nadeel bv

De keuze voor de BV als rechtsvorm voor een onderneming heeft ook nadelen. De aandeelhouder kan alleen in geval van bijzondere omstandigheden de wederpartij van de BV aansprakelijk stellen.

Waarom kiest de ondernemer voor een BV als rechtsvorm voor zijn onderneming? Veelal om fiscale redenen. Maar niet zelden speelt ook een belangrijke rol het voordeel dat de ondernemer persoonlijke aansprakelijkheid ontloopt. Het is immers de BV die “eigenaar” is van de onderneming. Zijn er schulden ontstaan dan is het alleen de BV die daarvoor aansprakelijk is. De aandeelhouder stort zijn aandelenkapitaal. Meer risico loopt hij niet.

Maar er is ook een keerzijde, zo ondervond een aandeelhouder in de spraakmakende zaak Poot/ABP uit 1994. Het ABP handelde onzorgvuldig tegenover de BV’s van de aandeelhouder. De BV’s gingen failliet. De aandeelhouder vorderde nu van het ABP de schade die hij had geleden doordat zijn aandelen waardeloos waren geworden. Hij wees het ABP aan als schuldige. De Hoge Raad achtte de vordering van de aandeelhouder niet toewijsbaar: de vordering kwam alleen de BV’s toe. Een begrijpelijk oordeel, wanneer men vasthoudt aan de gedachte dat de BV nu eenmaal exploitant van de onderneming is.

Inmiddels wees de Hoge Raad dit jaar een arrest (Kip/Rabo) waaruit bleek dat in bijzondere gevallen een aandeelhouder toch, rechtstreeks, naar de wederpartij van de BV kan stappen. Dat kan namelijk wanneer die wederpartij zich nu juist tegenover de aandeelhouder onrechtmatig heeft gedragen, terwijl het niet mogelijk is de schade alsnog via de BV te vorderen. De Rabo-bank, financier van de BV, had in deze zaak de twee aandeelhouders het leven zuur gemaakt. De bank dwong – onder omstandigheden waarin zulks niet nodig was – de aandeelhouders hun aandelen over te dragen aan een andere ondernemer. Deze laatste kon profiteren van de noodsituatie waarin de aandeelhouders kwamen te verkeren en kocht de aandelen voor een zacht prijsje. Gevolg: aanzienlijke schade bij de twee aandeelhouders. Nu de aandeelhouders hun schade definitief hadden geleden, oordeelde de Hoge Raad dat de bank (in beginsel) aansprakelijk was tegenover de aandeelhouders.

Onder bijzondere omstandigheden, zo blijkt uit deze uitspraak van de Hoge Raad, is een – wat men noemt – “omgekeerde doorbraak” van aansprakelijkheid dus mogelijk: de aandeelhouder van een BV kan rechtstreeks schadevergoeding vorderen van de wederpartij van de BV.

december 1997