Snellere aansprakelijkheid bestuurder

Zoals u ongetwijfeld weet, kunnen bestuurders tegenover derden aansprakelijk zijn voor hun handelingen ten behoeve van hun B.V. U bent als bestuurder op uw hoede. Verschuilen achter de B.V. is er immers niet altijd bij. Volgens vaste jurisprudentie van de Hoge Raad dient een verwijt aan het adres van een bestuurder echter wel voldoende ernstig te zijn, wil die bestuurder in rechte gehouden kunnen worden tot schadevergoeding. De rechtspraak is daarbij terughoudend: de bestuurder moet het toch behoorlijk bont hebben gemaakt wil zo’n actie kans van slagen hebben. Eind 2012 heeft de Hoge Raad die terughoudendheid enigszins beperkt en wellicht is dat het begin van een ingezette trend.

In de casus die leidde tot de uitspraak van de Hoge Raad wilde een echtpaar een huis kopen in Spanje. Zij bezochten een beurs en kwamen in contact met de bestuurder van een vennootschap die zich richtte op bemiddeling tussen verkopers en kopers van onroerend goed in Spanje. De periode daarna had het echtpaar diverse malen contact met de bestuurder van de vennootschap en werd overeenstemming bereikt over de koopprijs voor een nog te bouwen woning. Weer kort daarna blijken er problemen te zijn met betrekking tot de bouwvergunningen van het woningproject, waarvan de bestuurder van de vennootschap inmiddels ook op de hoogte is. Het echtpaar reist naar Spanje en bezichtigt daar een andere woning met de bestuurder van de vennootschap en hij laat hen daarbij weten dat de woning een goede investering is. Het echtpaar gaat akkoord met de koopprijs van die woning en vervolgens vindt de overdracht plaats. Een deel van de koopprijs wordt voldaan. Een maand daarna verneemt het echtpaar dat de woning door de gemeente is afgebroken, omdat geen bouwvergunning was afgegeven.

Bij de rechtbank kreeg het echtpaar nul op rekest. De vennootschap en diens bestuurder zouden niet zijn opgetreden als makelaar of als bemiddelaar van het project en omdat er geen sprake was van professionele betrokkenheid waren zij niet gehouden tot het doen van nader onderzoek naar de geruchten omtrent problemen ten aanzien van het project. Het gerechtshof dacht daar echter anders over. De vennootschap en diens bestuurder presenteerden zich als deskundig makelaar ten aanzien van de aankoop van onroerend goed in Spanje. Bovendien waren zij professioneel betrokken bij de totstandkoming van beide koopovereenkomsten. Op grond van hetgeen krachtens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt, hadden zij zich de belangen van het echtpaar dienen aan te trekken door zich op de hoogte te stellen van de (on)mogelijkheden van woningbouw ter plaatse. De vennootschap en diens bestuurder had het echtpaar aldus wel degelijk dienen te waarschuwen. Dat nalaten wordt zowel de vennootschap als de bestuurder persoonlijk toegeschreven. De Hoge Raad sluit zich daarbij aan.

Wat in deze kwestie nieuw is, is de omstandigheid dat de bestuurder aansprakelijk is gehouden voor het in strijd handelen met een op hem persoonlijk rustende zorgvuldigheidsverplichting. Dat is iets anders dan een tekortschietende en onbehoorlijke taakuitoefening als bestuurder van de vennootschap. Een gedupeerde derde zal in de meeste gevallen voor twee ankers gaan liggen. In de eerste plaats zal deze stellen dat er sprake is van een tekortkoming of onrechtmatig handelen van de vennootschap, waarbij de bestuurder tevens wordt aangesproken omdat deze zijn boekje in hoedanigheid van bestuurder te buiten is gegaan en daardoor tekort is geschoten of zijn taak onbehoorlijk heeft uitgeoefend. Dan moet er sprake zijn van een voldoende ernstig verwijt.

Daarnaast zal die derde gaan voor de op zichzelf staande onrechtmatige daad: de bestuurder heeft een persoonlijke zorgvuldigheidsverplichting geschonden, waarvan reeds sprake kan zijn als er een ernstig verwijt bestaat. De bestuurder staat in hoedanigheid van mens van vlees en bloed centraal die net als anderen zich heeft te houden aan zorgvuldigheidsnormen. Naar aanleiding van het recente arrest van de Hoge Raad zal een bestuurder extra oplettend dienen te zijn dat hij tijdens zijn taakvervulling geen persoonlijke zorgvuldigheidsverplichtingen schendt. Indien een bestuurder zich daar verre van houdt, is een defensieve(re) houding niet noodzakelijk.

Bron: Actuele artikelen

Pre-pack voorkomt kapitaalvernietiging

Een nieuwe aanpak van het faillissement

Een faillissement betekent vaak het einde van een onderneming. Het gevolg is een verlies van kapitaal en arbeidsplaatsen. Ook voorafgaand aan de faillietverklaring is er vaak al het één en ander gebeurd. Zo zullen banken het krediet hebben op gezegd, leveranciers zijn gestopt met leveren en de onderneming is in een negatief daglicht komen te staan. Onder deze omstandigheden is het zeer lastig om na het faillissement een rendabele doorstart te maken.

Een pre-pack vergroot de kans op een doorstart na een faillissement. Een ondernemer die inziet dat een faillissement onafwendbaar is kan de rechtbank in wiens arrondissement de onderneming zich bevindt al voor de faillietverklaring vragen om een pre-pack. Besluit de rechtbank om de pre-pack toe te passen, dan benoemt zij een deskundige. Deze persoon bekijkt de situatie van de onderneming en beoordeelt of een doorstart na faillissement mogelijk is. Lees meer ….

 

Ook buitenlandse rechtspersoon-bestuurders soms aansprakelijk

Buitenlandse rechtspersoon-bestuurders van naar Nederlands recht opgerichte rechtspersonen kunnen op grond van Nederlands recht aansprakelijk worden gesteld, ook in geval van paulianeuze handelingen ten nadele van crediteuren of faillissementsfraude. Dit heeft minister Opstelten van Veiligheid en Justitie geantwoord op vragen van de Tweede Kamerleden Mei Li Vos en Recourt (beiden PvdA).

Volgens Opstelten wordt de aansprakelijkheid van de bestuurders van buitenlandse rechtspersoon-bestuurders in beginsel beheerst door het toepasselijke buitenlandse recht.Dit moet door de Nederlandse rechter worden toegepast als deze bevoegd is. Dat toepasselijke recht bepaalt de voorwaarden voor eventuele aansprakelijkheid.

Als een buitenlandse rechtspersoon-bestuurder aansprakelijk wordt gehouden, kan de Nederlandse rechtspersoon de schade verhalen op de buitenlandse rechtspersoon-bestuurder. Indien deze de schade vergoedt, is er geen noodzaak om de bestuurder van deze buitenlandse rechtspersoon aan te spreken. Als de buitenlandse rechtspersoon-bestuurder geen verhaal biedt, kan de Nederlandse rechtspersoon het faillissement verzoeken. Indien de buitenlandse rechtspersoon in Nederland failliet is verklaard, kunnen de bestuurders aansprakelijk worden gesteld, voor zover zij hun taak kennelijk onbehoorlijk hebben vervuld en aannemelijk is dat dit een belangrijke oorzaak is van het faillissement. De minister kondigt aan dat hij deze materie in Europees verband aan de orde wil brengen.

Bron: Accountancy Nieuws

 

Kabinet pakt malafide bestuurders aan

De rechter kan straks frauderende bestuurders een civiel bestuursverbod opleggen waarna zij maximaal vijf jaar geen rechtspersoon meer mogen besturen. Vereist is dat het laakbare gedrag zich heeft voorgedaan binnen drie jaar voorafgaand aan het faillissement van het bedrijf dat door de bestuurder werd geleid.

Dit blijkt uit een wetsvoorstel van minister Opstelten van Veiligheid en Justitie waarmee de ministerraad heeft ingestemd. De maatregel is gericht op een effectievere bestrijding van faillissementsfraude. Het kabinet wil verhinderen dat frauderende bestuurders hun activiteiten kunnen blijven voortzetten door hun fraudeleuze activiteiten te maskeren met een web van rechtspersonen of door steeds nieuwe ondernemingen op te richten en deze vervolgens failliet te laten gaan.

Een bestuurder moet ‘in ernstige mate’ tekort zijn geschoten in zijn verplichtingen. Daarvan is bijvoorbeeld sprake als vermogensbestanddelen vlak voor het faillissement zijn weggesluisd. Ook zou een bestuursverbod kunnen worden opgelegd wanneer een bestuurder in drie jaar tijd op een kwalijke manier bij drie of meer faillissementen betrokken is geweest.

Wordt een bestuursverbod opgelegd, dan kan de betrokkene bij geen enkele rechtspersoon aanblijven als bestuurder. Ook kan hij niet opnieuw als bestuurder of commissaris worden benoemd. Daarom komt er ook een register dat de notaris en de Kamer van Koophandel in staat stelt op eenvoudige wijze (online) na te gaan of een persoon die een onderneming wil oprichten of als bestuurder wil worden ingeschreven een bestuursverbod heeft. Is dat het geval, dan werken de notaris en de Kamer van Koophandel niet mee aan de oprichting van de onderneming of de inschrijving van de bestuurder.

De ministerraad heeft ermee ingestemd het wetsvoorstel voor advies naar de Raad van State te sturen. De tekst van het advies en van het wetsvoorstel worden openbaar bij indiening bij de Tweede Kamer.

Bron: Ministerie van Justitie

 

Ruimere mogelijkheden opsporing faillissementsfraude

Ruimere mogelijkheden om faillissementsfraude op te sporen

Minister Opstelten van Veiligheid en Justitie verruimt de strafrechtelijke mogelijkheden om effectiever en harder op te treden tegen frauduleuze faillissementen. Verder maakt hij werk van de bestrijding van bewust onbehoorlijk ondernemerschap, dat een bedrijf te gronde kan richten en grote…
lees verder . . .

Abusievelijke betaling aan faillissementsboedel niet onverschuldigd

Een debiteur maakt per abuis geld over naar een verkeerde rekening van een in staat van faillissement verkerend bedrijf. De debiteur eist de betaling terug. De rechtbank stelt dat er geen sprake is van een onverschuldigde betaling. Er was namelijk een rechtsgrond voor de betaling. De betaling is wel niet-bevrijdend. Om die reden kan de debiteur de betaling van de curator terugvorderen. Dat levert evenwel slechts een concurrente boedelschuld op.

. . . lees verder op Internet

Frauderende ondernemer vijf jaar bestuursverbod

 Bestuursverbod voor frauderende ondernemer

Ondernemers die faillissementsfraude plegen, mogen straks maximaal vijf jaar geen bv, nv of andere rechtspersoon besturen. Een wetsvoorstel van minister Opstelten van Veiligheid en Justitie moet faillissementsfraude effectiever bestrijden en verhinderen dat frauduleuze bestuurders hun activiteiten via allerlei omwegen en met nieuwe ondernemingen ongehinderd kunnen voortzetten.

De maatregel zorgt ervoor dat zij maximaal vijf jaar geen rechtspersoon kunnen besturen. Het betreft alle rechtspersonen – verenigingen, stichtingen, NV’s, BV’s, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen. Veel bedrijven zijn in de vorm van een rechtspersoon opgericht. Rechters kunnen zo’n wettelijk bestuurdersverbod ook opleggen aan bestuurders onder wiens leiding binnen drie jaar drie bedrijven failliet gaan.

Een bestuurder moet ‘in ernstige mate’ tekort zijn geschoten in zijn verplichtingen, bijvoorbeeld als zaken vlak voor een faillissement zijn weggesluisd om schuldeisers te benadelen. Ook wil Opstelten het bestuursverbod kunnen opleggen als sprake is van kort op elkaar volgende faillissementen met dezelfde bestuurder. De grens ligt bij drie faillissementen in drie jaar, tenzij de bedrijven kopje onder zijn gegaan door een ongelukkige samenloop van omstandigheden zoals een betalingsweigering van een grote debiteur.

. . . lees verder op Internet

Als de VOF plof doet ben je ook aansprakelijk als andere vennoot administratie deed

Aansprakelijk voor handelen of nalaten medevennoot in een VOF

Belanghebbende heeft gesteld dat zij niet als bestuurder aansprakelijk kan worden gesteld omdat zij in goed vertrouwen de boekhouding en de financiële administratie aan haar mede-vennoot heeft overgelaten.

Dit vertrouwen bleek niet gerechtvaardigd, omdat zij de fiscale verplichtingen niet is nagekomen. Toen heeft belanghebbende haar verantwoordelijkheid willen nemen door inzage in de financiële administratie te vorderen, maar is dit nog wel op tijd? Zij heeft vervolgens gesteld dat het niet aan haar te wijten is dat de verschuldigde belasting niet is voldaan en dat dit aan aansprakelijkstelling in de weg staat.

. . . lees verder op Internet

Betalingstermijnen worden wettelijk vastgelegd

Betalingstermijnen in de wet geregeld

De betalingstermijnen bij overeenkomsten tussen bedrijven en bij overeenkomsten tussen bedrijven en overheden worden wettelijk vastgelegd. Nu bepaalt de wet alleen dat de betalingstermijn niet onredelijk mag zijn. De wijziging gaat in per 16 maart 2013.

Bij overeenkomsten tussen bedrijven geldt het volgende:

  • als u contractueel niets regelt, moet binnen 30 dagen na de factuurdatum worden betaald;
  • in de overeenkomst mag een langere betaaltermijn van maximaal 60 dagen worden afgesproken;
  • een betalingstermijn van langer dan 60 dagen is alleen toegestaan als aangetoond kan worden dat dit voor geen van beide partijen nadelig is.

Bij overeenkomsten tussen bedrijven en overheden dient binnen 30 dagen na de factuurdatum te worden betaald. Afwijken van deze termijn is vrijwel niet mogelijk.

Betaalt uw tegenpartij de factuur niet of te laat? Dan mag u een standaardvergoeding voor incassokosten vragen. U hoeft hiervoor geen aanmaning te sturen. Hebt u niets afgesproken over de hoogte van de vergoeding? Dan is de vergoeding een percentage van de rekening. Het minimumbedrag van de vergoeding is 40 euro. Daarnaast mag u wettelijke rente in rekening brengen.

Er is en er komt geen wettelijke minimumbetalingstermijn. U maakt hierover zelf afspraken met de tegenpartij. U kunt zelfs afspreken vooraf te betalen. Hierbij geldt dat de betalingstermijn niet onredelijk mag zijn.

De wijziging gaat in per 16 maart 2013. Dit is de datum waarop het wetsvoorstel ter uitvoering van de richtlijn uiterlijk in werking moet zijn getreden.

. . . lees verder op Internet

nieuwe regels tegenstrijdig belang BV en bestuurder in werking

tegenstrijdig belang BV en bestuurder

Op 1 januari 2013 is de wet bestuur en toezicht in werking getreden. Deze wet brengt een nieuwe regeling met zich mee op het gebied van tegenstrijdig belang.

Een tegenstrijdig belang kan zich voordoen als een bestuurder die een BV (deze regeling geldt ook voor NV’s) vertegenwoordigt bij het aangaan van een transactie met een wederpartij waarbij hijzelf (in)direct betrokken is. Voorbeelden zijn een bestuurder die namens de BV een managementovereenkomst aangaat met zijn personal holding of een bestuurder die namens een BV een arbeidsovereenkomst afsluit met een familielid.    

. . . lees verder op Internet