Gevolgen van faillissement

Stel u levert een aantal producten aan een zakenrelatie die, zonder dat u dat weet, in financiële problemen verkeert. Heel kort nadat de transactie is afgerond
(u heeft geleverd en ook betalingen ontvangen) gaat uw relatie failliet. Kan dit faillissement u in problemen brengen, ook nu de zaken al waren afgerond? Inderdaad kan dit soms het geval zijn, zoals blijkt uit de onderstaande casus.

Ondernemer A verkoopt op 1 maart voor een half miljoen een bedrijfspand aan ondernemer B. Voor de zogenaamde ‘levering’ gaan partijen aan het einde van die maand naar een notaris. Nadat B de koopsom op de rekening van deze notaris heeft gestort, passeert deze notaris op 31 maart een leveringsakte. De laatste stap van de eigendomsoverdracht van het bedrijfspand (de inschrijving van deze akte in de openbare registers van het kadaster) wordt door deze notaris gezet om 15.10 uur, als hij de akte digitaal ter inschrijving aanbiedt bij het kadaster.

Tot zover niets aan de hand zou u zeggen. Toch wel, allereerst omdat het kadaster om 15.00 uur sluit en de feitelijke inschrijving dus niet plaatsvindt op 31 maart, maar pas de volgende ochtend om 9.00 uur. En dat is niet het enige wat er op die volgende dag gebeurt, want nog diezelfde middag,
1 april, om 16.00 uur wordt ondernemer A failliet verklaard. En nu komen we op een belangrijk gevolg van de faillietverklaring en dat is dat deze geldt vanaf de aanvang van de dag dat de rechter het faillissement uitspreekt. En dat is hier dus vanaf
1 april om 0.00 uur.

Dat dit voor de praktijk grote gevolgen kan hebben blijkt wel uit deze casus. Door de faillietverklaring verliest ondernemer A namelijk het beheer en de beschikking over zijn vermogen. Hiermee is hij vanaf middernacht juridisch niet meer bevoegd over het bedrijfspand te beschikken, waardoor de inschrijving van de leveringsakte diezelfde ochtend om 9.00 uur er niet toe kon leiden dat B eigenaar werd. Ook de faillissementscurator stelt zich op dit standpunt, en zorgt ervoor dat de inschrijving in het kadaster wordt doorgehaald. Door de faillietverklaring later die middag, heeft ondernemer B het bedrijfspand dus niet in eigendom verkregen. Het bedrijfspand zal dus alsnog moeten worden geleverd.

Maar dat is nog niet alles. Omdat de notaris hiervan in de vroege ochtend van 1 april nog niet op de hoogte was, betaalt hij die ochtend de door koper B gestorte koopsom aan de bank (waar verkoper A zijn hypotheek had lopen). Weliswaar is de hypotheekschuld hiermee volledig afgelost, de curator is de koopsom door deze betaling wel kwijt (het geld valt, zoals dat heet, buiten de faillissementsboedel). En ook dit heeft serieuze gevolgen, omdat de faillissementscurator van mening is dat hij niet alsnog aan de levering van het bedrijfspand hoeft mee te werken, zolang hij (en dus de boedel) de koopsom niet heeft ontvangen.

Ondernemer B is het hier niet meer eens en vordert in kort geding de medewerking van de curator aan de levering omdat hij vindt dat hij al voor het bedrijfspand heeft betaald. Toch wordt deze vordering afgewezen. De kortgedingrechter oordeelt namelijk dat tot het moment van de goede afloop van de overdacht van het bedrijfspand, de notaris het gestorte bedrag voor ondernemer B op zijn rekening had staan. Het risico dat dit bedrag op een bepaald moment niet langer op deze rekening staat (bijvoorbeeld omdat het door de notaris is betaald aan de bank) komt dus voor rekening van ondernemer B. Strikt genomen zou dit betekenen dat B dus een tweede keer moet betalen.

Hoewel dit natuurlijk een uitzonderlijke zaak is waarover het laatste woord zeker nog niet zal zijn gezegd, is deze casus wel illustratief voor de verstrekkende gevolgen van een faillissement. Het is van belang dat u zich hiervan bewust bent, want in de dagelijkse praktijk zijn vele voorbeelden te noemen waarbij het onverwacht failliet gaan van een zakenrelatie grote problemen kan veroorzaken. Al is het maar omdat een faillissement in Nederland maar in één op de twintig gevallen tot enige uitkering aan de normale (niet-bevoorrechte) schuldeisers leidt, en dan nog vaak voor een klein percentage van de oorspronkelijke vordering.

Bij het aangaan van een overeenkomst is het dan ook verstandig dat u zich er vooraf van verzekert dat uw wederpartij geen betalingsproblemen heeft. Bij twijfel is het raadzaam hiermee bij de invulling en uitvoering van de overeenkomst rekening te houden. Een mogelijkheid kan zijn het aangaan van een eigendomsvoorbehoud. U kunt dan de door u geleverde goederen, ondanks het faillissement, namelijk gewoon terughalen. Ook kunt u onder bepaalde omstandigheden een voorrangspositie verkrijgen binnen het faillissement (feitelijke preferentie), zoals de mogelijkheid van verrekening. Het is van belang zijn dat u zich al in een vroeg stadium bewust bent van deze positie.

Een moeilijke materie dus waarbij oplettendheid voorop moet staan en waarbij het soms raadzaam kan zijn om voordat u zaken doet, nader juridisch advies in te winnen.

november 2008