heeft maximaal 24 maanden recht op een uitkering.      

. . . lees verder op Internet

 

Geen open grenzen voor werknemers Roemenië en Bulgarije

De grenzen gaan tot 1 januari 2014 niet open voor werknemers uit Roemenië en Bulgarije. Zolang de werkloosheid stijgt en er een recessie dreigt, wil het kabinet geen werknemers toelaten uit die landen. Het kabinet vindt het onwenselijk dat er in Nederland 500.000 mensen die kunnen werken een uitkering krijgen, en dat het bedrijfsleven tegelijkertijd steeds meer arbeidsmigranten aantrekt. Het aantal migranten uit Midden- en Oost-Europa is groter dan verwacht. Naar schatting zijn er tussen de 286.000 en 325.000 migranten in Nederland. Naast positieve effecten brengt arbeidsmigratie ook problemen met zich mee.   

. . . lees verder op Internet

 

 

Mislukken re-integratie dankzij werkgever én werknemer: geen ontbindingsvergoeding

De kantonrechter stelt voorop dat beide partijen verplicht zijn te trachten tot een succesvolle re-integratie te komen. In het 1e spoor of in het 2e spoor. Voldoende aannemelijk is dat de werkgever met betrekking tot de re-integratie behoorlijke steken heeft laten vallen: ondanks herhaalde en uitdrukkelijke adviezen van de bedrijfsarts heeft zij niet (tevens) re-integratie in het 2e spoor onderzocht, en heeft zij geen arbeidsdeskundig advies ingewonnen noch heeft zij een (gecertificeerd) re-integratiebureau ingeschakeld. Ook heeft werkgever zich op diverse punten ook niet gehouden aan de voor re-integratie geldende termijnen (inschakeling bedrijfsarts, plan van aanpak, eerstejaarsevaluatie), zo stelt de kantonrechter vast.

Het mislukken van de re-integratie is aan werkgever te verwijten (waarvoor hij ook een loonsanctie opgelegd heeft gekregen), maar óók aan werkneemster nu zij na de loonsanctie een jaar lang stil is blijven zitten, zo volgt uit deze uitspraak.    

. . . lees verder op Internet

Eerste Kamer akkoord met modernisering Ziektewet

Op 2 oktober 2012 heeft de Eerste Kamer ingestemd met de modernisering van de Ziektewet. Momenteel komen er onevenwichtig veel werknemers met een tijdelijk dienstverband in de WIA en Ziektewet. Dat wil dit kabinet veranderen. Werkgevers en UWV moeten zich meer inspannen om zieke werknemers met een tijdelijk contract te re-integreren. Zo wordt voor werkgevers de premie die zij moeten betalen afhankelijk van het aantal werknemers dat instroomt in de Ziektewet.

Ook de zieke werknemers zelf worden meer gestimuleerd om snel weer te gaan werken. Voor uitzendkrachten en mensen met een tijdelijk dienstverband blijft de maximale duur van de ziektewetuitkering twee jaar. Flexwerkers krijgen de eerste drie maanden een uitkering van 70% van het laatstverdiende loon.

. . . lees verder op Internet