Productaansprakelijkheid en bijsluiters

Bijsluiters zijn belangrijker dan u denkt. Het ontbreken ervan, of het onduidelijk zijn van de tekst kan leiden tot productaansprakelijkheid. Soms staan in bijsluiters ook montagevoorschriften bedoeld om ongelukken te voorkomen. Ontstaat er een ongeluk door verkeerde montage en blijkt het product zonder montagevoorschriften te zijn verkocht, dan levert dat productaansprakelijkheid op. Het wordt dan gezien als een gebrek in het product.

Van een gebrekkig product is sprake wanneer het niet de veiligheid biedt die men daarvan mag verwachten, alle omstandigheden in aanmerking genomen en in het bijzonder
[a] de presentatie van het product, [b] het redelijkerwijs te verwachten gebruik van het product en [c] het tijdstip waarop het product in het verkeer werd gebracht.

Het komt voor dat bijsluiters in een zo klein lettertype zijn afgedrukt dat ze in feite onleesbaar zijn. Dat levert dan een gebrek op.

Het ongeluk moet wel gebeuren bij redelijkerwijs te verwachten gebruik van het product. Wanneer een volwassen man letsel oploopt doordat hij door een kinderdriewieler zakt, zal hij geen succes hebben bij een poging zijn schade te verhalen op grond van productaansprakelijkheid. De producent hoeft met een dergelijk gebruik van de driewieler geen rekening te houden.

Als hoofdregel geldt dat de producent aansprakelijk is. Maar dat is zo nodig ook ieder ander die het product in het economisch verkeer brengt. Dus ook de groothandelaar of de winkelier. Maar zodra de winkelier aansprakelijk wordt gesteld en hij naam en adres van de groothandelaar aanwijst van wie het product gekocht is, dan is de winkelier niet langer ‘producent’. Als het goed is komt men dus uiteindelijk uit bij de daadwerkelijke producent (fabrikant).

Een bijzondere verjaringsregel is dat de rechtsvordering binnen drie jaar verjaart, gerekend vanaf de dag dat de benadeelde respectievelijk het slachtoffer bekend was of had moeten zijn met [a] de schade, [b] het gebrek en [c] de identiteit van de producent. Een schriftelijke aansprakelijkheidstelling stuit die termijn dus niet. Binnen die termijn van drie jaar moet men dus de producent gedagvaard hebben. Woont de producent in het buitenland maar wel binnen de Europese gemeenschap, dan is de rechter van de woonplaats van het slachtoffer bevoegd.

Omdat er aan drie voorwaarden voldaan moet worden voordat de termijn gaat lopen, kan het soms heel wat jaren duren voordat de termijn daadwerkelijk begint te lopen. Daarom is er nog een verjaringstermijn van toepassing. Het recht op schadevergoeding van het slachtoffer verjaart na tien jaar gerekend vanaf de dag waarop het product in het verkeer is gebracht.

De producent zal zeggen dat het moment waarop het product de fabriek verlaat, moet gelden als het moment waarop het product in het economisch verkeer is gebracht. Als het product vervolgens elf jaar op de plank blijft liggen bij de groothandel en winkelier, dan is het recht op schadevergoeding per definitie in rook op gegaan.
De consument, die op de voorgeschiedenis geen enkel zicht heeft, is geneigd te verdedigen dat goederen in het economisch verkeer worden gebracht op het moment dat hij als consument het product in de winkel koopt.
Aanvankelijk werd wel gekozen voor de interpretatie van de producenten. Maar tegenwoordig is men steeds meer van mening dat de interpretatie ten gunste van de consument moet gelden.

Naast de route via productaansprakelijkheid blijft de gewone route via onrechtmatige daad open. Die laatste route kan problematischer zijn doordat de benadeelde meer moet bewijzen.

Het belang van goede en goed leesbare bijsluiters geldt ook bij medicijnen. Niet alleen voor de consument, maar ook voor de producent.

September 2008