Proef met rechters op spreekuur succesvol

De Rechtspraak vindt het belangrijk om verder te experimenteren met laagdrempelige procedures. In het hele land zijn ideeën bedacht die ervoor zorgen dat het werk van de rechter zoveel mogelijk effect heeft.

Een proef met ‘spreekuurrechters’ die de rechtbank Noord-Nederland heeft gehouden, is succesvol verlopen. Mensen die een eenvoudig geschil aan de rechter wilden voorleggen, konden dat zonder dagvaarding of advocaat doen. De rechter hoorde de strijdende partijen aan en adviseerde over een schikking. In 91 procent van de zaken werd het conflict snel, effectief en tegen een laag tarief opgelost, blijkt uit onderzoek. Intussen experimenteren ook andere rechtbanken met zulke laagdrempelige procedures

Alledaagse conflicten
Alledaagse problemen met de buren, huisbaas, werkgever of bijvoorbeeld een aannemer kunnen veel ellende veroorzaken. Ze komen meestal pas bij de rechter als ze volledig zijn geëscaleerd. De betrokkenen zijn dan veel geld kwijt aan griffierechten en advocaten en komen als eiser en verweerder tegenover elkaar te staan in de rechtszaal, wat niet bevorderlijk is voor een goede relatie. Het streven van de Rechtspraak om zulke geschillen sneller en goedkoper op te lossen, is in de proef met de spreekuurrechters uitgeprobeerd.

Eenvoudige procedure
Anderhalf jaar lang waren 7 ervaren kantonrechters in het noorden beschikbaar om als spreekuurechter op te treden. In totaal hebben zij 64 zaken behandeld, waarvan er 58 eindigden in een schikking tussen de partijen.Het ging vooral om burenruzies, maar bijvoorbeeld ook om conflicten over een verbouwing of een aankoop. Vaak gingen de rechters ter plaatse om met eigen ogen te zien wat er speelde, ook omdat er geen schriftelijke stukken waren waarop zij zich konden baseren. De betrokkenen mochten hun zaak namelijk met een eenvoudige mededeling (zoals ‘de boom van de buren is te hoog’) aanmelden. Als de rechter beide partijen had aangehoord, stuurde hij aan op een compromis. Lukte dat niet, dan hakte hij alsnog de knoop door.

Tevreden deelnemers
Van de deelnemers is 80 tot 90 procent (heel) positief over de spreekuurrechter, blijkt uit onderzoek door de Rijksuniversiteit Groningen en onderzoeksbureau Pro Facto. Ze zijn vooral blij met de snelle behandeling, de lage kosten en de menselijke, niet-juridische benadering door de rechter. Ze vonden de zitting wel lang duren; de rechter moest immers eerst ontdekken wat er speelde. Ook hebben sommige mensen druk ervaren om tot een schikking te komen. Daar staat tegenover dat 71 procent ook na verloop van tijd nog tevreden was over het bereikte resultaat.

Kanttekeningen
Vooral bij burengeschillen lijkt de spreekuurrechter bij te dragen aan een verbeterde, laagdrempelige toegang tot de rechtspraak, stellen de onderzoekers. Zij plaatsen wel kanttekeningen bij het hoge schikkingspercentage. Slechts 40 procent van de aangemelde zaken is ook echt door de spreekuurrechters behandeld, vooral omdat het lang niet altijd lukte om medewerking van beide partijen te krijgen. Dat is wel een vereiste van het wetsartikel (art. 96 Rv) dat zo’n vereenvoudigde procedure mogelijk maakt. Bovendien konden belangstellenden zich niet zelf melden bij de spreekuurrechter. Enkele rechtsbijstandsverzekeraars en het Juridisch Loket leverden de deelnemers aan. Zij meldden vooral zaken aan die kans van slagen hadden. De spreekuurrechter boog zich dus eigenlijk alleen over zaken die zich relatief goed voor een schikking leenden, concluderen de onderzoekers.

Nieuwe experimenten
De Rechtspraak vindt het belangrijk om verder te experimenteren met laagdrempelige procedures. In het hele land zijn ideeën bedacht die ervoor zorgen dat het werk van de rechter zoveel mogelijk effect heeft. Initiatieven die succesvol blijken te zijn, kunnen landelijk worden ingevoerd zodra het kabinet daar geld voor beschikbaar stelt. Zo is in Rotterdam en Dordrecht half september de ‘regelrechter’ begonnen, waar zowel burgers als bedrijven zich kunnen melden om conflicten snel en goedkoop op te lossen. En in Den Haag trekken rechters de wijk in om te helpen de leefbaarheid te vergroten. ‘Wijkrechters’ houden zich vooral bezig met overlast, burenruzies, woninggebreken; alles wat te maken heeft met prettig wonen in de wijk. Anders dan de spreekuurrechters werken zij niet met doorverwijzers; iedereen die de rechter wil spreken, kan zich zelf melden.

Door te hoge griffierechten steeds minder incassozaken

Want wat heeft de burger aan de rechter als hij zich niet kan veroorloven er gebruik van te maken? Als iemand een conflict heeft over een onbetaalde rekening van 700 euro, kost een gang naar de rechter ruim 200 euro alleen al aan griffierechten.

De Nederlandse rechter behandelt incassozaken sneller dan alternatieven die buiten de rechter omgaan. Bijna altijd wordt een verstekzaak (een zaak waarbij de gedaagde niet aanwezig is) binnen 2 weken afgedaan. Gemiddeld duurt zo’n zaak van begin tot eind 19 dagen.

Ondanks de snelle manier waarop dit soort zaken worden behandeld, daalt het aantal incassozaken fors. Het aantal incassozaken bij de rechter in de periode 2011 – 2017 is met 38 procent gedaald. Het aantal verstekzaken is in diezelfde periode zelfs met 43 procent gedaald. Een aanzienlijk deel van deze terugloop komt door de hoge griffierechten die betaald moeten worden. Deze griffierechten werpen daarmee een te hoge drempel op voor mensen die hun recht willen halen. Ook daalt het aantal rechtszaken door de opmars van incassoprocedures buiten de rechter om, zoals digitale arbitrage.

Essentieel
Toegang tot de rechter is essentieel in een rechtsstaat. Het is 1 van de kerntaken van de overheid om onafhankelijke, onpartijdige en openbare rechtspraak te bieden. Deze rechtspraak, die bindend is en precedentwerking heeft, is een noodzakelijke voorwaarde voor de rechtszekerheid en de rechtsgelijkheid die een rechtsstaat kenmerkt. Daarnaast draagt rechtspraak bij aan normhandhaving, rechtsbescherming en rechtsontwikkeling. Als mensen vanwege financiële redenen niet naar de rechter stappen, schaadt dit de rechtsstaat.

Voorbeeld
Een eenvoudig voorbeeld maakt het probleem duidelijk: als iemand een conflict heeft over een onbetaalde rekening van 700 euro, kost een gang naar de rechter ruim 200 euro alleen al aan griffierechten. Voor bedrijven liggen die kosten nog hoger. De uitkomst is vrijwel altijd dat de verliezende partij alle kosten moet betalen. Dat betekent dat een rechtszaak over een onbetaalde rekening van 700 euro eindigt in een rekening die bijna 2 keer zo hoog is, door de hoge griffierechten en andere bijkomende kosten.

Verlagen
In april dit jaar pleitte Frits Bakker (voorzitter Raad voor de rechtspraak) er al voor de griffierechten fors te verlagen omdat steeds meer mensen afzien van een gang naar de rechter omdat ze het niet kunnen betalen. Bakker: ‘Het vergroten van het aantal zaken is géén doel op zich, maar een noodzakelijk middel om de Nederlandse burger de rechtsbescherming te garanderen die hem toekomt. Een onbelemmerde toegang tot de rechter is hiervoor een cruciale voorwaarde. Want wat heeft de burger aan de rechter als hij zich niet kan veroorloven er gebruik van te maken?’

Je recht halen wordt onbereikbaar

Het aantal rechtszaken nam vorig jaar bij vrijwel alle rechtsgebieden fors af, een trend die al een paar jaar zichtbaar is. Vooral de afname van het aantal zaken met een klein financieel belang (civiele kantonzaken) baart zorgen.

Steeds meer mensen zien af van een gang naar de rechter omdat ze het niet kunnen betalen. Daarom moeten de kosten om een rechtszaak te voeren, de griffierechten, drastisch omlaag

Dit bepleit Frits Bakker (voorzitter van de Raad voor de rechtspraak) in zijn jaarbericht (pdf, 30,5 KB) dat volgende week maandag als onderdeel van het jaarverslag van de Rechtspraak verschijnt. Minister Dekker (voor Rechtsbescherming) verstuurde gisteren een brief aan de Tweede Kamer (tweedekamer.nl) waarin hij aangeeft in debat te willen over de hoogte van de griffierechten.

Fors minder rechtszaken

Het aantal rechtszaken nam vorig jaar bij vrijwel alle rechtsgebieden fors af, een trend die al een paar jaar zichtbaar is. Vooral de afname van het aantal zaken met een klein financieel belang (civiele kantonzaken) baart zorgen. Bakker: ‘Een klein financieel belang, in juridische termen, kan voor gezinnen met een laag inkomen of kleine ondernemingen die van opdracht naar opdracht leven, juist een pijnlijk hoge rekening zijn.’ Daarom moeten juist bij dit soort zaken de kosten omlaag. Want een belangrijke reden om niet naar de rechter te stappen is volgens Bakker financieel van aard.

Angst

Een eenvoudig voorbeeld maakt het probleem duidelijk: als iemand een conflict heeft over een onbetaalde rekening van 700 euro, kost een gang naar de rechter ruim 200 euro aan griffierechten. Bakker: ‘Hoge griffierechten zijn voor veel mensen een reden om niet te procederen, en om de – in hun ogen misschien onterechte – rekening toch maar te betalen uit angst voor mogelijke extra kosten.’ En dan vormt te hoog griffierecht een onoverkomelijke drempel, en doet afbreuk aan de rechtsbescherming van de burger.

Rechtsbescherming

Bakker ziet een neerwaartse spiraal ontstaan waarbij minder en minder mensen de rechter nog weten te vinden. ‘Het vergroten van het aantal zaken is géén doel op zich, maar een noodzakelijk middel om de Nederlandse burger de rechtsbescherming te garanderen die hem toekomt. Een onbelemmerde toegang tot de rechter is hiervoor een cruciale voorwaarde. Want wat heeft de burger aan een rechtbank als hij zich niet kan veroorloven er gebruik van te maken?

Bron: Rechtspraak                                                        

Vrijstelling griffierecht bij onvoldoende draagkracht

Vrijstelling griffierecht bij onvoldoende draagkracht

De Centrale Raad van Beroep (CRvB) besliste in haar uitspraak van 13 februari 2015 dat bij onvoldoende financiële draagkracht in het bestuursrecht vrijstelling van griffierecht kan worden verleend. Zou dit niet kunnen, dan zou de toegang tot de rechter belemmerd worden. De CRvB heeft beslist welke criteria gelden. Deze criteria kunnen worden gehanteerd bij toekomstige beroepen op betalingsonmacht bij griffierecht.

De CRvB is de hoogste rechter op het gebied van het sociale bestuursrecht, het burgerlijke en militaire ambtenarenrecht en delen van het pensioenrecht. De uitspraak van 13 februari 2015 is gedaan door een zogenoemde grote kamer die bestond uit de president en een senior raadsheer van de Centrale Raad van Beroep, de voorzitter en een staatsraad van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State en de president van het College van Beroep voor het bedrijfsleven.

De rechtzoekende moet aannemelijk maken dat zijn maandelijkse netto-inkomen minder bedraagt dan 90% van de voor een alleenstaande geldende (maximale) bijstandsnorm en dat hij ook niet beschikt over vermogen waaruit het griffierecht kan worden betaald. Hierbij is de gezinssamenstelling van de rechtzoekende niet van belang en moeten het inkomen en vermogen van een eventuele fiscale partner worden opgeteld bij het inkomen en vermogen van de rechtzoekende. De rechtzoekende die vrijstelling van het griffierecht wil krijgen, moet dit uiterlijk voor het einde van de betalingstermijn verzoeken. Vrijstelling griffierecht bij onvoldoende draagkracht.

Gepubliceerd 17 april 2015   ▲

Vergoeding buitengerechtelijke kosten

Na jaren van discussie over de vergoeding van buitengerechtelijke kosten is er vanaf 1 juli 2012 eindelijk een wettelijke regeling. Wat is de situatie? Wanneer een schuldenaar een vordering niet heeft voldaan, zal de schuldeiser proberen deze vordering te incasseren. Maar hoeveel mag de eiser in de procedure daarbij aan kosten claimen? Het is in de rechtspraktijk gebruikelijk om die kosten onder te verdelen in buitengerechtelijke kosten en proceskosten.

Proceskosten zijn de kosten die direct verband houden met het procederen, zoals het griffierecht en de kosten voor het opstellen van de processtukken. Hoofdregel is dat de verliezende partij wordt veroordeeld om deze kosten aan de winnende partij te vergoeden, zij het dat vrijwel nooit de werkelijk gemaakte kosten worden vergoed, maar slechts een vast tarief dat vrijwel nooit de gemaakte kosten dekt. Buitengerechtelijke kosten zijn de kosten die de eisende partij heeft gemaakt om buiten de rechter om zijn vordering voldaan te krijgen. Als deze kosten uitsluitend zijn gemaakt in de directe aanloop naar de procedure, krijgt de eisende partij die niet vergoed omdat die kosten dan geacht worden te zijn inbegrepen in de proceskostenveroordeling.