Herstructurering varkenshouderij

De plannen van de regering om de varkenshouderij ingrijpend te herstructureren zijn niet alleen gestuit op bezwaren van boeren en hun organisaties. Ook juristen hebben fundamentele kritiek. Het gaat daarbij vooral om de korting van het aantal varkens, die binnen twee jaar gerealiseerd moet zijn. In verband hiermee worden mestproductierechten als het ware ingeruild tegen varkensrechten. Maar de omvang van de door een bedrijf te verkrijgen varkensrechten zal aanmerkelijk lager zijn dan die van de mestproductierechten die daarvoor moeten worden afgestaan. Vanuit juridische hoek is het standpunt naar voren gebracht dat een dergelijke ruil in strijd is met de mensenrechten, en met name met het in de Nederlandse Grondwet en internationale verdragen gewaarborgde eigendomsrecht.

Mestproductierechten zijn “vermogensrechten” en moeten dan ook met eigendom worden gelijkgesteld. En het afnemen van eigendom door de overheid is alleen maar toegestaan, indien de daardoor veroorzaakte schade aan de voormalige eigenaar wordt vergoed. De Minister van Landbouw heeft tijdens de verdediging van zijn wetsvoorstel verkondigd dat het wetsvoorstel naar zijn mening niet indruist tegen de bepalingen van de Grondwet en het Europees verdrag voor de rechten van de mens. Maar daarnaast heeft hij aangegeven desnoods tot aan de Hoge Raad te zullen procederen om duidelijkheid te krijgen. Nu het wetsvoorstel inmiddels in ongewijzigde vorm is goedgekeurd, zullen naar verwachting grote aantallen varkenshouders zich in de toekomst tot de rechter wenden om alsnog vergoeding te vorderen voor de schade die zij als gevolg van de korting lijden.

april 1998