Hoger beroep bij ontbinding van een arbeidsovereenkomst

Om een arbeidsovereenkomst tegen de wil van de werknemer tussentijds tot een einde te laten komen, zijn er drie mogelijkheden: ontslag op staande voet, opzeggen met een ontslagvergunning en ontbinding door de kantonrechter. De laatste mogelijkheid heeft de naam een snelle en redelijk veilige procedure te zijn. De arbeidsovereenkomst komt dan namelijk meestal binnen twee maanden tot een einde en er is niet het risico van een ontslag op staande voet waarbij de kans bestaat dat er na jaren procederen alsnog een enorme loonvordering betaald moet worden. Een ander voord

eel van ontbinding door de kantonrechter is dat de beslissing definitief is. Hoger beroep is namelijk zo goed als uitgesloten. Dat is ook meteen het nadeel, want het moet in één keer goed gaan, er is geen tweede kans. Een eigenaar van een taxibedrijf merkte dat één van zijn chauffeurs in loondienst geld van klanten niet afdroeg en in zijn eigen zak stak. De werkgever besloot de chauffeur niet op staande voet te ontslaan, maar de ’veilige’ weg van de ontbinding van de arbeidsovereenkomst door de kantonrechter te bewandelen. In een dergelijk geval dient de werkgever een verzoekschrift in bij de kantonrechter en maximaal zes weken later staan partijen voor de rechter. Geen tweede kans De rechter oordeelde in dit geval dat het bewijs voor het verduisteren niet geleverd was en dat de chauffeur dus mocht blijven. De werkgever ging begrijpelijkerwijs direct op zoek naar bewijs. Hij verkreeg een deskundigenrapport waaruit in samenhang met urenstaten het misdrijf moest blijken. Ervan overtuigd dat het bewijs nu rond was, verzocht hij opnieuw ontbinding van de arbeidsovereenkomst, maar de kantonrechter wilde het bewijs niet beoordelen. Hoger beroep is weliswaar verboden, maar volgens de letter van de wet mogen dezelfde feiten nogmaals worden voorgelegd, zoals deze werkgever deed.

De rechter overwoog echter dat als de werkgever tweemaal hetzelfde betoog houdt en alleen maar met de bewijslevering een tweede kans wil, dit feitelijk een hoger beroep is. Het verzoek om de arbeidsovereenkomst te ontbinden, werd derhalve niet ontvankelijk verklaard; de chauffeur mocht blijven. Slechts in uitzonderingsgevallen is er een tweede kans als de uitkomst van de ontbindingsprocedure tegenvalt. Een mogelijkheid is het indienen van een nieuw verzoekschrift zoals de taxi-exploitant had gedaan. Dat is echter vrijwel alleen zinvol als er belangrijke nieuwe feiten zijn of als er bewijs is dat eerder niet geleverd kon worden. De werkgever van de taxichauffeur had natuurlijk best de eerste keer dat deskundigenrapport kunnen indienen, zo overwoog de rechter.
Rekest-civiel
Een andere mogelijkheid is het zogenaamde rekest-civiel. Dat is een procedure die bijvoorbeeld gevoerd kan worden als de rechter op basis van vervalste papieren heeft geoordeeld, maar ook als de werknemer heeft verzwegen dat hij een nieuwe baan had en dus geen inkomensschade lijdt.

Als de eigenaar van het taxibedrijf de zaak de eerste keer goed had aangepakt en bewijs had geleverd van de verduistering, had de kantonrechter de arbeidsovereenkomst beëindigd zonder enige vergoeding aan de chauffeur. Ontbindingsprocedures dienen vanaf de aanvang goed en professioneel opgezet te worden, want een tweede kans is er behoudens hoge uitzondering niet.

december 2001