Regering overweegt verbod op het gebruik van AI-software door ambtenaren

De Nederlandse regering overweegt een verbod op het gebruik van AI-software door ambtenaren vanwege privacy- en auteursrechtenrisico’s. Het voorstel heeft betrekking op niet-gecontracteerde AI-programma’s en is gebaseerd op juridisch advies. Tegelijkertijd zoekt de overheid naar manieren om AI op een veilige manier te gebruiken en overweegt ze training voor ambtenaren en uitgebreidere richtlijnen voor AI-gebruik.

Staatssecretaris Alexandra van Huffelen (Digitale Zaken) heeft plannen aangekondigd om ambtenaren binnen de overheid tijdelijk te verbieden om gebruik te maken van AI-software, zoals Juridische ChatBot, vanwege de huidige risico’s op het gebied van privacy en auteursrechten.

Het voorgenomen verbod heeft betrekking op AI-programma’s die in staat zijn om teksten, afbeeldingen, audio of video’s te genereren, zoals chatbots zoals ChatGPT en Bard, of afbeeldingsgeneratoren zoals Dall-E.

De Autoriteit Persoonsgegevens (AP), concludeert dat “niet-gecontracteerde generatieve AI-toepassingen over het algemeen niet voldoen aan de Nederlandse wetgeving op het gebied van privacy en auteursrecht.”

AI-toepassingen waarbij de overheid wel een contract aangaat met een leverancier zouden niet onder dit brede verbod vallen.

Staatssecretaris Alexandra van Huffelen wijst erop dat het “onduidelijk” is of aanbieders zoals ChatGPT voldoende aandacht besteden aan de rechten van auteurs. De taalmodellen achter programma’s zoals ChatGPT en Bard zijn getraind met grote hoeveelheden teksten, waaronder krantenarchieven en auteursrechtelijk beschermde boeken. Dit geldt ook voor generatieve-AI.

“Transparantie ontbreekt vaak,” zegt de Staatssecretaris over veel aanbieders. Daarnaast ontbreekt er nog een duidelijke juridische uitspraak over het gebruik van openbare internetbronnen voor dit doel.

Privacy

Privacy is ook een zorgpunt: “Een generatieve AI-toepassing kan zeer gevoelige informatie afleiden uit de interactie met de gebruiker.” Tot slot wijst de staatssecretaris op een fundamenteel gevaar dat samenhangt met het gebruik van AI: de antwoorden van een programma zoals ChatGPT “kunnen worden gebruikt om beslissingen over een persoon te nemen.”

De nota zal binnenkort worden besproken in de ministerraad. Als deze wordt goedgekeurd, zal het verbod gelden voor overheidsdiensten en hun leveranciers.

Veilig en verantwoord Tegelijkertijd ziet Van Hees ook mogelijkheden voor het nuttige gebruik van generatieve AI binnen de overheid, maar dan wel op een veilige manier. Dit moet worden bereikt via verschillende experimenten. Deze pilotprojecten moeten halverwege volgend jaar zijn afgerond, waarna er richtlijnen zullen worden opgesteld voor het verantwoorde gebruik van AI door overheidsorganisaties. Daarnaast komt er een opleidingsprogramma voor ambtenaren en een uitgebreidere visie op AI. Deskundigen waarschuwen al geruime tijd dat organisaties vaak te lichtvaardig denken over het gebruik van programma’s zoals ChatGPT. Professionals voeren bijvoorbeeld vertrouwelijke stukken in om deze te laten samenvatten of vertalen, zonder dat altijd duidelijk is wat het techbedrijf precies doet met die informatie. Bij diensten zoals ChatGPT is er ook een extra zorgpunt, aangezien ambtenaren verplicht zijn om in te loggen met hun e-mailadres, waardoor eenvoudig kan worden achterhaald wie vragen stelt aan de systemen.

‘Nederland kan achterop raken’
Sander Klous, hoogleraar datatechnologie aan de Universiteit van Amsterdam, erkent de genoemde risico’s in de nota, maar een algeheel verbod gaat hem te ver: “Er zijn zoveel nuances in AI-toepassingen dat het beter is om het gebruik te beperken op basis van reële risico’s in plaats van alles direct te verbieden.” Een breed verbod zou Nederland ook in een achterstandspositie kunnen plaatsen ten opzichte van landen die ruimer gebruikmaken van generatieve AI, waarschuwt de hoogleraar. Een woordvoerder van het ministerie van Binnenlandse Zaken, waar Juridische Zaken onder valt, laat weten dat het ministerie de ontwikkelingen op het gebied van generatieve AI nauwlettend volgt, maar wil geen commentaar geven op het conceptvoorstel en kan ook niet aangeven wanneer dit eventueel in de ministerraad zal worden besproken.

Wilt u meer weten over dit onderwerp, stel een vraag aan advocaten.nl of bel met 0900-advocaten.

Verkeersboete uit het buitenland? Korting voor snelle betalers

Snel betalen van verkeersboetes in het buitenland kan aanzienlijke kortingen opleveren. Spanje, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en Italië bieden kortingen aan automobilisten die binnen een bepaalde termijn betalen. Zorg er echter voor dat je voldoet aan de lokale voorwaarden en wetgeving.

Voor vakantiegangers kan een onverwachte verkeersboete uit het buitenland bij terugkomst voor onaangename verrassingen zorgen. Er is echter een slimme strategie om de financiële impact van dergelijke boetes te minimaliseren: snel betalen. In sommige vakantielanden kom je namelijk in aanmerking voor aanzienlijke kortingen als je binnen een bepaalde termijn betaalt, maar er zijn ook enkele belangrijke voorwaarden waarmee rekening moet worden gehouden.

Spanje: Gulle Kortingen voor Snelle Betalers

Spanje is een van de meest genereuze landen als het gaat om kortingen voor verkeersovertreders. Wanneer je een boete ontvangt van het Spaanse Directorate-General for Traffic (DGT), kun je profiteren van een korting van 50 procent op de boete als je deze binnen twintig dagen betaalt. Het belangrijkste is dat je geen bezwaar maakt tegen de overtreding, want anders vervalt deze korting. Na de eerste twintig dagen geldt het standaardtarief voor de boete tot de 45e dag na de kennisgeving.

Het is echter van essentieel belang om te weten dat deze regeling niet van toepassing is als je een boete hebt gekregen voor het gebruik van een radardetector, aangezien het bezit en gebruik van dergelijke apparaten verboden is in Spanje. Bovendien moet de identiteit van de bestuurder op het moment van de overtreding bekend zijn om in aanmerking te komen voor de korting, omdat dit verband houdt met het puntenstelsel van Spanje. Het is ook belangrijk te benadrukken dat de korting niet geldt als jouw gedrag kan leiden tot gevaarlijke situaties voor andere weggebruikers of als je verkeersborden of -bewakingssystemen beschadigt.

Frankrijk: Vijftien Dagen om te Profiteren

In Frankrijk heb je vijftien dagen de tijd om de verlaagde boete te betalen. Deze korting is vooral gunstig als je een snelheidsovertreding hebt begaan met een overschrijding van de snelheidslimiet tussen 20 en 50 km/u, als je zonder kentekenbewijs rijdt, of als je de verplichte veiligheidsgordels niet draagt. In deze gevallen bedraagt de standaardboete 90 euro. Door snel te betalen, kun je echter maar liefst 45 euro besparen.

Verenigd Koninkrijk: Binnen Veertien Dagen

In het Verenigd Koninkrijk kan de termijn variëren, maar als je een boete krijgt van Transport for London, kun je 50 procent van het boetebedrag aftrekken als je binnen veertien dagen betaalt. Als je echter te laat bent met betalen, wordt het boetebedrag juist met 50 procent verhoogd.

Italië: Kortingen binnen Vijf Dagen

Italië hanteert een lager tarief als je een boete binnen vijf dagen betaalt of zelfs ter plaatse afrekent. De korting kan in dat geval 30 procent bedragen. Aan de andere kant, als je wordt staande gehouden voor ernstige overtredingen, kan worden gevraagd om een voorschot te betalen in afwachting van de uiteindelijke boete. Zorg er in dat geval wel voor dat je een ontvangstbewijs ontvangt.

Het optimaliseren van de betaling van verkeersboetes in het buitenland kan aanzienlijke besparingen opleveren en mogelijke juridische complicaties verminderen. Reizigers moeten echter de lokale wetten en voorwaarden in acht nemen om ervoor te zorgen dat ze kunnen profiteren van deze kortingen.

Compensatie passagier niet alleen bij ziekte van piloot

EU Hof: Luchtvaartmaatschappijen moeten passagiers compenseren bij ziekte of overlijden van bemanningsleden. Een uitspraak van het EU Hof beperkt de mogelijkheid voor luchtvaartmaatschappijen om ‘bijzondere omstandigheden’ in te roepen, maar de herziening van compensatieregels voor luchtvaartpassagiers stagneert.

Het Hof van Justitie van de EU in Luxemburg heeft bepaald dat luchtvaartmaatschappijen niet zijn vrijgesteld van de verplichting om passagiers te compenseren in geval van ziekte of overlijden van een bemanningslid, wat resulteert in annulering of vertraging van de vlucht. Deze uitspraak beperkt de mogelijkheid van luchtvaartmaatschappijen om een beroep te doen op ‘bijzondere omstandigheden’ om compensatieclaims af te wijzen. Voorheen werd ziekte niet beschouwd als overmacht, maar een rechterlijke uitspraak in 2019 veranderde dit. Het recente arrest van het Europees Hof corrigeert de interpretatie van de EU-regels door Nederlandse rechters, maar heeft geen invloed op reeds behandelde compensatiezaken.

De zaak die aan het Europees Hof werd voorgelegd, betrof het plotselinge overlijden van een copiloot van een vlucht van TAP, de Portugese luchtvaartmaatschappij, van Stuttgart naar Lissabon in juli 2019. Als gevolg hiervan vertrok de vlucht met aanzienlijke vertraging. TAP weigerde de passagiers compensatie te betalen, waarbij zij verwezen naar een ‘bijzondere omstandigheid’. De luchtvaartmaatschappij benadrukte dat zij regelmatig medische controles voor het personeel uitvoert.

Het Europees Hof oordeelde echter dat de onverwachte afwezigheid van een bemanningslid een gebeurtenis is die onderdeel uitmaakt van de normale bedrijfsvoering van een luchtvaartmaatschappij. Dit betekent dat de vervoerder voorbereid moet zijn op plotselinge uitval van personeel, ongeacht de tragische aard van het incident.

De kwestie van compensatierechten voor luchtvaartpassagiers bij vertraging of annulering van vluchten wordt al lange tijd besproken. De verordening die deze rechten vastlegt, dateert uit 2004, maar de interpretatie ervan en de toepassing ervan door nationale instanties bleven onderwerp van discussie. De Europese Commissie heeft in 2013 voorstellen gedaan om de regels te herzien en de rechten en plichten van luchtvaartmaatschappijen te verduidelijken. Echter, deze herziening heeft vastgezeten bij de EU-lidstaten, die verdeeld zijn over de te nemen stappen. Het Europees Parlement wil de herziening aangrijpen om de rechten van passagiers te versterken.

Het Europees Hof heeft al 59 vertragingszaken behandeld. Volgens bronnen in Brussel maakt het dossier weinig vooruitgang en heeft de Commissie geen plannen om de herzieningsvoorstellen verder te wijzigen. Dit zorgt voor ontevredenheid bij luchtvaartmaatschappijen, die al jaren bezwaar maken tegen de regels. Zij stellen dat de regels hen veel geld kosten en geen recht doen aan operationele problemen, zoals inefficiënt luchtruimbeheer.

Advies Aan Hoogste Rechtscollege In Beginsel Recht Op Huurkorting Voor Horeca-Ondernemers

De coronacrisis heeft in de huursector geleid tot discussie over vermindering van de huurprijs van bepaalde bedrijfsruimten, en hoe de vermindering moet worden berekend. De rechtspraak geeft tot aan heden geen eenduidig antwoord. In een procedure tussen een verhuurder en een huurder heeft de kantonrechter in Roermond de Hoge Raad prejudiciële vragen gesteld.

De procureur-generaal bij de Hoge Raad heeft in een recent advies aan de Hoge Raad bericht dat restaurants en cafés ‘in beginsel’ recht op huurkorting hebben omdat van overheidswege hun onderneming tijdens de coronacrisis op slot ging.

In dit advies is de grond huurkorting gelegen in een redelijke verdeling van het verlies tussen de verhuurder en de huurder. De procureur-generaal stelt dat de coronacrisis een ‘onvoorziene omstandigheid’ is waar partijen geen rekening mee hebben gehouden bij de ondertekening van de huurovereenkomsten.

Sinds het begin van de coronacrisis is er al een discussie over de huurkorting voor huurders van bedrijfsruimten.

In vele gevallen is een geschil voorgelegd aan de rechter en in enkele gevallen werd een huurkorting bepaald. Beide partijen kunnen op grond van de wet een beroep doet op onvoorziene omstandigheden, en die kan leiden tot gehele of partiële ontbinding van de huurovereenkomst of een aanpassing van een huurovereenkomst. Geen van de partijen zal de huidige situatie hebben kunnen voorzien, zodat een wijziging in de huurovereenkomst kan worden voorgesteld met een beroep op de beperkende of de aanvullende werking van de redelijkheid en billijkheid.

In de meeste gevallen is geadviseerd om in een zo`n vroeg mogelijk stadium tussen huurder en verhuurder te overleggen. Komen partijen er niet samen uit dan kunnen partijen altijd hun geschil aan de kantonrechter voorleggen. Tot aan heden is er echter geen eenduidig antwoord op deze vraag.
De rechtseenheid die nodig is dient te worden verkregen door een uitspraak van de Hoge Raad. In een procedure tussen een verhuurder en een huurder, een horeca-exploitant, heeft de kantonrechter in Roermond het geschil voorgelegd aan de Hoge Raad.

De voornaamste taak die aan de procureur-generaal bij de Hoge Raad is opgedragen betreft het geven van juridische adviezen, zogenoemde conclusies, aan de Hoge Raad. Meestal worden de conclusies door de advocaten-generaal in het parket namens de procureur-generaal genomen.

Hoewel het duidelijk is dat de corona-crisis niet kon worden voorzien door markt partijen heeft de overheid financiële steunfondsen en belastingfaciliteiten in het leven geroepen teneinde de gevolgen van de sluiting op te vangen. Die maatregelen gelden echter niet voor startende huurders en voor de verhuurders, zodat het verdelen van de “lasten” van de crisis en de criteria om die verdeling toe te passen nog een ingewikkelde rekensom kan worden.

Of het advies van de procureur-generaal aan de Hoge Raad wordt overgenomen, is dus nog de vraag. Wanneer de raad uitspraak doet over de zaak is nog niet bekend.
Wilt u als huurder of verhuurder meer informatie over de mogelijkheden in uw geval bel dan met 0900-advocaten of zend een email aan info@advocaten.nl. U kunt ook het formulier invullen op de website voor een uitgebreidere vraagstelling

De Nieuwe Wet Op De Kansspelen Online Gokken Eindelijk Legaal

De wet was al jaren aangekondigd, en het bestrijden van illegale goksites was geen optie meer. Spelers hoeven niet meer uit te wijken naar buitenlandse goksites. Voor een relatief klein bedrag kan een licentie worden verkregen aan organisaties die aan de richtlijnen van de kansspelautoriteit voldoen. Bedrijfsstructuur, financiële integriteit en bescherming van de consument zijn de belangrijkste voorwaarden.

De wet Kansspelen op Afstand geldt vanaf 1 september 2021. Vanaf die datum  is het niet meer illegaal voor online casino’s om diensten aan te bieden, en hoeven  spelers niet meer te surfen naar legale web sites uit andere landen. Voorzien is dat alleen mogelijk bij Holland casino en enkele aanbieders met een vergunning. De wet geeft  aanvullende eisen voor kansspelreclame naast de regels die al gelden op grond van de Wet op de kansspelen.

Om controle op het goklandschap te houden zijn er strenge eisen verbonden aan de aanbieders van online gokspelen. Deze zijn beschreven in de nieuwe wet op de kansspelen, maar zullen vermoedelijk in de toekomst nog nader worden gedetailleerd en uitgewerkt. Uit de regelgeving blijkt duidelijk dat de wetgever worstelt met het probleem van de gokverslaving. De regels worden gehandhaafd door de Kansspelautoriteit.

De wijziging dient ook andere doelen. Consumenten, de spelers, worden beter beschermd in geval van een conflict; was een spelen in het verleden nagenoeg rechteloos indien een wedkantoor op Gibraltar weigerde de gewonnen som uit te keren, nu kunnen spelers de organisatie melden bij de Kansspelautoriteit of voor de Nederlandse rechter aanspreken.

Aanvullende eisen reclame

De belangrijkste verandering is dat een casino moet voldoen aan enkele eisen om gokverslaving tegen te gaan. Omdat online gokken geheel van uit de thuissituatie plaatsvindt is controle daarop slechts marginaal mogelijk. De belangrijkste maatregelen zitten dan ook in de reclame en de webinterface. Dit zijn immers de belangrijkste instrumenten die casino`s hebben om spelers uit te nodigen om deel te nemen aan een kansspel.

Om die reden zijn de belangrijkste maatregelen en regels te vinden in die van reclame en de spelomgeving.

Aanbieders dienen, naast de reeds bestaande eisen enkele strenge voorwaarden te voldoen die gokverslaving actieve aanpakken. Dit laatste is natuurlijk slechts een uiting van de wens, maar een actieve aanpak heeft slechts één aspect, te weten dat gokken hier en daar niet wordt aangemoedigd, maar juist wordt ontmoedigd.

De belangrijkste wijzigingen

Gokverslaving wordt actiever bestreden en het online casino draagt daarvoor een eigen verantwoordelijkheid. Kennis is vereist om  probleemgokkers te identificeren en problemen te voorkomen. Spelers dienen constant bewust te worden gemaakt van de risico’s van het spelen. Het aanmoedigen van (door-)spelen wordt verboden en online casino dienen daarvoor allerlei maatregelen te treffen op de webinterface.

Verificatie van identificatie en leeftijd

Casino’s dienen vast te stellen dat de speler over de 18 jaar door gebruik te maken van bankgegevens. Aanbieders dienen dus 100% zekerheid te krijgen over de leeftijd. Het vragen naar de leeftijd is dus niet meer voldoende.

Voor het maken van reclame voor online gokken gelden vanaf 1 april 2021 de volgende voorwaarden:

  • Tv reclame tussen 6.00 en 19.00 uur is verboden radio reclame is verboden tussen 6:00 en 21:00
  • Het gebruik van persoonsgegevens die al zijn verwerkt in het kader van deelname van een persoon aan een ander kansspel van dezelfde aanbieder is verboden
  • reclame door beroepssporters of sportteams is verboden. Sponsoring van een sporter of team is dan weer wel mogelijk.
  • Het gebruik van rolmodellen van jonger dan 25 jaar die een substantieel bereik hebben onder minderjarigen of jongvolwassenen is verboden bij reclame-uitingen
  • Reclame in games of op websites of applicaties waar games worden aangeboden is verboden.
  • Reclame dient te worden afgestemd op:
    • de uitkomsten van een verplichte risicoanalyse en
    • het door de vergunninghouder verplicht in te voeren verslavingspreventiebeleid
  • uitingen over verslavingspreventie mag niet worden gecombineerd met reclame voor het kansspel
  • reclame mag niet worden gericht op personen die gebruik maken van bepaalde voorzieningen in het kader van verslavingspreventie.
  • Bonussen worden geacht deel uit te maken van reclamebeleid. Het aanbieden van de  bonus mag niet worden afgestemd op het speelgedrag van de speler
  • Op de webinterface’ mag uitsluitend reclame worden getoond voor het kansspel waarvoor een vergunning van de Kansspelautoriteit is verkregen.
  • De informatie die de speler ontvangt over de grenzen van zijn speelgedrag mag geen reclame bevatten. Ook de ruimte van de spelersinterface waar de speler de grenzen van zijn speelgedrag kan aangeven of wijzigen mag geen reclame bevatten.

De periodieke rapportageverplichting aan de kansspelautoriteit wordt uitgebreid

  • Het totaalbedrag aan bonussen dat is uitgekeerd aan spelers
  • De wijze waarop werving en reclame is afgestemd op uitkomsten van de risicoanalyses per type kansspel.

Er gelden meer aanvullende regels, en uit deze wetswijziging blijkt dat een groot deel van de regels, in het bijzonder die met betrekking tot reclame-uitingen, zeer waarschijnlijk gelegenheid geven tot geschillen over de uitleg ervan. Kansspelaanbieders doen er verstandig aan zich vooraf zeer goed te informeren over de uitleg die de autoriteit kansspelen zelf geeft. Voor meer informatie neem contact op met 0900-advocaten, of stuur een email aan info@advocaten.nl.

De Professionalisering Van Vereniging En Stichting De Wet Bestuur En Toezicht Rechtspersonen

Ook de volkstuinvereniging en de stichting voor het buurthuis zullen na 1 juli 2021 professioneel dienen te worden bestuurd

Op 1 juli 2021 treedt De Wet bestuur en toezicht rechtspersonen (Wbtr) in werking.

Volgens het wetsvoorstel Wbtr is het doel van de wet de professionalisering bij verenigingen en stichtingen. De noodzaak daarvoor komt voort uit talrijke financiële problemen, zelfverrijking van bestuurders, fraude en diefstal die bij vereniging en stichtingen in het verleden voor kwamen. Voor alle rechtspersonen gelden straks dezelfde regels voor bestuur en toezicht de ook al lang voor nv’s en bv’s bestaan.

De wet gaat voornamelijk over de interne werking van de vereniging of stichting, maar ook de externe aansprakelijkheid van bestuursleden komt aan bod. De regels die al deze organisaties treffen gaan over:

  • de taakvervulling door bestuurders en toezichthouders: de voor de vennootschappen bestaande norm gaat ook gelden voor de verenigingen en stichtingen.
  • Een bestuurder of commissaris dient primair te richten naar het belang van de rechtspersoon en de daaraan verbonden organisatie.
  • voor de stichting, vereniging, coöperatie en onderlinge waarborgmaatschappij zal statutair worden bepaald dat een functionaris meer dan 1 stem kan uitoefenen, maar nooit meer dan andere functionarissen gezamenlijk.
  • Net als bij vennootschappen zal de interne en externe aansprakelijkheid bij onbehoorlijke taakvervulling gaan gelden.
  • Voor de relatie tussen de rechtspersoon en slecht functionerende bestuurders gaan ruimere ontslaggronden gelden .

Meer concreet zullen er regels dienen te worden vastgesteld, die gaan over:

  • de positie en plichten bestuursleden en toezichthouders.
  • Het financiele beleid en de goedkeuring van uitgaven
  • Hoe om te gaan met belangenverstrengeling
  • De aansprakelijkheid van bestuursleden en toezichthouders voor wanbestuur
  • Regels over grote uitgaven of investeringen.

Vrijwel alle verenigingen en stichtingen in Nederland moeten vanaf 1 juli 2021 voldoen aan de nieuwe wet WBTR. Dus ook zeer kleine stichtingen en verenigingen, zoals die bijvoorbeeld het buurthuis of de volkstuinen organiseren.

Het aanpassen van statuten is in de meeste gevallen onvoldoende, maar voor veel kleine organisatie is het mogelijk al voldoende dat strakkere regelgeving wordt vastgelegd en gehandhaafd. Bovendien zal het toezicht op het besturen een grotere rol gaan spelen. De meeste besturen zullen gaan voelen dat zij niet meer de “vrije hand” hebben, maar dat toezicht op bestuurshandelingen een rol gaan spelen.

De wet biedt een kader voor de kwaliteit van het bestuurlijk proces, met andere woorden door regels af te dwingen zal een organisatie gedwongen zijn de besluitvorming in het bestuur en aanverwante organen vast te leggen in regels die binnen de organisatie wordt afgesproken en vastgelegd. Bovendien zal een bestuur zich bewust moeten worden aan welke minimale eisen het besturen dient te voldoen, zoals bijvoorbeeld in geval van ontstentenis van bestuursleden en beheer van financiën.

De bedoeling van de wet is ook dat de organisatie eerst haar bestuursprocessen indien deze nog niet voldoet aan de wet, op orde krijgt, en daarna een en ander vastlegt in statuten en andere beheersregels.

In het WBTR-stappenplan is weergegeven hoe de stichting/vereniging aan de nieuwe wetgeving kan voldoen. Voor kleinere organisatie zijn lijdraden ontwikkeld door De Nederlandse Associatie (DNA) en het Instituut voor Verenigingen, Branches en Beroepen (IVBB) om hen te helpen bij het stappenplan. Door het stappenplan kunnen stichtingen en verenigingen zonder juridisch advies de transitie maken. Het vergt desniettemin toch een aanzienlijke tijdsinvestering, omdat bestuurders zich de regels dienen eigen te maken, hun eigen organisatie en bestuurshandelen tegen het licht dienen te houden, daar waar nodig aanpassingen in te voeren en deze vast te leggen. De inschatting is dat het WBTR-stappenplan een tijdsinvestering van enkele uren vergt om de regels te implementeren in de vereniging of stichting.

Proeftijd ontslag in de coronacrisis

Veel werkgevers vermelden bij ontslag dat het dienstverband wordt beëindigd wegens het wegvallen van werk door de coronacrisis. Deze mededeling geeft het risico dat niet wordt voldaan aan de voorwaarden van de NOW-regeling.

In veel, zo niet de meeste, arbeidsovereenkomsten komt een proeftijdbeding opgenomen. Het beding geeft de partijen recht om binnen de termijn – die 1 a 2 maanden is voor overeenkomsten langer dan 6 maanden – direct ontslag te geven.

De eerste vraag die de werkgever zich kan stellen is of hij opzegt nog een beroep kan doen op de Noodmaatregel Overbrugging voor Werkbehoud (NOW-regeling). De regels hierover zijn nog niet duidelijk zodat het risico daarop blijft bestaan. Volgens de NOW regeling zou een werkgever tot 90% van de loonkosten vergoed kunnen krijgen.
Veel werkgevers vermelden bij het ontslag echter dat het dienstverband wordt beëindigd in verband met het wegvallen van werk door de coronacrisis. Deze mededeling kan dat risico vergroten, omdat hiermee de achterliggende strekking van de NOW-regeling wordt genegeerd: behoud van werkgelegenheid. Voorwaarde voor deze regeling is dat de werkgever geen werknemers mag ontslaan vanwege bedrijfseconomische redenen

Bovendien gelden ook tijdens de crisis nog de gewone regels omtrent een proeftijdontslag. De proeftijd moet volgens de CAO mogelijk zijn, niet de maximale duur overschrijden en niet zijn verlengd. Ook is het toegestaan om de arbeidsovereenkomst op te zeggen voordat deze feitelijk is aangevangen, mits er sprake is van een proeftijdbeding.

Corona crisis maatregel voor werkgevers

Werkgevers met omzetdaling van 20% of meer kunnen via het Noodfonds Overbrugging Werkgelegenheid (NOW) voor 3 maanden een tegemoetkoming in de loonkosten aanvragen

Werkgevers die een omzetverlies van minimaal 20% verwachten kunnen via het nog in te stellen Noodfonds Overbrugging Werkgelegenheid (NOW) gedurende 3 maanden een tegemoetkoming in de loonkosten aanvragen, voor maximaal 90% van de loonsom. Het percentage zal afhankelijk zijn van het omzetverlies en zal achteraf worden .

De mogelijkheid van de Werktijdverkorting (wtv) komt hiermee per direct te vervallen.

Wat is NOW?

Indien door een onvoorziene calamiteit, zoals noodmaatregelen als gevolg van het coronavirus er geen of minder of geen werk voor uw personeel is kan de werkgever een beroep doen op het Noodfonds Overbrugging Werkgelegenheid (NOW). het betreft een substantiële tegemoetkoming in de loonkosten tot maximaal 90%. Werknemers met een vast en een flexibel contract kunnen hiermee worden doorbetaald. Het UVW zal bij toekenning een voorschot uitbetalen aan de werkgever.

De tegemoetkoming geldt voor 3 maanden, met de mogelijkheid tot eenmalige verlenging van 3 maanden. De tegemoetkoming geldt alleen voor omzetverlies vanaf 1 maart 2020. De regeling is overigens niet beperkt tot de crisis inzake het Corona-virus, maar geldt voor elke onvoorziene omstandigheid een noodsituatie veroorzaakt.

Voorwaarden voor NOW

De voorwaarden voor toekenning zijn dat de verwachting is dat de werkgever tenminste 20% omzet zal verliezen en alle personeel gewoon in dienst houdt -en dus géén ontslag op grond van bedrijfseconomische redenen.
Voor aanvragen boven een nader te bepalen omvang van de tegemoetkoming is een accountantsverklaring verplicht.
Op de website van het Ondernemersplein wordt een voorbeeld gegeven, maar onduidelijk of de percentages in dit voorbeeld ook feitelijk zullen worden toegepast.

De aanvraag verschaft via een betaling door het UWV direct een voorschot van 80% van de verwachte tegemoetkoming. Achteraf zal aan de hand van een accountantsverklaring moeten worden vastgesteld wat de werkelijke omzetdaling is geweest en een correctie volgen. Bij de definitieve vaststelling van de tegemoetkoming vindt nog een correctie plaats als er sprake is geweest van een daling van de loonsom.

Hoe kunt u NOW aanvragen?

Dat is nog onbekend, maar op de website van de rijksoverheid wordt weldra meer bekend gemaakt. Overigens is hiermee de regeling van de Werktijdverkorting geheel ingetrokken. Een aanvraag voor wtv zal door het UWV worden behandeld als een aanvraag voor de NOW.

Loopt uw bedrijf risico als gevolg van het? Neem dan contact op met De KVK heeft in verband met het Corona-virus veen advieslijn op 0800-2117. Voor meer informatie omtrent ontslag van werknemers kunt u bellen naar 0900-advocaten of een formulier invullen op advocaten.nl.

Juridisch Loket in de problemen

Er wordt op dit moment hard gewerkt aan professionalisering. van de organisatie maar wanneer dit gevolgen heeft voor de kwaliteit van de rechtshulp is op dit moment nog onduidelijk.

De kwaliteit van de juridische hulp die mensen via het Juridische Loket kunnen krijgen komt in gevaar. Er lijkt sprake van een bestuurscrisis. In verband met bezuinigingen en mismanagement staat de juridische hulp via het Juridische Loket reeds enkele jaren onder druk.

De 400 medewerkers van het Juridisch Loket, die per jaar circa 18.000 adviezen verschaffen, vrezen dat juridische hulp voor kwetsbare burgers buiten hun bereik komt te liggen. Veel medewerkers zitten ziek thuis als gevolg van de werkdruk en negatieve sfeer binnen de vestigingen.
Er zou bovendien sprake zijn van een verstoorde verhouding tussen de directie en enkele vestigingen in het land punt. Er wordt op dit moment hard gewerkt aan professionalisering. van de organisatie maar wanneer dit gevolgen heeft voor de kwaliteit van de rechtshulp is op dit moment nog onduidelijk.

bron: Volkskrant

Proef met rechters op spreekuur succesvol

Vooral bij burengeschillen lijkt de spreekuurrechter bij te dragen aan een verbeterde, laagdrempelige toegang tot de rechtspraak, stellen de onderzoekers.

Een proef met ‘spreekuurrechters’ die de rechtbank Noord-Nederland heeft gehouden, is succesvol verlopen. Mensen die een eenvoudig geschil aan de rechter wilden voorleggen, konden dat zonder dagvaarding of advocaat doen. De rechter hoorde de strijdende partijen aan en adviseerde over een schikking. In 91 procent van de zaken werd het conflict snel, effectief en tegen een laag tarief opgelost, blijkt uit onderzoek. Intussen experimenteren ook andere rechtbanken met zulke laagdrempelige procedures

Alledaagse conflicten
Alledaagse problemen met de buren, huisbaas, werkgever of bijvoorbeeld een aannemer kunnen veel ellende veroorzaken. Ze komen meestal pas bij de rechter als ze volledig zijn geëscaleerd. De betrokkenen zijn dan veel geld kwijt aan griffierechten en advocaten en komen als eiser en verweerder tegenover elkaar te staan in de rechtszaal, wat niet bevorderlijk is voor een goede relatie. Het streven van de Rechtspraak om zulke geschillen sneller en goedkoper op te lossen, is in de proef met de spreekuurrechters uitgeprobeerd.

Eenvoudige procedure
Anderhalf jaar lang waren 7 ervaren kantonrechters in het noorden beschikbaar om als spreekuurrechter op te treden. In totaal hebben zij 64 zaken behandeld, waarvan er 58 eindigden in een schikking tussen de partijen. Het ging vooral om burenruzies, maar bijvoorbeeld ook om conflicten over een verbouwing of een aankoop. Vaak gingen de rechters ter plaatse om met eigen ogen te zien wat er speelde, ook omdat er geen schriftelijke stukken waren waarop zij zich konden baseren. De betrokkenen mochten hun zaak namelijk met een eenvoudige mededeling (zoals ‘de boom van de buren is te hoog’) aanmelden. Als de rechter beide partijen had aangehoord, stuurde hij aan op een compromis. Lukte dat niet, dan hakte hij alsnog de knoop door.

Tevreden deelnemers
Van de deelnemers is 80 tot 90 procent (heel) positief over de spreekuurrechter, blijkt uit onderzoek door de Rijksuniversiteit Groningen en onderzoeksbureau Pro Facto. Ze zijn vooral blij met de snelle behandeling, de lage kosten en de menselijke, niet-juridische benadering door de rechter. Ze vonden de zitting wel lang duren; de rechter moest immers eerst ontdekken wat er speelde. Ook hebben sommige mensen druk ervaren om tot een schikking te komen. Daar staat tegenover dat 71 procent ook na verloop van tijd nog tevreden was over het bereikte resultaat.

Kanttekeningen
Vooral bij burengeschillen lijkt de spreekuurrechter bij te dragen aan een verbeterde, laagdrempelige toegang tot de rechtspraak, stellen de onderzoekers. Zij plaatsen wel kanttekeningen bij het hoge schikkingspercentage. Slechts 40 procent van de aangemelde zaken is ook echt door de spreekuurrechters behandeld, vooral omdat het lang niet altijd lukte om medewerking van beide partijen te krijgen. Dat is wel een vereiste van het wetsartikel (art. 96 Rv) dat zo’n vereenvoudigde procedure mogelijk maakt. Bovendien konden belangstellenden zich niet zelf melden bij de spreekuurrechter. Enkele rechtsbijstandsverzekeraars en het Juridisch Loket leverden de deelnemers aan. Zij meldden vooral zaken aan die kans van slagen hadden. De spreekuurrechter boog zich dus eigenlijk alleen over zaken die zich relatief goed voor een schikking leenden, concluderen de onderzoekers.

Nieuwe experimenten
De Rechtspraak vindt het belangrijk om verder te experimenteren met laagdrempelige procedures. In het hele land zijn ideeën bedacht die ervoor zorgen dat het werk van de rechter zoveel mogelijk effect heeft. Initiatieven die succesvol blijken te zijn, kunnen landelijk worden ingevoerd zodra het kabinet daar geld voor beschikbaar stelt. Zo is in Rotterdam en Dordrecht half september de ‘regelrechter’ begonnen, waar zowel burgers als bedrijven zich kunnen melden om conflicten snel en goedkoop op te lossen. En in Den Haag trekken rechters de wijk in om te helpen de leefbaarheid te vergroten. ‘Wijkrechters’ houden zich vooral bezig met overlast, burenruzies, woninggebreken; alles wat te maken heeft met prettig wonen in de wijk. Anders dan de spreekuurrechters werken zij niet met doorverwijzers; iedereen die de rechter wil spreken, kan zich zelf melden.