Hoe ver gaat de verzekeringsplicht van een werkgever voor ongevallen van een werknemer?

Uit de wet en jurisprudentie blijkt dat een werkgever een vergaande zorgplicht heeft om een arbeidsongeval van zijn werknemer te voorkomen. De laatste jaren is echter een nieuwe ontwikkeling te bespeuren in de jurisprudentie die verband houdt met de vraag in hoeverre een werkgever is gehouden zorg te dragen voor een behoorlijke verzekering van werknemers voor bepaalde risico’s die zij lopen in de uitoefening van hun werkzaamheden.

Een zaak die in 2008 veel stof heeft doen opwaaien, is de zaak Kooiker/Taxi Nijverdal. In deze zaak ging het om een werknemer die als taxichauffeur bij het oversteken van een onbewaakte spoorwegovergang met zijn taxi werd aangereden door een trein. Als gevolg van deze aanrijding heeft de betreffende werknemer ernstig letsel opgelopen. Ook is hij volledig arbeidsongeschikt geraakt. De Hoge Raad oordeelde in deze zaak dat de werkgever uit hoofde van zijn verplichting zich als goed werkgever te gedragen, moest zorgdragen voor een behoorlijke verzekering van zijn werknemers, die door hun werkzaamheden als bestuurder van een motorvoertuig betrokken kunnen raken bij een verkeersongeval.

Ook in de zaak Stichting Maatzorg De Werven/Van der Graaf uit 2008 kwam de Hoge Raad tot eenzelfde beslissing. In deze zaak ging het om een werkneemster die in het kader van haar werkzaamheden hulpbehoevenden thuis bezocht, waarbij zij zich per fiets van huis naar huis verplaatste. Als gevolg van gladheid op de openbare weg is de betreffende werkneemster gevallen waarbij zij letsel heeft opgelopen. Bij het oordeel dat er ook in deze zaak sprake was van een verzekeringsplicht zijdens de werkgever, overwoog de Hoge Raad dat er geen rechtvaardiging is om onderscheid te maken tussen werknemers die een motorvoertuig besturen en werknemers die een niet gemotoriseerd voertuig, zoals een fiets, besturen.

Faillissementsaanvraag van buitenlandse wanbetaler: waar moet u zijn?

Grensoverschrijdend zakenverkeer binnen Europa neemt steeds meer toe. Handelsbarrières worden immers steeds meer opgeheven. Wanbetaling binnen Europa neemt ook toe. De kredietcrisis laat zich overal gelden. Waar moet u zijn indien u het faillissement van een buitenlandse wanbetaler wil aanvragen?

Volgens de Europese Insolventieverordening moet het faillissement worden aangevraagd in het land waarin ‘het centrum van de voornaamste belangen’ is gelegen. Vermoed wordt dat dit het land is waar het bedrijf zijn statutaire zetel heeft. Dit vermoeden is weerlegbaar. Dat zal echter niet makkelijk zijn, omdat hiervoor door het Hof van Justitie van de EU strenge eisen worden gesteld aan de weerlegging van dat vermoeden.

Denkbaar is dat het vermoeden kan worden weerlegd in het geval van het bekende voorbeeld van de ‘groenteboer op de hoek’ die zijn bedrijf in de vorm van een engelse limited (soort besloten vennootschap naar Engels recht) voert. Formeel is het bedrijf gevestigd in Engeland, maar feitelijk worden de activiteiten in Nederland uitgevoerd. Post wordt door de Engelse beheerder direct doorgestuurd naar de groenteboer en vanuit Nederland beantwoord, etc. Als er dan sprake is van wanbetaling, dan kan het faillissement van de limited hier in Nederland worden aangevraagd.

Werkgever hoeft motieven ontslagnemende werknemer niet te onderzoeken

Een werkgever hoeft de motieven van een werknemer die ontslag neemt in principe niet te onderzoeken. Dat heeft Rechtbank Almelo onlangs beslist. De zaak betrof hier een hoofd salarisadministratie bij een onderneming. Zij nam ontslag, omdat ze naar eigen zeggen helemaal geen plezier meer had in haar werk.

Een maand nadat de vrouw ontslag had genomen liet ze echter weten dat dit niet serieus genomen moest worden. Ze zou overspannen geweest zijn toen ze ontslag nam. De werkgever zou zich geen goed werkgever hebben getoond door haar geestestoestand niet te onderzoeken en haar niet te informeren over de gevolgen van ontslag.

. . . lees verder op Internet

Normering buitengerechtelijke incassokosten

Per 1 juli jl. is de Wet normering buitengerechtelijke incassokosten en het bijbehorende Besluit in werking getreden. De buitengerechtelijke incassokosten worden voortaan berekend volgens een staffel en zijn aan een maximum gebonden.

Incassokosten zijn de kosten die een schuldeiser maakt om een geldvordering te innen die de schuldenaar niet uit zichzelf betaalt en die aan de schuldenaar worden doorberekend. Met maximum vergoedingen beschermt de nieuwe wet vooral consumenten en éénmanszaken tegen onredelijk hoge incassokosten.

De vergoeding voor incassokosten in civiele vonnissen wordt voortaan berekend als percentage van het bedrag dat de schuldenaar aan de schuldeiser is verschuldigd. Hoe hoger de vordering, hoe lager het percentage. Het minimumbedrag aan buitengerechtelijke incassokosten is 40 euro, het maximumbedrag 6.775 euro.

. . . lees verder op Internet

Beperking ziekteverzuim tijdelijke werknemers

Het kabinet wil uitzendkrachten en mensen met een tijdelijk dienstverband die ziek zijn, sneller aan het werk krijgen. Vanaf 1 januari 2013 worden mensen met een tijdelijk dienstverband die zes maanden ziek zijn, opgenomen in een ziektetraject. De hoogte en duur van de Ziektewetuitkering wordt afhankelijk van het aantal jaren dat iemand heeft gewerkt.

Werkgevers en het UWV krijgen een grotere verantwoordelijkheid om zieke, tijdelijke werknemers aan het werk te helpen. Werkgevers betalen voortaan ook een hogere premie als er meer mensen met een tijdelijk dienstverband in de Ziektewet (of WIA) komen.

. . . lees verder op Internet

Versobering arbeidsvoorwaarden mag bij dreigend faillissement

Soms gaat het bedrijfsbelang boven het werknemersbelang. Dat geldt bijvoorbeeld bij een dreigend faillissement, als de werkgever fraaie secundaire arbeidsvoorwaarden eenzijdig wijzigt. Vergoedingen voor overwerk, dienstreizen en uitzendingen naar het buitenland worden bij een bedrijf in nood geschrapt. Een overgangsregeling vind de rechter wel op zijn plaats.

Een werkgever en een personeelsvertegenwoordiging (Pvt) hebben overeenstemming bereikt over een nieuw personeelsreglement. In dit reglement zijn onder andere de bepalingen over de overwerkvergoedingen bij uitzending naar het buitenland veranderd. In het reglement was al eerder een eenzijdig wijzigingsbeding opgenomen. Zo is de directie van het bedrijf gelegitimeerd in overleg met de Pvt wijzigingen aan te brengen, wanneer daar goede redenen aan ten grondslag liggen.

. . . lees verder op Internet

Beelden bewakingscamera’s sneller openbaar

Na aangifte kunnen beelden van bewakingscamera’s straks sneller worden gebruikt voor opsporing. Dit staat in een wetsvoorstel van staatssecretaris Teeven (VenJ) waarmee de ministerraad heeft ingestemd. Nu is voor het openbaar maken van deze beelden nog een langdurige en omslachtige procedure nodig.

Burgers en bedrijven mogen straks, nadat ze aangifte hebben gedaan en na toestemming van justitie, zelf beelden van bewakingscamera’s verspreiden. Openbaarvervoerbedrijven, decentrale overheden en voor het publiek toegankelijke instellingen kunnen de beelden behalve op internet ook op bijvoorbeeld billboards plaatsen.

. . . lees verder op Internet

Schadevergoeding bij onredelijke ontslagen

De ‘gratis’ route voor ontslag via uitkeringsinstantie UWV kan voor werkgevers straks duurder uitpakken. De hoogte van de ontslagvergoeding kan zelfs hoger zijn dan ontslag via de kantonrechter, dat traditioneel bekend staat als de ‘duurdere’ ontslagroute.

De hogere vergoeding vloeit voort uit een wijziging van de praktijk van kantonrechters. Momenteel buigt de Kring van Kantonrechters zich over de vraag hoe zij de hoogte van schadevergoeding bij kennenlijk onredelijk ontslag via het UWV moet vaststellen. Per jaar worden enkele honderden van dergelijke zaken behandeld. Het is nu al zo dat werknemers die via het UWV worden ontslagen, in beroep kunnen gaan bij de kantonrechter. Als die hen in het gelijk stelt, hebben zij recht op een schadevergoeding. Voorheen gebruikten kantonrechters in dit soort gevallen nog de kantonrechtersformule.

. . . lees verder op Internet

Ontslag met wederzijds goedvinden ongedaan gemaakt door rechter

De kantonrechter in Amsterdam heeft een ontslag met wederzijds goedvinden ongedaan gemaakt, omdat de werkgever druk op de werknemer had uitgeoefend om de ingewikkelde overeenkomst binnen een dag te tekenen. De werkgever had de werknemer aan de vooravond van de verkoop van het bedrijf verteld dat hij ontslagen was en dat hij een overeenkomst van ontslag met wederzijds goedvinden moest tekenen om zijn WW-rechten geldend te maken. Hij moest dezelfde dag nog tekenen. Die handelwijze vindt de rechter onzorgvuldig. Er is geen rekening gehouden met de wettelijke opzegtermijn en er is slechts een zeer beperkte vergoeding betaald. De werkgever voert aan dat hij klachten heeft over het functioneren van de werknemer, waarop de rechter antwoordt dat voor ontslag wegens disfunctioneren andere procedures gelden. Ook zouden er bedrijfseconomische redenen zijn voor het ontslag. Voor deze stelling vindt de rechter geen bewijs.

. . . lees verder op Internet

Werkgeversaansprakelijkheid voor ZZP’ers aangescherpt

Wanneer ZZP’ers of freelancers schade lijden door onvoldoende veiligheidsmaatregelen, dan is de opdrachtgever daar verantwoordelijk voor. Dat besliste de Hoge Raad recent in een zaak van een ZZP’er die een been op de werkvloer verloor en het bedrijf aansprakelijk stelde voor zijn arbeidsongeschiktheid.

De werkgeversaansprakelijkheid strekt zich dus ook uit tot personen die buiten dienstbetrekking voor de opdrachtgever werkzaamheden verrichten in de uitoefening van diens beroep of bedrijf. Hiermee scherpt de Hoge Raad de zorgplicht van werkgevers bij bedrijfsongevallen verder aan.

De wet stelt al duidelijk dat nalatige werkgevers ook aansprakelijk zijn voor bedrijfsongevallen van personen die bij hen werken, maar elders in loondienst zijn, zoals uitzendkrachten. Dat is volgens de Hoge Raad dus nu ook het geval voor ZZP’ers die zonder arbeidscontract in opdracht werken.

. . . lees verder op Internet