– De Appvocaat: rechtshulp zonder advocaat

De Appvocaat: rechtshulp zonder advocaat

Stel, u bent al enige tijd verwikkeld in een juridisch geschil met uw buren. Zij halen u het bloed onder uw nagels vandaan en u bent het zat. U wilt graag een oplossing voor dit probleem, maar een advocaat in de arm nemen vindt u een stap te ver. Hoewel het voor u misschien ondenkbaar lijkt, is niet voor ieder juridisch probleem de hulp van een advocaat nodig. Veel juridische vraagstukken kunt u, met behulp van de juiste organisatie of instantie en met goede informatie, zelf oplossen. De Appvocaat is een app speciaal gemaakt voor dit soort gevallen. Deze app biedt u de mogelijkheid om zonder dure rechtshulp een oplossing te vinden voor uw juridische probleem of geschil. Lees meer ….

Verzwijgen gevangenisstraf in sollicitatieprocedure: mag dat?

Wat mag en moet een sollicitant tijdens de sollicitatiefase vragen en zeggen? Aangenomen wordt dat alleen eigener beweging zaken moeten worden gemeld als dit relevant is voor de uitoefening van de functie. Geldt dat ook voor een gevangenisstraf?

Sollicitant dient informatie waarvan hij behoort te weten dat die voor de werkgever in verband met een eventueel te sluiten arbeidsovereenkomst van belang kan zijn, te melden. Strafrechtelijk verleden wordt in beginsel beschermd door 8 EVRM, maar in dit geval had werknemer – gelet op beoogde functie, arts voor een groep kwetsbare ouderen, zijn verleden – tijdens zijn sollicitatie en zeker ook nadien toen hij door werkgever met vragen werd geconfronteerd, werkgever dienen te informeren. Werkgever had er goed aan gedaan zelf verder onderzoek te doen en bijvoorbeeld VOG te vragen, maar informatieplicht weegt in deze zwaarder dan onderzoeksplicht, temeer nu werknemer tijdens de sollicitatie en daarna werkgever door onvolledige informatie ‘op het verkeerde been‘ heeft gezet.
. . . lees verder op Internet

Tewerkstellingsvergunning nog maar een jaar geldig

Tewerkstellingsvergunning nog maar een jaar geldig

Onlangs is het wetsvoorstel Herziening van de Wet arbeid vreemdelingen aangenomen door de Tweede Kamer. De belangrijkste maatregel hieruit is dat de duur van de tewerkstellingsvergunning wordt teruggebracht naar een jaar. De herziening van de Wet arbeid vreemdelingen houdt verder in dat de toets op prioriteitgenietend aanbod wordt aangescherpt en dat er enkele wijzigingen ter voorkoming van concurrentie op arbeidsvoorwaarden worden doorgevoerd.

Een werkgever kan alleen een tewerkstellingsvergunning krijgen als er echt geen prioriteitgenietend aanbod aanwezig is. De toets op het prioriteitgenietend aanbod wordt daarom aangescherpt. De toets wordt abstracter. Het UWV hoeft niet meer te onderzoeken of er geschikte kandidaten beschikbaar zijn, maar kan volstaan met het onderzoeken of er voldoende werkzoekenden op de arbeidsmarkt aanwezig zijn die aan de functie-eisen van de vacature voldoen. Als er inderdaad voldoende werkzoekenden op de arbeidsmarkt aanwezig zijn, moet het UWV de aanvraag voor een tewerkstellingsvergunning afwijzen.

Verder is in het wetsvoorstel bepaald dat de geldigheidsduur van de tewerkstellingsvergunning wordt beperkt tot één jaar. Het verlengen van een tewerkstellingsvergunning is niet meer mogelijk, zodat steeds opnieuw een nieuwe vergunning moet worden aangevraagd.      

. . . lees verder op Internet

Nieuwe regeling voor nadeelcompensatie en schadevergoeding

Nieuwe regeling voor nadeelcompensatie en schadevergoeding

In de Awb wordt een regeling opgenomen voor nadeelcompensatie en voor schadevergoeding bij onrechtmatige overheidsbesluiten. Ondernemers die schade lijden door overheidshandelen kunnen een vergoeding vragen. Door de wetswijziging moet het duidelijk worden of de ondernemer bij de bestuursrechter of de burgerlijke rechter moet zijn.

Nadeelcompensatie is een vergoeding die de overheid soms moet betalen, ook al is het overheidshandelen rechtmatig. Nu zijn in verschillende wettelijke en buitenwettelijke regelingen regels opgenomen over nadeelcompensatie. Deze regelingen zien echter alleen op specifieke situaties en bovendien verschillen ze vaak van elkaar. In het wetvoorstel is daarom een nieuw onderdeel aan de Awb toegevoegd, waarin een algemene regeling voor vergoeding van schade aan ondernemers (en ook particulieren) door rechtmatig overheidshandelen.

Een ander nieuw onderdeel voorziet in een duidelijke bevoegdheidsverdeling tussen de bestuursrechter en de burgerlijke rechter voor verzoeken tot schadevergoeding wegens onrechtmatige besluiten. De bestuursrechter wordt exclusief bevoegd op het terrein van het ambtenarenrecht en het financiële bestuursrecht. In alle andere gevallen is de bestuursrechter alleen bevoegd als de vordering minder dan 25.000 euro bedraagt.      

. . . lees verder op Internet

Onterecht ontslag: werkgever moet verschil loon en WW bijpassen

Onterecht ontslag: werkgever moet verschil loon en WW bijpassen

Een beveiligingsbedrijf ontslaat om bedrijfseconomische redenen een heel team accountmanagers, waaronder een werknemer van bijna zestig jaar. Volgens de werkgever is in deze situatie het afspiegelingsbeginsel niet van toepassing, omdat de functies binnen de verschillende teams niet onderling uitwisselbaar zijn.

In hoger beroep oordeelt het Hof in Den Bosch op 7 mei 2013 dat de werkgever deze stelling onvoldoende onderbouwt. Dat betekent dus dat het afspiegelingsbeginsel toegepast had moeten worden, en dat deze werknemer ten onrechte ontslagen is. Hij heeft dus recht op een schadevergoeding. Die valt lager uit dan de werknemer voorstelt. Hij wil tot aan zijn pensioen schadeloos worden gesteld. Het Hof gaat uit van een jaar onterechte werkloosheid. De voormalige werkgever moet ook de kosten vergoeden die de man heeft gemaakt om zijn zaak tot in hoger beroep te kunnen bepleiten.    

. . . lees verder op Internet

Mediation voor confilicten met zieke werknemers

Confilicten met zieke werknemers oplossing via mediation

Het komt regelmatig voor dat de arbo-arts mediation adviseert bij werknemers die zich ziek hebben gemeld. Vaak speelt dan naast ziekte ook een arbeidsconflict.

Mediation is het oplossen van conflicten met de hulp van een neutrale conflictbemiddelaar: de mediator. De mediator doet zelf geen uitspraak, maar hij begeleidt de onderhandelingen tussen de partijen. Het doel is dat partijen zelf hun oplossing vinden zonder tussenkomst van de rechter. De mediator helpt de partijen daarbij. Het uitgangspunt is volstrekte vertrouwelijkheid. Geen van beide partijen mag hetgeen tijdens de mediation is gezegd of gebeurd later naar buiten brengen.

Werkgevers draaien doorgaans voor de kosten op en hebben daar veelal geen zin in. Zij zijn zich ook vaak niet eens bewust van het bestaan van een conflict met de werknemer. Toch is voorzichtigheid geboden. Wanneer een werknemer ziek is en stelt dat er een arbeidsconflict is, is er in ieder geval voor die werknemer een drempel om terug te keren in het arbeidsproces. Wanneer de arbo-arts de werknemer daarin steunt, mediation adviseert en de werkgever niet adequaat doorpakt, kan hem dit (als de ziekte doorsuddert) uiteindelijk duur komen te staan.

Als immers tijdens het tweede ziektejaar wordt beoordeeld of een werknemer in aanmerking komt voor een WIA-uitkering, zal eerst worden getoetst of het reïntegratieproces wel correct en voortvarend is doorlopen. Wanneer mediation is geadviseerd en de werkgever dit niet (of niet tijdig) heeft opgestart, is het oordeel van het UWV meestal dat een verlenging van de loonbetalingsverplichting wordt opgelegd en die is doorgaans meteen 52 weken. Niet alleen moet een werkgever dan nog een jaar langer doorbetalen, maar ook wordt het ontslagverbod tijdens ziekte dan met eenzelfde periode verlengd.

Verder is de insteek van het UWV dat wanneer een van de partijen een conflict ervaart, er een conflict is en de werkgever doet er dan verstandig aan om aan een dergelijk conflict de juiste aandacht te besteden. Het loont dus de moeite mediation met de nodige voortvarendheid op touw te zetten wanneer dit door de arbo-arts wordt geadviseerd. Het voordeel is overigens ook dat partijen sneller in gesprek komen en er wellicht eerder gepraat wordt over een eventuele vertrekregeling. Daarnaast zorgt mediation er voor dat de werknemer tot voortvarendheid wordt gemaand

Is mediation voorgesteld door de arbo-arts en pakt de werkgever dit correct op, dan moet een werknemer daar ook zijn best voor doen. Wanneer een werknemer immers niet meewerkt aan zijn reïntegratie in die zin dat hij de door de arbo-arts gegeven redelijke aanwijzingen niet opvolgt, dan kan de werkgever het salaris stopzetten.

Wanneer mediation is voorgesteld, maar beide partijen dat toch niet wensen, is het zaak goed gemotiveerd vast te leggen waarom er voor is gekozen geen mediation aan te gaan, zodat het afzien van die mediation de werkgever later niet wordt tegengeworpen.   

Formule ontslagvergoeding voor ambtenaren

De toekenning van extra ontslagvergoeding aan een ambtenaar die wordt ontslagen

De Centrale Raad van Beroep heeft op 28 februari 2013 een tweetal uitspraken gedaan over toekenning van een extra ontslagvergoeding aan een ambtenaar die wordt ontslagen. Meerdere malen is de vraag gesteld of een ambtenaar aanspraak kan maken op een extra ontslagvergoeding die gebaseerd is op de zogeheten kantonrechtersformule die voor een ‘gewone’ werknemer geldt. De Centrale Raad van Beroep heeft herhaaldelijk overwogen dat het in ambtenarenzaken niet voor de hand ligt om de kantonrechtersformule toe te passen. Dit is toe te schrijven aan de ambtelijke rechtspositieregelingen waar een ambtenaar aanspraak op kan maken en die veelal een ruimere compensatie bieden bij loonderving dan voor een ‘gewone’ werknemer het geval is. Naast bovenwettelijke voorzieningen kan namelijk een ambtenaar recht hebben op een na-wettelijke uitkering. De Centrale Raad van Beroep heeft gemeend nadere uitgangspunten te moeten formuleren die in beginsel behoren te worden gehanteerd bij de vraag of een ambtenaar aanspraak heeft op een extra ontslagvergoeding en hoe die vergoeding dan dient te worden vastgesteld. Lees verder “Formule ontslagvergoeding voor ambtenaren”

Invorderingskosten bij betalingsachterstanden

Nieuw: invorderingskosten bij betalingsachterstanden

Zeker in een financiële crisis zijn betalingsachterstanden aan de orde van de dag. Op basis van Europese regelgeving is op 16 maart 2013 een wetswijziging ingevoerd die maakt dat de manier waarop contractspartijen en adviseurs naar betaling en betalingsachterstanden (moeten) kijken is veranderd. Die heb ik eerder gehoord, zal de oplettende lezer denken, terwijl later bleek dat de soep toch iets minder heet gegeten werd. Ditmaal is het daadwerkelijk waar. Wat is er veranderd?

Om paal en perk te stellen aan de door de wetgever gesignaleerde oplopende betalingsachterstanden is de bestaande wetgeving aangepast. Een nieuw wetsartikel bepaalt ten aanzien van overeenkomsten waarbij beide contractspartijen zakelijk actief zijn, dat indien de schuldenaar die een betalingstermijn laat verlopen, deze zonder aanmaning onmiddellijk een bedrag voor invorderingskosten van ten minste 40 euro verschuldigd is. De bepaling geldt uitsluitend indien de schuldenaar een onderneming of een overheid is. Voor consumenten is een uitzondering gemaakt.
Lees verder “Invorderingskosten bij betalingsachterstanden”

Afspraak is afspraak

Afspraak is afspraak

Jaren geleden verkocht de overheid van één van de ABC-eilanden onroerend goed aan een partij D voor prijs X. Enige tijd later, toen de akte bij de notaris gepasseerd zou worden, kreeg D in de gaten dat in de notariële akte allemaal (extra) voorwaarden stonden die eerder in het geheel niet mondeling waren overeengekomen. Het zouden standaard bedingen zijn, zo riep de overheid, maar D beriep zich op wat was afgesproken en kreeg van de Hoge Raad gelijk. Dergelijke gevallen doen zich nog steeds voor.

Niet lang geleden had een advocaat een kwestie tegen Medirisk. De advocaat kwam op voor een kind dat medio 1995 ernstig blijvend letsel en beperkingen had opgelopen door een toerekenbare medische misslag. Het kind was geopereerd, doch verzuimd was om het kind veiligheidshalve antibiotica te geven waardoor na de operatie infectie kon ontstaan met alle schade van dien. Niet expres, maar wel toerekenbaar verkeerd. Medirisk is vaak de verzekeringsmaatschappij van de arts of van het ziekenhuis. De arts en het ziekenhuis worden buitenspel gezet en de verzekeraar neemt de touwtjes in handen met behulp van door Medirisk ingeschakelde advocaten en (externe) schaderegelaars.

Nadat een onafhankelijk medisch deskundige in 1998 vond dat er verkeerd gehandeld was waardoor die schade kon ontstaan, werd aansprakelijkheid door Medirisk (namens de arts en het ziekenhuis) erkend. In 2010 schakelde Medirisk een (externe) schaderegelaar in. Na enkele rituele dansen tussen de advocaat van het slachtoffer en de schaderegelaar van Medirisk stuurde eerstgenoemde een schadestaat per mail uitkomend op 118.000 euro vermeerderd met twee pro memorie posten wegens wettelijke rente. Twee dagen later vond op basis van die schadestaat een bespreking plaats tussen de schaderegelaar en de advocaat van de ouders van het kind. Ze waren het eens geworden, zij het dat de advocaat het nog wel even moest voorleggen aan de ouders. De schaderegelaar maakte geen enkel voorbehoud.

De ouders gingen akkoord zodat hun advocaat zes dagen na de bespreking mailde dat er overeenstemming was en verzocht werd om toezending van een vaststellingsovereenkomst op basis van 118.000 euro te vermeerderen met kosten. Ruim twee weken later werd de advocaat door de schaderegelaar gebeld. Hij had (ineens bij nader inzien en dus achteraf) vraagtekens bij het bedrag van 118.000 euro en hij moest nog goedkeuring hebben van Medirisk. Tijdens de onderhandelingen was het bedrag van 118.000 euro akkoord en de voorwaarde ‘mits akkoord door Medirisk’ was niet gesteld. Vier dagen later mailde hij uit te komen op 78.000 euro, contact zou opnemen met Medirisk en nadien wel van zich zou laten horen. Een procedure volgde en de rechter oordeelde dat de schaderegelaar zijn opdrachtgever Medirisk had gebonden aan de afspraak af te wikkelen op basis van 118.000 euro.

Samenvattend: afspraak is afspraak.