Verjaring van vorderingen – verjaringstermijn

Wanneer verjaart een vordering?

 

Stel u wordt geconfronteerd met een deurwaarder of incassobureau. U wordt gesommeerd om een oude vordering te betalen die u al lang was vergeten. Hoe zit het met verjaring van vorderingen?

Wat is verjaring?

Verjaring is een rechtsfeit dat intreedt indien een bepaalde tijd is verstreken na dat een vordering opeisbaar is geworden. Na het verstrijken van de termijn kan de schuldeiser de vordering niet meer invorderen via gerechtelijke weg van executie. Dat betekent niet dat de vordering niet meer bestaat. De vordering wordt omgezet in een niet-afdwingbare natuurlijke verbintenis. De vordering kan op de volgende manieren alsnog worden ingelost.
• Door vrijwillige betaling, of betaling “per ongeluk”
• Door verrekening met een schuld aan de schuldenaar

Wanneer start de verjaringstermijn?

De verjaringstermijn gaat lopen op het moment dat de vordering opeisbaar is. Veel vorderingen bestaan door bijvoorbeeld een geldlening, maar zolang de aflossing en rente trouw worden betaald, is de hoofdsom niet opeisbaar, en loopt de verjaringstermijn voor de terugbetaling van de hoofdsom nog niet. Dit geldt niet voor de aflossingstermijnen. Die zijn opeisbaar op elke termijndatum, en daarvoor gaat wel direct de verjaringstermijn lopen.  

Hoe lang is de verjaringstermijn?

Verjaring na 20 jaar

De standaard verjaringstermijn is 20 jaren nadat de vordering is ontstaan of opeisbaar werd. Sommige vorderingen hebben een kortere verjaringstermijn (zie hierna) maar ook voor die vorderingen geldt toch een termijn van 20 jaar indien die in een gerechtelijk uitspraak zijn vastgesteld bijvoorbeeld in een vonnis van de rechter.  

Verjaring na 5 jaar

De korte verjaringstermijn geldt voor de volgende vorderingen
Voor de volgende vorderingen geldt een verjaringstermijn van 5 jaar (tenzij er een vonnis is, zie boven):
• een vordering tot nakoming van een overeenkomst tot een geven of een doen (bijvoorbeeld een geldlening).
• Een vordering tot periodieke betaling. U kunt denken aan betaling van rente, huur en loon of alimentatie. Voor elke betalingstermijn gaat een afzonderlijk verjaringstermijn lopen.
• Een vordering uit onverschuldigde betaling. Stel dat u per ongeluk een girobetaling deed aan een onbekende, dan gaat de termijn in vanaf het moment dat de u daarmee bekend raakte en u tevens de persoon van de ontvanger kent.
• Een vordering tot betaling van schade of overeengekomen boete. De termijn van 5 jaar loopt vanaf de dag nadat zowel de schade als de dader bekend is.  

Verjaring na 2 jaar

Bij consumentenkoop geldt een nog kortere verjaringstermijn van 2 jaar. Na 2 jaar kan de verkoper geen betaling meer afdwingen.
Een consumentenkoop is de koop van een roerende zaak ( iets wat je kunt zien en voelen, maar bij uitzondering valt ook elektriciteit hieronder), tussen een professionele verkoper en een consument(een koper die niet handelt in de uitoefening van beroep of bedrijf). Hieronder valt dus niet de levering van diensten, bijvoorbeeld een cursus, of een opdracht tot tuinonderhoud tenzij daarbij ook een zaak wordt geleverd.

NB: hieronder kan ook een geldlening vallen, die direct is afgesloten voor de koop van een stoffelijke zaak door een consument. Denk bijvoorbeeld een kredietovereenkomst ten behoeve van de aankoop van een auto voor privégebruik. Zolang de termijn worden betaald is de hoofdsom niet opeisbaar. Zodra om welke reden dan ook de hoofdsom wordt opgeëist, bijvoorbeeld door dat de schuldenaar niet meer betaald, gaat een verjaringstermijn van twee jaar lopen.  

Het intreden van de verjaring.

De verjaring treedt niet automatisch in. Daarmee wordt bedoeld dat de vordering ongewijzigd bestaat en geïncasseerd kan worden. Het is de schuldenaar die expliciet een beroep op de verjaringstermijn moet doen. Vergeet hij dat, en gaat hij alsnog over tot het doen van een daad van erkenning, bijvoorbeeld door alsnog een deel te betalen, uitstel te vragen of een betalingsregeling af te spreken, dan kan hij later geen beroep meer op die verjaring doen.

Doet de schuldenaar wel een geldig beroep op verjaring, dan kan een vordering niet meer leiden tot een gerechtelijk vonnis. Is er wel een gerechtelijk vonnis, dan kan deze (na 20 jaar) niet meer leiden tot executie door een deurwaarder. Het vonnis is dan zogezegd krachteloos.  

Stuiting van de verjaringstermijn

Telkens als de termijn dreigt te verlopen, en de verjaring verjaart, kan de schuldeiser er een nieuwe termijn aan vastplakken, door de zogenaamde stuiting.

Stuiten doet men door vóór het einde van de verjaringstermijn de schuldeiser in kennis te stellen dat de vordering nog bestaat bijvoorbeeld via een aangetekende betalingsherinnering of aanmaning of een dagvaarding.
Is het adres van de schuldenaar niet bekend, dan kan de stuiting geschieden via een openbaar advertentie in een regionaal of landelijk dagblad.

Essentieel is dat de schuldeiser moet kunnen bewijzen dat de termijn is gestuit, indien de schuldenaar het verweer van de verjaring inroept. Heeft hij geen bewijs, en doet de schuldenaar dus een beroep op de verjaring dan kan de vordering niet worden meer afgedwongen.

De verjaringstermijn gaat overigens ook opnieuw in op het moment dat de schuldenaar de vordering erkent door bijvoorbeeld te vragen om uitstel of een termijnbetaling te doen.

De nieuwe termijn gaat vervolgens voor dezelfde termijn als voorheen lopen.

Verlenging van de verjaringstermijn

Een verjaringstermijn kan worden verlengd in de periode dat er een algemeen beslag ligt op goederen van de schuldenaar door een faillissement. In die periode kan niemand verhaal nemen op de schuldenaar, dus heeft de wetgever bepaald dat de verjaringstermijn tijdens het faillissement niet kan eindigen. Na opheffing loopt de termijn echter weer door tot zes maanden na einde faillissement als de verjaringstermijn tijdens of binnen 6 maanden na faillissement afloopt. Schuldeisers er goed aan doen de brieven van de curator goed te lezen. Die stuurt elke schuldeiser, mitst aangemeld in het faillissement, een mededeling dat het faillissement is opgeheven. 

Een vonnis van de rechter

Voor vonnissen gelden nog de volgende afwijkingen.
Voor een vordering die is vastgesteld in een vonnis geldt ongeacht de verjaringstermijn in de wet, een termijn van 20 jaar. Maar die termijn geldt niet voor een renteschuld, die naast de veroordeling tot betaling van de hoofdsom is uitgesproken. Stel dat iemand is veroordeeld om € 1000,- te betalen in verband met een consumentenkoop. Ook is hij veroordeeld om de wettelijke rente te betalen. Het vonnis kan 20 jaar tenenuitvoer worden gelegd. Voor de te betalen rente geldt echter gewoon de 5 jaar termijn. Wordt het vonnis dus pas na 10 jaar tenuitvoer gelegd, en heeft geen stuiting plaatsgevonden, dan is de rente over de eerste 5 jaar verjaard.

Voor stuiting geldt ook een afwijking. Normaal gaat na stuiting weer een nieuwe termijn met dezelfde duur lopen. Dit geldt niet voor de 20 jaar termijn bij een gerechtelijk vonnis. Indien deze termijn, vlak voor het einde van de 20 jaar termijn wordt gestuit, gaat een nieuwe termijn van slechts 5 jaar lopen. 

Voor meer informatie over incasso van geldvorderingen, een beroep op verjaring neemt u contact op met Advocaten.nl of belt u met 0900-advocaten (0900-0600)