reglement Geschillencommissie Advocatuur

Reglement Geschillencommissie Advocatuur

Afdeling 1: Algemene bepalingen

Artikel 1 :    Begripsomschrijving
Artikel 2 :    Toepasselijkheid
Artikel 3 :    Samenstelling Commissie
Artikel 4 :    Taak Commissie
Artikel 5 :    Wraking en verschoning
Artikel 6 :    Geheimhouding
Artikel 7 :    Ontvankelijkheid
Artikel 8 :    Bijstand of vertegenwoordiging

Afdeling 2: Bindend advies

Artikel 9 :    Aanhangig maken
Artikel 10:    Klachtengeld
Artikel 11:    Openstaande declaraties
Artikel 12:    Fictieve intrekking en wisselbepaling
Artikel 13:    Schrapping van het tableau, faillissement, surseance,     schuldsaneringsregeling
Artikel 14:    Verweer en tegenvordering
Artikel 15:    Mondelinge behandeling
Artikel 16:    Inlichtingen, getuigen en deskundigen
Artikel 17:    Bindend advies
Artikel 18:    Inhoud bindend advies
Artikel 19:    Verkeerde partij
Artikel 20:    Schikking
Artikel 21:    Bestemming depot
Artikel 22:    Procedurekosten
Artikel 23:    Rectificatie
Artikel 24:    Vernietiging, verbindende kracht

Afdeling 3: Arbitrage

Artikel 25:    Aanhangig maken
Artikel 26:    Arbitragekosten
Artikel 27:    Fictieve intrekking
Artikel 28:    Verweer en tegenvordering
Artikel 29:    Mondelinge behandeling
Artikel 30:    Inlichtingen, getuigen en deskundigen
Artikel 31:    Arbitraal vonnis
Artikel 32:    Verzending en depot vonnis
Artikel 33:    Verbindende kracht van het vonnis
Artikel 34:    Rectificatie
Artikel 35:    Arbitraal schikkingsvonnis
Artikel 36:    Kostenveroordeling

Afdeling 4: Slotbepalingen

Artikel 37:    Publikatie
Artikel 38:    Leemtes
Artikel 39:    Uitsluiting aansprakelijkheid
Artikel 40:     Duur

Reglement Geschillencommissie Advocatuur

AFDELING 1: ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 – Begripsomschrijving
In dit reglement wordt verstaan onder:

  • SGC
    de Stichting Geschillencommissies voor consumentenzaken;
  • SGB
    de Stichting Geschillencommissies voor Beroep en Bedrijf;
  • Commissie
    de Geschillencommissie Advocatuur, ingesteld en in stand gehouden door de SGC en de SGB, overeenkomstig hun statuten;
  • kantoorklachtenregeling
    de schriftelijk aan de cliënt bekend gemaakte regeling die op het kantoor van de advocaat geldt voor de behandeling van klachten van cliënten;
  • Geschillenregeling Advocatuur
    het onderhavige reglement;
  • advocaat
    de advocaat, daaronder begrepen de rechtspersoon waarin deze zijn beroep uitoefent en het kantoor waarvan hij deel uitmaakt, op wiens verrichtingen de Geschillenregeling Advocatuur van toepassing is;
  • de Orde
    De Nederlandse Orde van Advocaten;
  • cliënt
    de afnemer van de diensten van een advocaat;
  • consument
    de cliënt, natuurlijke persoon die niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf.

Artikel 2 – Toepasselijkheid
1. De Geschillenregeling Advocatuur is van
toepassing indien door partijen daarnaar bij schriftelijke overeenkomst is verwezen en het geschil betreft
a. de totstandkoming en/of de uitvoering van een opdracht aan de advocaat;
b. een vordering tot vergoeding van schade die, beoordeeld naar het moment van
indiening, het bedrag van € 10.000,- (inclusief eventueel verschuldigde BTW) niet te boven gaat of zal gaan dan wel uitdrukkelijk tot dat bedrag beperkt is waarbij schriftelijk afstand wordt gedaan van het meerdere;
c. de hoogte en/of de incasso van een of meer door de advocaat aan de cliënt verzonden declaraties.
Indien de Commissie, als voorzien in lid 2, beslist bij wege van bindend advies is zij niet bevoegd uitspraak te doen over vorderingen tot vergoeding van rente.
2. Indien de cliënt een consument is, beslist de Commissie, onverminderd het bepaalde in
artikel 12 lid 2, bij wege van bindend advies. In alle overige gevallen wordt het geschil beslecht door arbitrage. In geval van bindend advies is afdeling 2 van toepassing, in geval van arbitrage afdeling 3.
3. Hetgeen in deze afdeling en in afdeling 4
is bepaald geldt zowel in geval van toepasselijkheid van afdeling 2 als in geval van toepasselijkheid van afdeling 3.

Artikel 3 – Samenstelling Commissie
1. De Commissie bestaat uit:
(i)   een of meer voorzitters die deel uitmaken van de rechterlijke macht met rechtspraak belast
(ii)  een of meer door de Consumentenbond voorgedragen leden
(iii) een of meer representanten van het bedrijfsleven
(iv) een of meer door de Orde als lid voorgedragen advocaten.

Benoeming van de leden bedoeld onder (i) en (iv) geschiedt door de SGC en de SGB gezamenlijk, benoeming van de leden bedoeld onder (ii) geschiedt door de SGC en benoeming van de leden bedoeld onder (iii) geschiedt door de SGB.
2. Aan de Commissie wordt een (plaatsvervangend) secretaris toegevoegd, die de hoedanigheid van meester in de rechten heeft.
Het secretariaat van de Commissie wordt in geval van bindend advies verzorgd door de SGC en in geval van arbitrage door de SGB.
3. Door de secretaris wordt in overleg met (een van) de voorzitter(s) beslist welke leden van de Commissie met de behandeling van een geschil worden belast met dien verstande dat daaraan deelnemen :
in geval van bindend advies: een voorzitter, een lid als bedoeld onder 1 (ii) en een lid als bedoeld onder 1 (iv) van dit artikel;
in geval van arbitrage: een voorzitter, een lid als bedoeld onder 1 (iii) en een lid als bedoeld onder 1 (iv) van dit artikel.
4. In geval van arbitrage kunnen geschillen als bedoeld in artikel 2.1 onder c waarin geen schriftelijk verweer wordt gevoerd door de voorzitter worden afgedaan.

Artikel 4 – Taak Commissie
De Commissie heeft tot taak geschillen tussen de cliënt en de advocaat te beslechten, voorzover deze betrekking hebben op de totstandkoming of de uitvoering van een door de cliënt aan de advocaat gegeven opdracht. Zij bevordert een schikking tussen partijen.

Artikel 5 – Wraking en verschoning
1. Een lid van de Commissie kan op verzoek van één of beide partijen worden gewraakt op grond van feiten of omstandigheden die het vormen van een onpartijdig oordeel over het geschil zouden kunnen bemoeilijken. Een dergelijk verzoek dient te worden gedaan uiterlijk op de zitting waarop het geschil wordt behandeld.
2. De overige leden van de Commissie in de samenstelling waarin zij in het desbetreffende geval zitting heeft beslissen of de wraking terecht is gedaan. Bij staking van stemmen wordt dit geacht het geval te zijn.
3. Op grond van feiten of omstandigheden als bedoeld in het eerste lid kan een lid van de Commissie zich terzake van de behandeling van een geschil verschonen. Hij is verplicht dit te doen, indien de beide overige leden van de Commissie, die aan de behandeling van het geschil zullen deelnemen, van oordeel zijn dat de bedoelde feiten of omstandigheden zich te zijnen aanzien voordoen.
4. In geval van wraking of verschoning wordt het betrokken lid vervangen door een ander lid van de Commissie.
5. De beslissing als bedoeld in het tweede lid wordt aan partijen medegedeeld.

Artikel 6 – Geheimhouding
De leden van de Commissie en de (plaatsvervangend) secretaris zijn tot geheimhouding
verplicht ten aanzien van alle de partijen betreffende gegevens die hen bij de behandeling van het geschil ter kennis zijn gekomen.

Artikel 7 – Ontvankelijkheid
1. De Commissie verklaart op verzoek van de advocaat – mits gedaan bij eerste gelegenheid – de cliënt in zijn klacht niet-ontvankelijk
a. indien hij zijn klacht niet eerst overeenkomstig de kantoorklachtenregeling bij de advocaat heeft ingediend binnen drie maanden na het moment waarop de cliënt kennis nam of redelijkerwijs had kunnen nemen van het handelen of nalaten dat tot de klacht aanleiding heeft gegeven;
b. indien na indiening van de klacht als bedoeld onder a nog geen vier weken zijn verstreken of deze indien voor de klacht binnen deze termijn naar tevredenheid tussen de advocaat en de cliënt een regeling is overeengekomen die door de advocaat aan de cliënt schriftelijk is afgehandeld bevestigd;
c. indien na schriftelijke afhandeling van de klacht als bedoeld onder a meer dan twaalf maanden zijn verstreken.
2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid, aanhef en onder a, kan de Commissie besluiten het geschil toch in behandeling te nemen, indien de cliënt terzake van de niet-naleving van de voorwaarden naar het oordeel van de Commissie redelijkerwijs geen verwijt treft.

Artikel 8 – Bijstand of vertegenwoordiging
Partijen hebben het recht zich door een derde te laten bijstaan of vertegenwoordigen.

AFDELING 2: BINDEND ADVIES

Artikel 9 – Aanhangig maken
1. Onverminderd het bepaalde in de artikelen 2 en 7 wordt een geschil aanhangig gemaakt door een daartoe strekkende schriftelijke mededeling aan de Commissie.
2. De in lid 1 bedoelde mededeling dient te bevatten de namen, adressen en eventuele
telefoon- en telefaxnummers van beide partijen alsmede een korte omschrijving van het geschil en de vordering.
3. De Commissie stuurt de consument, zowel wanneer deze het geschil aanhangig heeft gemaakt als wanneer hij de verweerder is,  een vragenformulier dat deze ingevuld en ondertekend aan de Commissie dient te retourneren.

Artikel 10 – Klachtengeld
1. Degene die een geschil aanhangig maakt, is een door de SGC vastgesteld bedrag aan klachtengeld verschuldigd.
2. Het in lid 1 bedoelde bedrag wordt door de SGC niet terugbetaald.

Artikel 11 – Openstaande declaraties
Indien de consument de betaling van de dienst waarover het geschil gaat, geheel of gedeeltelijk achterwege heeft gelaten, dient de consument het nog openstaande declaratiebedrag exclusief rente en kosten bij de SGC te deponeren, tenzij partijen anderszins overeenkomen. Over dit bedrag wordt geen rente vergoed.

Artikel 12 – Fictieve intrekking en wisselbepaling
1. Indien het geschil door de consument aanhangig is gemaakt en deze niet: binnen één maand na een daartoe strekkend verzoek het vragenformulier retourneert als voorzien in artikel 9 lid 3, het klachtengeld betaalt als voorzien in artikel 10 lid 1 en/of het eventueel openstaande declaratiebedrag deponeert als voorzien in artikel 11, wordt hij geacht het geschil te hebben ingetrokken.
2. Indien het geschil tegen de consument aanhangig is gemaakt en deze niet binnen één maand na een daartoe strekkend verzoek het openstaande declaratiebedrag deponeert als voorzien in artikel 11, wordt het geschil door arbitrage overeenkomstig het bepaalde in afdeling 3 beslecht.
3. De Commissie kan de in de vorige leden bedoelde termijn van één maand bekorten of verlengen.

Artikel 13 – Schrapping van het tableau, faillissement, surseance, schuldsaneringsregeling
De Commissie zal een geschil niet behandelen of de behandeling staken, indien de advocaat geschrapt is van het tableau, aan hem surseance van betaling is verleend, de advocaat in staat van faillissement is geraakt of ten aanzien van hem de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is verklaard.

Artikel 14 – Verweer en tegenvordering
1. De Commissie stelt de wederpartij schriftelijk in kennis van het in behandeling nemen van het geschil en stelt hem gedurende één maand in de gelegenheid zijn standpunt over het geschil schriftelijk aan de Commissie kenbaar te maken. Bij die gelegenheid kan tevens – binnen de grenzen van artikel 2 en mits betrekking hebbende op het onbetaalde deel van de declaratie terzake van de opdracht die in het geding is – een tegenvordering worden ingesteld. De Commissie kan de termijn van één maand bekorten of verlengen.
2. Het in lid 1 bedoelde standpunt wordt door de Commissie in afschrift aan de andere partij toegezonden. Ingeval van een tegenvordering stelt de Commissie de betrokken partij gedurende één maand in staat daarop schriftelijk te reageren. De Commissie kan deze termijn bekorten of verlengen.

Artikel 15 – Mondelinge behandeling
1. Indien de Commissie dit nodig acht of indien één partij of beide partijen hiertoe de wens te kennen geeft of geven, worden beide partijen opgeroepen teneinde mondeling te worden gehoord. De Commissie stelt plaats, dag en uur vast en stelt partijen daarvan op de
hoogte.
2. De Commissie kan partijen op hun verzoek toestaan getuigen of deskundigen mee te nemen en door haar te doen horen. De namen en adressen dienen uiterlijk één week voor de zitting van de Commissie aan haar te zijn opgegeven.

Artikel 16 – Inlichtingen, getuigen en deskundigen
De Commissie kan indien zij dat noodzakelijk acht zelf inlichtingen inwinnen, onder meer door het horen van getuigen of deskundigen, door het instellen van een onderzoek of door het doen instellen van een onderzoek door een of meer door haar aan te wijzen deskundigen.
De Commissie geeft daarvan kennis aan partijen. Partijen kunnen bij het horen van getuigen of deskundigen desgewenst aanwezig zijn.
De Commissie verstrekt een afschrift van het deskundigenrapport aan partijen, die daarop binnen twee weken schriftelijk bij de Commissie kunnen reageren. De Commissie kan de termijn van twee weken bekorten of verlengen.

Artikel 17 – Bindend advies
1. De Commissie beslist naar redelijkheid en billijkheid met inachtneming van de tussen partijen gesloten overeenkomst, waarbij zij als maatstaf voor het handelen van de advocaat hanteert dat deze heeft gehandeld zoals verwacht mag worden van een redelijk bekwame en redelijk handelende advocaat.
De Commissie beslist met meerderheid van stemmen. Het bindend advies wordt door de voorzitter ondertekend en schriftelijk aan
partijen medegedeeld.
2. Het bindend advies bevat, naast de beslissing, in elk geval:
a. de namen van de leden van de Commissie;
b. de namen en woon-, c.q. vestigingsplaatsen van partijen;
c. de dagtekening van het bindend advies;
d. de motivering van de gegeven beslissing.

Artikel 18 – Inhoud Bindend Advies
1. De Commissie beslist over haar bevoegdheid, de ontvankelijkheid van partijen en het geheel of gedeeltelijk (on)gegrond zijn van de klacht.
2. De Commissie kan voorts de volgende beslissingen nemen:
• een door een van partijen te betalen (schade)vergoeding tot een bedrag van maximaal € 10.000,- (inclusief eventueel verschuldigde BTW) vaststellen;
• een betalingsverplichting vaststellen;
• aan de advocaat en/of aan de consument nakoming opleggen van de overeenkomst;
• de overeenkomst ontbinden of de partij-ontbinding bevestigen; alsmede iedere andere beslissing, die zij redelijk en billijk acht ter beëindiging van het geschil.

Artikel 19 – Verkeerde partij
Indien tijdens de behandeling van een geschil blijkt dat het geschil niet jegens de juiste partij aanhangig is gemaakt, verklaart de Commissie de klacht ongegrond en wordt tevens een termijn bepaald, waarbinnen het geschil door de betrokkene opnieuw aanhangig kan worden gemaakt, zonder dat deze opnieuw klachtengeld
verschuldigd is.

Artikel 20 – Schikking
Indien de partijen bij de mondelinge behandeling tot een schikking komen, kan de Commissie de inhoud daarvan in de vorm van een bindend advies vastleggen.

Artikel 21 – Bestemming depot
1. In het bindend advies bepaalt de Commissie mede de bestemming van een ingevolge artikel 11 bij haar in depot gestort bedrag.
2. Bij geschillen over verrekening van het depotbedrag overeenkomstig het bindend advies, beslist de Commissie op verzoek van de meest gerede partij.
3. Indien de Commissie zich niet bevoegd verklaart of degene die het geschil aanhangig maakt niet-ontvankelijk verklaart, wordt het in depot gestorte bedrag aan de consument terugbetaald.

Artikel 22 – Procedurekosten
1. De in het ongelijk gestelde partij wordt veroordeeld om aan de wederpartij te voldoen het in artikel 10 bedoelde klachtengeld.
Voorts kan zij, in bijzondere gevallen, worden veroordeeld om aan de wederpartij te voldoen de door de Commissie begrote kosten van juridische bijstand tot een maximum van vijf maal het bedrag dat ingevolge artikel 10 aan de SGC verschuldigd is. Indien partijen ieder voor een deel in het ongelijk zijn gesteld, kan de Commissie de hiervoor bedoelde kosten verdelen.
2. Wordt de advocaat in het ongelijk gesteld, dan wordt deze veroordeeld tot voldoening aan de SGC van een door de SGC vastgesteld bedrag als bijdrage in de behandelingskosten.
bijdrage kan op een lager bedrag worden gesteld indien de advocaat gedeeltelijk in het ongelijk wordt gesteld.
3. Bij een tussen partijen getroffen schikking na verzending van de oproep om mondeling te worden gehoord, is de advocaat aan de SGC de behandelingskosten verschuldigd. Het door de ene partij betaalde klachtengeld behoeft door de andere partij aan deze niet te worden vergoed.
4. Bepalend voor de hoogte van de in dit artikel bedoelde behandelingskosten is het bedrag dat door de SGC is vastgesteld voor het jaar waarin de Commissie de klacht geheel of gedeeltelijk gegrond verklaart. De Commissie kan de behandelingskosten matigen met maximaal 50 % bij een gedeeltelijk gegronde klacht.

Artikel 23 – Rectificatie
1. De voorzitter van de Commissie kan uit eigen beweging of op een binnen twee weken na de verzenddatum van het bindend advies door een partij schriftelijk gedaan verzoek een kennelijke reken- of schrijffout in het bindend advies herstellen, dan wel – indien de gegevens genoemd in artikel 17 lid 2 onder a tot en met c onjuist zijn vermeld – tot verbetering van die gegevens overgaan.
2. Een verzoek als bedoeld in het eerste lid wordt in afschrift aan de wederpartij gezonden en schort de mogelijkheid van tenuitvoerlegging van het bindend advies op, totdat op het verzoek is beslist.
3. De wederpartij wordt twee weken in de gelegenheid gesteld op het verzoek als bedoeld in het eerste lid te reageren.
4. Herstel of verbetering geschiedt middels schriftelijke mededeling aan partijen.

Artikel 24 – Vernietiging, verbindende kracht
1. Vernietiging van het bindend advies van de Commissie kan uitsluitend plaatsvinden door het ter toetsing voor te leggen aan de gewone rechter binnen drie maanden na de verzending van de uitspraak aan partijen. De rechter zal het bindend advies vernietigen, indien het in verband met de inhoud of wijze van totstandkoming in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn om de andere partij aan het bindend advies te houden. Door niet binnen voornoemde termijn de uitspraak aan de gewone rechter ter toetsing voor te leggen, wordt de uitspraak onaantastbaar.
2. Aan een uitspraak van de Ccommissie komt geen gezag van gewijsde toe in een procedure voor de gewone rechter, indien en voorzover de uitspraak betrekking heeft op een klacht van de consument waarmee een bedrag van meer dan € 10.000,- (inclusief eventueel verschuldigde BTW) is gemoeid.

AFDELING 3: ARBITRAGE

Artikel 25 – Aanhangig maken
1. Onverminderd het bepaalde in de artikelen 2 en 7 wordt een geschil aanhangig gemaakt door een daartoe strekkende schriftelijke mededeling aan de Commissie.
2. De in lid 1 bedoelde mededeling dient te bevatten de namen, adressen en eventuele
telefoon- en telefaxnummers van beide partijen alsmede een korte omschrijving van het geschil en de vordering.
3. Indien het geschil de hoogte van een declaratie van de advocaat betreft, dient kopie van die declaratie tegelijk met de in lid 1 bedoelde mededeling aan de Commissie te worden toegestuurd.
4. De Commissie kan aan de cliënt, zowel wanneer deze het geschil aanhangig heeft gemaakt als wanneer hij de verweerder is, een vragenformulier toezenden, dat deze ingevuld en ondertekend aan de Commissie dient te retourneren.

Artikel 26 – Arbitragekosten
1. Degene die een geschil aanhangig maakt, is aan de SGB een door de SGB vastgesteld bedrag voor de behandeling van het geschil verschuldigd.
2. Het in lid 1 bedoelde bedrag wordt door de SGB niet terugbetaald.

Artikel 27 – Fictieve intrekking
1. Indien degene die het geschil aanhangig heeft gemaakt niet binnen één maand na een daartoe strekkend verzoek het vragenformulier, voorzover aan hem toegezonden, retourneert als voorzien in artikel 25 lid 4 en de arbitragekosten als bedoeld in artikel 26 betaalt, wordt hij geacht het geschil te hebben ingetrokken.
2. De Commissie kan de termijn van één maand bekorten of verlengen.

Artikel 28 – Verweer en tegenvordering
1. De Commissie stelt degeen tegen wie het geschil aanhangig is gemaakt schriftelijk in kennis daarvan en stelt hem gedurende één maand in staat zijn standpunt over het geschil schriftelijk aan de Commissie kenbaar te maken. Bij die gelegenheid kan tevens – binnen de grenzen van artikel 2 – een tegenvordering worden ingesteld. De Commissie kan de termijn van één maand bekorten of verlengen.
2. Het in lid 1 bedoelde standpunt wordt door de Commissie in afschrift aan de andere partij toegezonden. Ingeval van een tegenvordering stelt de Commissie de betrokken partij
gedurende één maand in staat daarop schriftelijk te reageren. De Commissie kan deze termijn bekorten of verlengen.

Artikel 29 – Mondelinge behandeling
1. Indien de Commissie dit nodig acht of indien één partij of beide partijen hiertoe de wens te kennen geeft of geven, worden beide partijen bij aangetekende brief opgeroepen teneinde mondeling te worden gehoord. De Commissie stelt plaats, dag en uur vast en stelt partijen daarvan op de hoogte.
2. De Commissie kan partijen op hun verzoek toestaan getuigen of deskundigen mee te nemen en door haar te doen horen. De namen en adressen dienen uiterlijk één week voor de zitting van de Commissie aan haar te zijn opgegeven.

Artikel 30 – Inlichtingen, getuigen en deskundigen
De Commissie kan indien zij dat noodzakelijk acht zelf inlichtingen inwinnen, onder meer door het horen van getuigen of deskundigen, door het instellen van een onderzoek of door het doen instellen van een onderzoek door een of meer door haar aan te wijzen deskundigen.
De Commissie geeft daarvan kennis aan partijen. Partijen kunnen bij het horen van getuigen of deskundigen desgewenst aanwezig zijn.
De Commissie verstrekt een afschrift van het deskundigenrapport aan partijen, die daarop
binnen twee weken schriftelijk bij de Commissie kunnen reageren. De Commissie kan de termijn van twee weken bekorten of verlengen.

Artikel 31 – Arbitraal vonnis
1. De Commissie beslist als goede mannen naar billijkheid met inachtneming van de tussen partijen gesloten overeenkomst, waarbij zij als maatstaf voor het handelen van de advocaat hanteert dat deze heeft gehandeld zoals verwacht mag worden van een redelijk bekwame en redelijk handelende advocaat.
De Commissie kan onder meer de declaratie(s) van een advocaat naar redelijkheid en billijkheid verminderen bij tekortkomingen in de dienstverlening. De Commissie beslist bij meerderheid van stemmen. Het vonnis wordt op schrift gesteld en door de arbiter of arbiters ondertekend.
2. Weigert één van de arbiters te ondertekenen, dan wordt daarvan door de andere arbiters onder het door hen ondertekende vonnis melding gemaakt. Deze melding wordt door hen ondertekend. Een overeenkomstige melding vindt plaats, indien een arbiter niet in staat is te ondertekenen en niet verwacht kan worden dat het beletsel daartoe binnen korte tijd zal zijn opgeheven.
3. Het arbitraal vonnis bevat, naast de beslissing, in elk geval:
a. de namen en woonplaatsen van de arbiter of arbiters;
b. de namen en woon-, vestigings- of gewone verblijfplaatsen van partijen;
c. de dagtekening van de uitspraak;
d. de plaats van de uitspraak;
e. de gronden voor de in het vonnis gegeven beslissing.

Artikel 32 – Verzending en depot vonnis
De SGB draagt er zorg voor dat ten spoedigste
a. een afschrift van elk vonnis, getekend door een arbiter of de (plaatsvervangend) secretaris van de Commissie, aan de partijen aangetekend wordt toegezonden;
b.het origineel van een geheel of gedeeltelijk eindvonnis wordt gedeponeerd ter griffie van de rechtbank binnen het arrondissement waar de plaats van de arbitrage is gelegen.

Artikel 33 – Verbindende kracht van het vonnis
Het vonnis is verbindend voor partijen met ingang van de dag waarop het is gewezen. Partijen zijn verplicht het vonnis onverwijld na te komen. Aan een uitspraak van de Commissie komt geen gezag van gewijsde toe in een procedure voor de gewone rechter, indien en voorzover de uitspraak betrekking heeft op een klacht van de cliënt waarmee een bedrag van meer dan € 10.000,- (inclusief eventueel
verschuldigde BTW) is gemoeid.

Artikel 34 – Rectificatie
1. Een partij kan tot 30 dagen na de dag waarop het vonnis ter griffie van de rechtbank is
gedeponeerd, de Commissie schriftelijk verzoeken, een kennelijke rekenfout of
schrijffout in het vonnis te herstellen.
2. Indien de gegevens, genoemd in artikel 31 lid 3 onjuist zijn vermeld of geheel of gedeeltelijk in het vonnis ontbreken, kan een partij, tot 30 dagen na de dag waarop het vonnis ter griffie van de rechtbank is gedeponeerd, de Commissie schriftelijk de verbetering van die gegevens verzoeken.
3. Het in de leden 1 en 2 bedoelde verzoek wordt door de Commissie schriftelijk aan de wederpartij gezonden.
4. De Commissie kan, tot 30 dagen na de dag waarop het vonnis ter griffie van de rechtbank is gedeponeerd, ook uit eigen beweging tot het herstel, als bedoeld in het lid 1, of de verbetering, als bedoeld in lid 2 overgaan.
5. Gaat de Commissie tot het herstel of de verbetering over, dan wordt deze door de Commissie op het origineel en op de afschriften van het vonnis aangebracht en ondertekend, dan wel in een apart door de Commissie ondertekend stuk vermeld, welk stuk geacht wordt deel uit te maken van het vonnis. Artikel 31 lid 1, voorlaatste en laatste volzin, 2 en 3 en artikel 32 lid 1 zijn van overeenkomstige toepassing.
6. Wijst de Commissie het verzoek tot herstel of de verbetering af, dan deelt zij zulks schriftelijk aan de partijen mee.

Artikel 35 – Arbitraal schikkingsvonnis
1. Indien de partijen bij de mondelinge behandeling tot een vergelijk komen, kan de Commissie op hun gezamenlijk verzoek de inhoud daarvan in een vonnis vastleggen.
2. Het in lid 1 bedoelde vonnis geldt als een arbitraal vonnis waarop de artikelen van deze afdeling van toepassing zijn met dien verstande dat:
a. het vonnis, in afwijking van het bepaalde in artikel 31 lid 3 onder e niet de gronden waarop het berust, behoeft te bevatten en
b. het vonnis door partijen wordt mede-ondertekend.

Artikel 36 – Kostenveroordeling
De in het ongelijk gestelde partij wordt veroordeeld om aan de wederpartij te voldoen de in artikel 26 bedoelde arbitragekosten. Voorts kan zij worden veroordeeld om aan de wederpartij te voldoen de kosten van deskundigen en getuigen en de door de Commissie begrote kosten van juridische bijstand van de wederpartij. Indien partijen ieder voor een deel in het ongelijk zijn gesteld, kan de Commissie de hiervoor bedoelde kosten verdelen.

AFDELING 4: SLOTBEPALINGEN

Artikel 37 – Publikatie
De uitspraak van de Commissie wordt toegezonden aan de deken van de Orde waartoe de betrokken advocaat behoort en kan zonder vermelding van de namen en woon- c.q. vestigingsplaatsen van partijen op een door de SGC respectievelijk SGB te bepalen wijze worden gepubliceerd.

Artikel 38 – Leemtes
In alle gevallen waarin de Geschillenregeling Advocatuur niet voorziet, beslist de Commissie, met inachtneming van eisen van redelijkheid en billijkheid.

Artikel 39 – Uitsluiting aansprakelijkheid
De SGC, de SGB, de leden van de Commissie en de (plaatsvervangend) secretaris zijn niet aansprakelijk voor enig handelen of nalaten met betrekking tot een geschil waarop de Geschillenregeling Advocatuur van toepassing is.

Artikel 40 – Wijziging
Dit reglement kan worden gewijzigd door besluit van de Orde, SGB en SGC. In geval van wijziging geldt de tekst die van kracht is op het moment dat het geschil aanhangig wordt gemaakt.