Uw Berichten in MijnOverheid Berichtenbox

Recente rechtszaken tonen het belang van duidelijke digitale communicatie door de overheid in de Berichtenbox van MijnOverheid. Ze benadrukken de noodzaak van transparantie en de bescherming van burgerrechten bij het verstrekken van cruciale informatie.

Recente rechtszaken hebben aanzienlijke aandacht gekregen met betrekking tot de juridische geldigheid en de communicatie van overheidsberichten via de Berichtenbox van MijnOverheid. Deze zaken benadrukken de cruciale rol van duidelijke communicatie en de bescherming van burgerrechten in het digitale tijdperk.

UWV en de Onzekere Plaatsingsdatum in Berichtenbox
Een opmerkelijke zaak betrof het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV), waarbij de rechtbank oordeelde dat de plaatsingsdatum van een bericht in de Berichtenbox niet duidelijk was. De kern van het probleem lag in de onduidelijkheid over wanneer het bericht daadwerkelijk beschikbaar was voor de ontvanger. Deze zaak onderstreept het belang van transparantie en duidelijkheid in de communicatie van cruciale informatie door overheidsinstanties.

De bestuursrechter oordeelde dat de bezwaartermijn nog niet was aangevangen voordat de man zijn berichtenbox raadpleegde en het bericht las. Het UWV stelde immers in de beroepsprocedure dat het UWV niet kon bewijzen dat het besluit van 30 november 2020 op die datum in de Berichtenbox van de man op “Mijn UWV” was geplaatst.

Gemeente Amsterdam en de Rol van Notificaties
In een andere significante zaak was de gemeente Amsterdam betrokken. De rechtbank oordeelde dat, hoewel een inwoner een actief MijnOverheid-account had, de gemeente verzuimd had te controleren of de ontvanger daadwerkelijk notificaties had ontvangen over nieuwe berichten. Dit vonnis illustreert het belang van het waarborgen dat burgers adequaat worden geïnformeerd over belangrijke overheidscommunicatie, vooral in situaties waar de niet-naleving van termijnen ingrijpende gevolgen kan hebben.

Het ging over een geschil dat de gemeente Amsterdam verloor vanwege een bericht in de Berichtenbox MijnOverheid. De kern van de zaak betrof de vraag of de gemeente had moeten controleren of de burger, die geen e-mailnotificatie had ontvangen, daadwerkelijk op de hoogte was gesteld van een belangrijk bericht in de Berichtenbox. De rechtbank oordeelde dat het ontbreken van een notificatie niet tegen de burger mag worden gebruikt, indien hij binnen zes weken na kennisname van het besluit alsnog bezwaar maakt. Deze uitspraak benadrukt het belang van adequate communicatie door overheidsinstanties en de rechten van burgers in het digitale tijdperk​​.

De Rol van Digitale Communicatie en Burgerrechten
Deze zaken werpen licht op een groeiend juridisch vraagstuk: de verantwoordelijkheid van de overheid om ervoor te zorgen dat burgers effectief en tijdig toegang hebben tot belangrijke informatie. De verschuiving naar digitale communicatiekanalen brengt nieuwe uitdagingen met zich mee op het gebied van toegankelijkheid en duidelijkheid. De rechtbanken erkennen de noodzaak om de balans te vinden tussen efficiënte digitale processen en de rechten van burgers om volledig geïnformeerd te worden.

Conclusie
Deze recente juridische ontwikkelingen benadrukken het groeiende belang van digitale geletterdheid en toegankelijkheid in de relatie tussen overheid en burger. Ze dienen als een herinnering aan overheidsinstanties om hun digitale communicatieprocessen te herzien en ervoor te zorgen dat ze voldoen aan de behoeften en rechten van alle burgers.


Voor meer gedetailleerde informatie en professionele hulp bij geschillen met de overheid kunnen ondernemers terecht op advocaten.nl of bellen met 0900-advocaten.

Gemeente Verliest Juridische Strijd over Bericht in MijnOverheid Berichtenbox

De rechtbank heeft bepaald dat de gemeente Amsterdam een nieuw besluit moet nemen over een bezwaar tegen een onroerendezaakbelastingaanslag, vanwege het ontbreken van een e-mailnotificatie in de Berichtenbox van MijnOverheid. Deze beslissing volgt op de lijn van recente jurisprudentie die stelt dat de overheid burgers moet waarschuwen bij communicatie via MijnOverheid zonder notificatie, gezien de ernstige gevolgen van gemiste termijnen.

Rechtbankbeslissing MijnOverheid Berichtenbox Amsterdam

Ongeveer 2 jaar geleden berichtte Security.nl over een Rechtbankbeslissing MijnOverheid Berichtenbox Amsterdam waarbij een heffingsambtenaar van de gemeente Amsterdam een nieuw besluit moest nemen betreffende het bezwaar van een inwoner tegen een te laat ingediende OZB-aanslag. Dit komt door een opmerkelijk fout:
het niet selecteren van de optie om een e-mailmelding te ontvangen bij een nieuw bericht in de Berichtenbox van MijnOverheid. Als een bestuursorgaan deze voorkeur niet verifieert, kan de burger niet aansprakelijk worden gesteld voor het missen van het bericht.

De betrokken Amsterdammer ontving de belastingaanslag digitaal in zijn Berichtenbox op MijnOverheid, wat toegestaan was aangezien hij een actief MijnOverheid-account had. Zijn bezwaar werd echter als te laat beschouwd, aangezien de bezwaartermijn start op het moment dat het bericht in de Berichtenbox wordt geplaatst, zoals bepaald in artikel 2:17 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Hier ontstond de verwarring.

Hoewel bij het plaatsen van een bericht een e-mailnotificatie hoort, is het tijdstip van verzending of ontvangst hiervan niet relevant. Het missen van deze notificatie, bijvoorbeeld doordat deze in de spam terechtkomt, wordt normaal gezien als een persoonlijk probleem van de ontvanger. Maar recentelijk heeft de rechtspraak hier een andere draai aan gegeven:
Als iemand aangeeft elektronisch bereikbaar te zijn voor overheidscommunicatie zonder expliciet aan te geven e-mailmeldingen te willen ontvangen bij elk nieuw bericht in de Berichtenbox, dient het bestuursorgaan na te gaan of dit werkelijk de intentie van de burger was.

De rechtbank verwijst naar een uitspraak van de hoogste bestuursrechter uit 2021:
Volgens dit principe, voortbouwend op de inhoud van het betreffende wetsvoorstel, leidt het ontbreken van een notificatie ertoe dat de termijnoverschrijding niet tegen de indiener van een te laat ingediend bezwaar wordt gebruikt, mits hij binnen zes weken na kennisname van het besluit alsnog bezwaar maakt.

Dit standpunt wordt ondersteund door een rapport van de Ombudsman, dat benadrukt dat veel burgers niet dagelijks hun Mijn Berichtenbox controleren. De overheid legt met deze communicatievorm extra lasten op de burger, in tegenstelling tot een fysieke brief. De e-mailnotificatie is dus meer dan een vriendelijke service; het is een cruciaal onderdeel van de dienstverlening.

In een eerdere zaak van het Cbb ging het om sociale zekerheid, maar deze rechtbank heeft de uitspraak doorgetrokken naar belastingrecht, gezien de mogelijk ingrijpende gevolgen van het missen van een belastingaanslag:
De rechtbank concludeert dat ook in belastingzaken de overheid moet waarschuwen als berichten alleen zichtbaar worden in de Berichtenbox van MijnOverheid zonder notificatie.

De uitspraken zijn voor veel burgers nog actueel, omdat veel gemeenten een ongewijzigde systeem hanteren

Voor meer gedetailleerde informatie en professionele hulp bij geschillen met de overheid kunnen ondernemers terecht op advocaten.nl of bellen met 0900-advocaten.

Sneller Op De Hoogte Met De Berichtenbox; Behalve Bij Het Uwv

De bezwaartermijn loopt niet zolang een beschikking van het UWV nog niet is gelezen door de betrokkene, en het UWV niet bewijst dat deze al eerder in de berichtenbox “Mijn UWV”was geplaatst.

Overheidsinstanties gebruiken in toenemende mate digitaal verkeer als communicatiemiddel met rechtssubjecten. Naast het gebruiksgemak en beveiliging is dit vaak kostenbesparend, en de kans dat post ongelezen blijft of verloren raakt bij vakantie of verhuizing is kleiner.

Toch is er weinig regelgeving over het gebruik van een digitale berichtenbox. Dit is relevant in geval van een geschil over de bezwaar en beroepstermijnen, waarbinnen men kan opkomen tegen besluiten van overheidsinstanties of uitvoeringsorganen.

De bezwaartermijn van een beschikking van het UWV begint te lopen op de dag nadat de beslissing op de voorgeschreven bekend wijze is gemaakt. Dat is over het algemeen dat de verzenddatum van het besluit, als deze schriftelijk wordt verstuurd aan de belanghebbende.

Indien de beslissing niet per post bekend wordt gemaakt, maar via de digitale berichtenbox wordt verstuurd, geldt dat de termijn loopt vanaf de dag volgende op de datum waarin het in de berichtenbox is geplaatst.

Een ex-werknemer had bij het UWV digitaal een uitkering gevraagd, die door het UWV was afgewezen op 30 november 2020. De beschikking van het UWV was in de berichtenbox van de betrokkene geplaatst, die opvraagbaar is via “Mijn UWV“. De termijn liep vanaf 1 december 2020 tot 11 januari 2021, dus 6 weken later.

De man las het bericht pas in januari 2021 en zond binnen 6 weken daarna, op 29 januari 2021, het bezwaarschrift in. Volgens het UWV was dit te laat.

De man ging in beroep, en de rechter oordeelde dat de man wel tijdig in bezwaar was gekomen. Het komt daarbij volgens de bestuursrechter aan of het UWV kan bewijzen dat het bericht inderdaad al op 29 november 2020 in de berichtenbox was geplaatst.

De bestuursrechter oordeelde dat de bezwaartermijn nog niet was aangevangen voordat de man zijn berichtenbox raadpleegde en het bericht las. Het UWV stelde immers in de beroepsprocedure dat het UWV niet kon bewijzen dat het besluit van 30 november 2020 op die datum in de Berichtenbox van de man op “Mijn UWV” was geplaatst.

De uitkomst is voorlopig dus dat bij een digitale communicatie de bezwaar of beroepstermijn gaat lopen op de dag dat men kennis neemt van een bericht in de berichtenbox, tenzij het VW bewijst dat het bericht al eerder werd geplaatst. Of hierbij een rol speelde dat het UWV, kennelijk onweersproken, de man tijdens de bezwaartermijn telefonisch had gemeld dat hij nog schriftelijk bericht zou ontvangen, is niet geheel duidelijk. Van belang is in ieder geval wel dat het UWV de man niet per e-mail geïnformeerde over deze beslissing, noch over het feit dat een bericht in de berichtenbox was geplaatst.

De rechter stelt dus dat on zo`n geval de bezwaartermijn pas gaat lopen vanaf de datum dat de man het bericht in januari 2021 heeft ingezien, en dat een bezwaar nog tot 6 weken daarna kan worden ingediend daarna de bezwaartermijn gaat lopen.

Voor het UWV likt de oplossing eenvoudig: een email met ontvangstbevestiging aan de betrokkenen, met een mededeling dat een beslissing is genomen. Aanvullende regels ter zake zullen niet uit kunnen blijven.