De partneralimentatie als een lumpsum ineens, in plaats van een maandelijkse betaling

In alimentatieverzoeken kan de rechter een uitkering tot levensonderhoud toekennen als een lumpsum, mits goed onderbouwd. De mogelijkheid bestaat indien onderhoudsplichtige voornamelijk vermogen heeft in plaats van inkomsten. Een dergelijke uitspraak kan echter ook bij nadere beschikking weer worden gewijzigd, net als bij een periodieke alimentatie.

Het Hof Arnhem-Leeuwarden heeft op 4 mei 2021 een opvallende uitspraak gedaan over deze mogelijkheid. In de betreffende zaak vroeg de vrouw het hof om de partneralimentatie in de vorm van een afkoopsom van € 700.000 vast te stellen, gebaseerd op de maandelijkse alimentatieverplichting voor 12 jaar die in één keer wordt uitbetaald. De gewone alimentatietermijn van 12 jaar is enkele jaren geleden teruggebracht tot maximaal 5 jaar, tenzij partijen kinderen uit het huwelijk hebben..

Het hof stelt vast dat de rechter die een uitkering tot levensonderhoud toekent, deze ook als lumpsum kan toekennen, en dat het afhankelijk is van de omstandigheden of dit passend en geboden is. Bijvoorbeeld wanneer de draagkracht van de onderhoudsplichtige voornamelijk gebaseerd is op vermogen in plaats van periodieke inkomsten uit arbeid of andere activiteiten. Het hof benadrukt echter dat de rechter die een lumpsum toekent, deze beslissing goed moet onderbouwen en dat de lumpsum achteraf kan worden ingetrokken of gewijzigd.

In deze zaak geeft het Hof weliswaar een negatieve beslissing , mede omdat het onredelijk zou zijn om uit te gaan van een alimentatieduur van 12 jaar gezien de leeftijd van de man (80 jaar). Het hof sluit aan bij de tabel van artikel 6 van het Uitvoeringsbesluit Successiewet 1956 om de contante waarde van de periodieke uitkering te berekenen en kwam tot een veel lager bedrag dan het door de vrouw gevraagde bedrag.

Deze uitspraak is opmerkelijk omdat een dergelijke mogelijkheid tot toekenning van een lumpsum voorheen door de rechter praktisch onmogelijk werd geacht.In 2015 werd in een eerdere versie van het wetsvoorstel Herziening Partneralimentatie voorgesteld dat de rechter op verzoek van een van de echtgenoten kon bepalen dat de alimentatie in één keer werd betaald. Dit voorstel werd echter niet opgenomen in de uiteindelijke wetswijziging die leidde tot een inkorting van de alimentatietermijn van 12 naar 5 jaar, behalve in uitzonderlijke gevallen. Recentelijk werd in februari 2021 een uitgebreid wetenschappelijk onderzoek uitgevoerd door de Rijksuniversiteit Groningen in opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (“WODC”) genaamd “Alimentatie van nu, acceptatie van alimentatie in het licht van maatschappelijke ontwikkelingen”, waarin werd aanbevolen om een nieuwe rechterlijke bevoegdheid toe te voegen die het opleggen van een afkoopsom mogelijk maakt.

Kortom, het is mogelijk om een afkoopsom te vragen bij de rechter, maar een gedegen onderbouwing is vereist.

Wilt u meer weten over de alimentatieberekening bij scheiding, dan kunt u vrijblijvend bellen met 0900-advocaten of een nadere email zenden aan info@advocaten.nl. U kunt ook gebruik maken van ons vraagformulier.

Nieuwe Regels Partneralimentatie

Op 1 januari 2020 gaan de wet herziening partneralimentatie in. Volgens de nieuwe wet wordt de duur van de partneralimentatie na echtscheiding ingekort. De maximale termijn is nu 12 jaar en dit wordt teruggebracht naar maximaal 5 jaar.

De nieuwe wet partneralimentatie gaat gelden voor partneralimentaties die na 1-1-2020 worden vastgesteld. Indien voor die datum afspraken over partneralimentatie zijn vastgesteld, dan blijven die onverkort gelden, en daarop heeft de nieuwe wet geen invloed. afspraken hebt, deze gewoon zo blijven. De nieuwe wet verandert niets aan de huidige situatie.  Het wetsvoorstel is alleen van toepassing op nieuwe alimentatieafspraken.

In welk geval geldt de nieuwe wet?

Ook als vóór 1 januari 2020 al een verzoekschrift tot echtscheiding is ingediend bij de rechtbank dan blijven de huidige maximale termijnen gelden.

De huidige regeling

De huidige alimentatieplicht duurt 12 jaar met een mogelijke uitloop voor bijzondere gevallen. Voor huwelijken korter dan 5 jaar geldt nu reeds een beperkte alimentatieduur, gelijk aan de duur van het huwelijk. Die uitzondering geldt dan weer niet voor huwelijken waarin nog minderjarige kinderen uit dit huwelijk zijn geboren.

Beperkte duur alimentatieplicht

De wet beperkt de duur van de partneralimentatie. De kinderalimentatie blijft onveranderd tot 21 jaar. De duur van de partneralimentatie wordt vanaf 1-1-2020 de helft van de duur van het huwelijk met een maximum van 5 jaar. Wie 3 jaar getrouwd was, moet dus 1,5 jaar kan dus gedurende maximaal 18 maanden alimentatieplichtig worden.  De duur vangt  aan op de dag van de inschrijving van de echtscheidingsbeschikking.

De duur van de alimentatie in het voortraject, dus tijdens de echtscheidingsprocedure, die in theorie meer dan een jaar kan duren,  wordt daarin niet meegeteld.

Verschil met de huidige regelingen

In de huidige wet geldt reeds dat voor een huwelijk van maximaal 5 jaar de alimentatieplicht dezelfde duur als het huwelijk heeft, tenzij er nog minderjarige kinderen zijn die in het huwelijk zijn geboren. In dat geval blijft de alimentatieplicht nog 12 jaren.

Huwelijken met jonge kinderen

In de nieuwe wet geldt dat die alimentatieplicht dus wordt gehalveerd, en niet langer dan 5 jaar kan duren. Ook hier geldt echter dat, in geval er kinderen jonger dan 12 jaar in het huwelijk zijn, de alimentatieplicht blijft bestaan tot het jongste kind 12 jaar is.

Bij huwelijken met kinderen, die de leeftijd van 12 jaar nog niet hebben bereikt, wordt de duur van de partneralimentatie maximaal 12 jaar, ongeacht de duur van het huwelijk of de leeftijd van de partners.

Indien in het huwelijk nog minderjarige kinderen zijn, kan de partneralimentatie dus maximaal nog 12 jaar gelden tot het jongste kind twaalf is geworden.

Oudere huwelijkspartners

Wie langer dan vijftien jaar is getrouwd én op het moment van het scheidingverzoek binnen tien jaar de AOW-leeftijd bereikt, kan tot de AOW datum aanspraak maken op partneralimentatie.

Overgangsregeling langdurige huwelijken

De alimentatieplicht van iemand met een partner die ouder is dan 50 jaar, en die minimaal 15 jaar getrouwd zijn, is dan weer 10 jaar. Het betreft hier een overgangsregeling en deze uitzondering geldt 7 jaar na invoering van de wet. Na 2027 vervalt deze uitzonderingsgroep. De eerstkomende 7 jaar hebben alle 50-plussers na een huwelijk van minimaal 15 jaar dus recht op 10 jaar alimentatie.

Ook kunnen rechters rekening houden met schrijnende gevallen. Het is afwachten hoe de rechtspraak zich ontwikkeld. Verwacht wordt dat deze niet zal afwijken van de huidige jurisprudentie betreffende schrijnende gevallen.

In de aanloop naar de invoering van de wet is het dus goed om vooraf uit te rekenen of u als alimentatieplichtige of alimentatiegerechtigde het verzoek vóór of na 1 januari 2020 moet indienen. Om te onderzoeken welke aanpak voor u het beste is kunt u een vraag stellen aan advocaten.nl of bellen met 0900-advocaten.