adoptie in Nederland

adoptie van een kind

 

De adoptie van jonge kinderen is in Nederland een bekend verschijnsel. Paren die geen mogelijkheid hebben om kinderen te kunnen krijgen, kiezen vaak voor adoptie. Dit kunnen heteroparen zijn, maar adoptie zal tegenwoordig ook vaker voor komen bij stellen van twee personen met hetzelfde geslacht. Bij adoptie zal het voornamelijk gaan om kinderen uit het buitenland, in Nederland zelf worden namelijk niet meer dan dertig kinderen per jaar voor adoptie aangeboden.

Aan een adoptie gaat in de meeste gevallen een lastige, langdurige periode vooraf. De wensouders worden gescreend en er moeten veel administratieve zaken geregeld worden. In Nederland worden enkele tientallen kinderen per jaar voor adoptie aangeboden, mede daarom worden er tegenwoordig steeds meer buitenlandse kinderen geadopteerd. In beginsel gelden voor de adoptie van Nederlandse en van buitenlandse kinderen dezelfde juridische regels die zijn weergegeven in het Burgerlijk Wetboek. Voor buitenlandse kinderen gelden echter extra regels krachtens de Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie (afgekort: de WOBKA) en natuurlijk het recht van het land waaruit het kind wordt geadopteerd.

Tot voor kort was voor een rechtsgeldige adoptie vereiste dat er een huwelijk bestond tussen de personen die een kind wilden adopteren. Tegenwoordig kunnen ook ongehuwde paren een kind adopteren. In veel landen is een huwelijk echter nog wel een vereiste om een kind te kunnen adopteren. Dit kan een adoptie van een buitenlands kind ernstig bemoeilijken. Een andere moeilijkheid is het huwelijk tussen twee mensen met hetzelfde geslacht. In de meeste landen worden dergelijke huwelijken niet erkend en al helemaal niet geaccepteerd. In Nederland kunnen mensen met hetzelfde geslacht vanzelfsprekend wel trouwen en ook een kind adopteren.      

De rechtbank beslist

In art. 1:227 lid 1 Burgerlijk wetboek (verder: Bw) kan een adoptie alleen geschieden door middel van een rechterlijke uitspraak. Dit betekent dat het in ons land niet is toegestaan dat de wensouders, buiten de rechter om, een contract opstellen over de adoptie van een kind met de ouders die het kind willen afstaan. Een verzoek bij de rechtbank tot adoptie kan worden ingediend door één of door twee personen gezamenlijk. Wordt het verzoek ingediend door twee personen, dan moet op basis van art. 1:227 lid 2 Bw worden aangetoond dat deze twee personen gedurende minstens twee jaar duurzaam hebben samengeleefd. Een huwelijk is dus niet vereist (naar Nederlands recht, let er op hoe hier in het buitenland over wordt gedacht). Wordt het kind geboren binnen een relatie tussen twee vrouwen, dan kan de vrouw die niet de moeder van het kind is een adoptie aanvragen. Dit wordt wel een éénpersoonsadoptie genoemd. Op grond van art. 1:227 lid 4 Bw wordt dit verzoek in beginsel toegewezen. Dan moet niet blijkt dat het belang van het kind hiermee wordt geschaad.      

Belang van het kind

Naast een uitspraak van een rechter is ook vereist dat de adoptie kennelijk in het belang van het kind geschied, aldus art. 1:227 lid 3 Bw. Hierbij moet er gekeken worden naar de situatie van het kind voordat het geadopteerd wordt. Zijn de oorspronkelijke ouders bekend bij de wensouders, dan moet gekeken worden naar wat de biologische ouders voor het kind betekenen en kunnen gaan betekenen in de toekomst. Wat kan het kind in de toekomst nog verwachten van zijn of haar ouders? Er moet, om deze vraag te kunnen beantwoorden, worden gekeken naar gebeurtenissen in het verleden van de biologische ouders. Blijkt daaruit dat zij inderdaad niet voor hun kind kunnen zorgen, dan kan in beginsel de adoptie doorgang krijgen.      

Voorwaarden

Voordat kan worden geadopteerd, moet aan een aantal voorwaarden worden voldaan, aldus art. 1:228 Bw. Zo mag de adoptant (degene die gaat adopteren) geen grootouder van het kind zijn en dient er een leeftijdsverschil te zijn van tenminste achttien jaar. Daarnaast moeten de adoptanten of moet de adoptant het kind tenminste één jaar hebben verzorgd en opgevoed. Dit laatste criterium geldt echter niet voor een kind dat geboren wordt binnen een samenleving van twee vrouwen.

Verder gelden ook regels ten aanzien van het te adopteren kind. Dit kind mag niet ouder zijn dan achttien jaar en moet derhalve minderjarig zijn. Is het kind daarnaast ouder dan twaalf jaar, dan mag hij de adoptie niet tegenspreken. De rechter moet tevens ieder te adopteren kind van twaalf jaar of ouder horen krachtens art. 809 Rv.

De biologische ouders van het kind mogen, voordat de geadopteerd kan worden, geen gezag meer hebben over hun eigen kind. Daarnaast mag geen van beide ouders het verzoek tot adoptie tegenspreken. De rechter kan aan een mogelijke tegenspraak voorbijgaan als hij dat nodig acht in het belang van het kind. Dit is bijvoorbeeld het geval als de ouders zich hebben misdragen ten opzichte van het kind. Wordt het kind geboren uit een minderjarige moeder, dan moet gewacht worden met het adoptieverzoek totdat zij zestien is.      

De rechtsgevolgen van adoptie

Door een adoptie komen de wensouders in familierechterlijke betrekking te staan tot het te adopteren kind. De biologische ouders verliezen deze betrekkingen. Tevens ontstaat er bij de adoptie direct een family life met het te adopteren kind (art. 1:229 Bw). Een stel, bestaande uit twee vrouwen, kunnen voordat het kind geboren is, al een verzoek tot adoptie indienen bij de rechter. Bij dit soort stellen wordt namelijk vermoed dat aan de voorwaarden voor adoptie is voldaan. Hiervoor zijn echter wel bijzondere voorwaarden gesteld, zie hiervoor art. 1:227 lid 4 Bw. Er is bijvoorbeeld geen verzorgingstermijn van tenminste één jaar vereist en er wordt niet verwacht dat de vrouwen meer dan drie jaren samenleven. Een adoptie kan over het algemeen ook weer worden herroepen wanneer dit in het kennelijk belang van het kind is. Hierdoor herleven de relaties die voor de adoptie bestonden (art. 1:231 lid 2 jo. 1:232 Bw).