gevangenisstraf voor financiering van terrorisme

Het gerechtshof Den Haag heeft op 10 maart 2017 een 29-jarige man uit Den Haag veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden waarvan 14 maanden voorwaardelijk voor financiering van terrorisme.

De man heeft in de periode van 16 september 2013 tot en met 24 december 2014, via tussenpersonen, bijna € 17.000,- verzonden naar zijn broer, die in Syrië vocht aan de zijde van de terroristische organisatie Islamitische Staat (IS) en die op de Nationale terrorismelijst was geplaatst. Het hof acht tevens bewezen dat de man zich samen met een ander schuldig heeft gemaakt aan valsheid in geschrift en gebruikmaking van dit geschrift, door een verzoek voorlopige aanslag, met daarin opzettelijk opgenomen onjuiste gegevens, bij de Belastingdienst in te dienen. De man heeft hierdoor ten onrechte een geldbedrag van ruim € 10.000,- van de belastingdienst ontvangen, waarvan aansluitend het grootste gedeelte is overgemaakt naar zijn broer in Syrië.

Eerder is de man door de rechtbank veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden waarvan 8 maanden voorwaardelijk. Het hof heeft bij de oplegging van de straf rekening gehouden met de huidige persoonlijke omstandigheden en voorts anders dan de rechtbank het terroristisch oogmerk niet bewezen geacht bij de valsheid in geschrift en gebruik maken van een vals/vervalst geschrift. Hierdoor komt het gerechtshof tot een groter voorwaardelijk deel, namelijk 14 maanden.