omgangsregeling – conflicten, naleving en dwangmiddelen

Conflicten rond de omgangsregeling

   

Alle ouders willen na hun scheiding hun kinderen blijven zien, dus de omgang met hun eigen kinderen voortzetten. Er bestaat voor ouders dan ook een recht op omgang met het kind.

Dit recht bestaat ook voor het kind zelf. Om omgang tussen ouder en kind te bewerkstelligen, kan er een omgangsregeling worden opgemaakt. Deze regeling kan worden gemaakt door de ouders zelf, bijvoorbeeld tijdens de echtscheidingsprocedure. Maar kan ook de rechter een omgangsregeling opstellen waar de ouders zich aan moeten houden.

In de omgangsregeling staan regels over de omgang met het kind of de kinderen. In deze regeling staat bijvoorbeeld genoteerd wie van beide ouders de dagelijkse zorg voor het kind zal hebben. De ouder die deze dagelijkse zorg op zich neemt, heeft de plicht om de omgang met de andere ouder en het kind te bevorderen. Zo kan er bijvoorbeeld worden afgesproken dat de kinderen één keer in de twee weken bij de andere ouder zal zijn.

Het zou ideaal zijn als beide ouders zich steeds aan de opgestelde omgangsregeling zouden houden. Er zullen dan weinig problemen zijn die moeten worden overbrugd en de kinderen blijven hun beide ouders zien. Helaas, deze ideale situatie is niet voor iedereen weggelegd. Vaak ontstaan er problemen bij het opstarten en de uitvoering van de omgangsregeling. Zo kan de ene ouder de andere ouder het contact met de kinderen ontzeggen of geheel vertrekken uit het leven van de andere ouder. Deze ongewenste situatie kan leiden tot hevige frustraties en machteloosheid. Dat is ook niet vreemd, want in de twee genoemde voorbeelden zegt de ene ouder de omgangsregeling eenzijdig op. Doordat de ouder zich niet meer houdt aan de omgangsregeling, wordt deze opgezegd.      

Eenzijdig beëindiging mogelijk?

Eenzijdige beëindiging van een omgangsregeling (het bstopzetten van de omgangsregeling) door een ouder mag in principe niet. De omgangsregeling kan alleen worden gewijzigd wanneer beide ouders hierover gezamenlijk hebben overlegd. Pas als de beide ouders met het nieuwe plan instemmen, kan de omgangsregeling worden veranderd. Ook dit kan weer veel moeilijkheden met zich meebrengen. Een goede optie voor de ouders is dan het inroepen van een bemiddelaar. Ook kan één van beide ouders (of beide ouders natuurlijk) een verzoek indienen bij de rechtbank tot wijziging van de omgangsregeling. Het is dan de rechter die beslist of de regeling wordt gewijzigd en op welke manier dat gebeurt. De rechtbank zal zich voor haar oordeel vooral richten op de belangen van de kinderen, zij zijn tenslotte vaak de dupe van de verstoorde relatie tussen de ouders. Let wel op, een verzoek tot het wijzigen van een omgangsregeling bij de rechter kan alleen worden ingediend door een advocaat. Voor  vragen over de wijze waarop dat gaat kunt u een vraag stellen aan Advocaten.nl    

Afdwingen van de omgangsregeling

Wordt de omgangsregeling door één van beide ouders niet op de juiste manier nageleefd, dan zijn er een aantal middelen die de andere ouder kan gebruiken om naleving van de regeling ‘af te dwingen’.

Allereerst kunt u natuurlijk contact opnemen met een advocaat en hem of haar vragen hoe er nu verder gehandeld moet worden. Het kan zijn dat de advocaat contact gaat leggen (voor zover dat er natuurlijk nog niet is) met de wederpartij. Het kan echter ook zijn dat de advocaat adviseert om een kort geding te starten. In deze procedure kunt u bepaalde rechten bij de rechter proberen af te dwingen. De rechter bepaalt dan of het inderdaad noodzakelijk is om een omgangsregeling af te dwingen. Is dit het geval, dan kan de rechter een aantal dwangmiddelen vaststellen zodat degene die de relatie tussen ouder en kind verstoort zich aan de regels zal houden.      

Dwangmiddelen

Het kan bijvoorbeeld zijn dat de tegenwerkende ouder de omgangsregeling moet gaan naleven op straffe van een dwangsom. Komt de ouder de regeling als nog niet na, dan moet deze persoon een bepaald geldbedrag betalen.

Een ander, geldelijk middel is de opschorting van de verplichting tot het betalen van kinderalimentatie. Houdt de ouder zich niet aan de regelingen, dan kan het zijn dat de andere ouder een tijd lang geen alimentatie hoeft te betalen. Ditzelfde kan worden gedaan met betrekking tot eventueel te ontvangen partneralimentatie.

Meer vergaande dwangmiddelen zijn bijvoorbeeld het inschakelen van de politie of het toepassen van de lijfsdwang. Bij dit laatste middel wordt de weigerachtige ouder een tijdje gevangengenomen.

Hiernaast is het ook mogelijk om het ouderlijk gezag zoals die op het moment van de omgangsregeling is, te wijzigen. De tegenwerkende ouder kan bijvoorbeeld, in extreme gevallen, worden ontheven van het gezag.

Ook kan de huidige verblijfplaats van het kind worden veranderd. De rechter kan bijvoorbeeld bepalen dat, bij niet naleving, het kind of de kinderen bij de ander ouder zullen gaan wonen.      

Uw situatie

Wanneer u zelf in een conflict zit over de uitvoering van een omgangsregeling is het vaak  verstandig om professionele hulp in te schakelen. Advocaten.nl kan u adviseren over de te volgen stappen en de juridische mogelijkheden over de omgangsregeling.