vernietiging van een overeengekomen verdeling wegens dwaling

Veel echtscheidingen komen partijen een verdeling overeen die in een document, vaak convenant genoemd, wordt vastgelegd.

Achteraf kan een partij, die inmiddels wordt geconfronteerd met een heel ander leven, menen dat hij of zij welbeschouwd er bekaaid van af is gekomen, en door bijvoorbeeld afstand te hebben gedaan van alles.

Vernietiging van de verdeling

Voor de onvrede die dat meebrengt heeft de wet een correctiemiddel. Artikel 3:196 van het Burgerlijk wetboek bepaalt onder andere:

… een verdeling ook vernietigbaar, wanneer een deelgenoot omtrent de waarde van een of meer der te verdelen goederen en schulden heeft gedwaald en daardoor voor meer dan een vierde gedeelte is benadeeld. Wanneer een benadeling voor meer dan een vierde is bewezen, wordt de benadeelde vermoed omtrent de waarde van een of meer der te verdelen goederen en schulden te hebben gedwaald.

Met andere woorden, indien de ex-partners hun handtekening hebben gezet onder een convenant waarin de verdeling is vastgelegd, kan een partij die overeenkomst vernietigen wegens dwaling. Benadeling voor meer dan kwart levert dus een vermoeden van dwaling op. De andere partij moet dan het bewijs te leveren van het tegendeel.

Wat is dwaling

Dwaling betekent in dit geval dat een partij stelt dat, indien hij de werkelijk feiten had gekend of begrepen, hij niet akkoord was gegaan met die verdeling. Hij heeft dan een onjuiste voorstelling van zaken gehad omtrent de waarde van die goederen in die verdeling.
Er zijn verschillende mogelijkheden.

Een partij is voor tenminste 25% benadeeld.

Mits die bewijst dat daadwerkelijk werd benadeeld voor tenminste 25%, kan hij gewoon de vernietiging inroepen. Dat kan door middel van een brief, dagvaarding of deurwaardersexploot.

De andere partij, die is bevoordeeld, dient dan te bewijzen dat er geen sprake is van dwaling. Die moet dan dus bewijzen dat die andere partij willens en wetens met die verdeling akkoord is gegaan, bijvoorbeeld omdat daarvoor een bijzondere reden is genoemd, zoals een dringende reden van moraal en fatsoen.

Een partij kan niet bewijzen dat hij voor tenminste 25% is benadeeld.

In dat geval kan hij ook vernietigen, maar zal hij zelf het bewijs dienen aan te dragen dat hij heeft gedwaald omtrent de verdeling. Dat is in de meeste gevallen geen eenvoudige opgave.

Het is immers niet altijd met terugwerkende kracht vast te stellen dat een partij bij vaststelling van de waarde van goederen een onjuiste voorstelling heeft gehad. Vaak is de waarde van goederen immers niet eenvoudig te bepalen. Dat heeft dus niet in alle gevallen geleid tot succes.

Een beroep doen op dwaling

Bij een beroep op dwaling komt het dus aan op de vraag op partijen bewijs kunnen leveren van hun voorstelling van zaken ten tijde van het sluiten van die overeenkomst. Van belang daarbij zijn onder andere de volgende vragen.

  • Was er voldoende en heldere informatie beschikbaar die partijen konden bergrijpen?
  • Werden zij voorzien van deskundige bijstand?

Daar schort het in veel gevallen aan. Veel convenanten komen tot stand tussen partijen zelf, zonder bijstand van accountants, juristen. Ook mediators hebben niet altijd voldoende kennis om dergelijke problemen te voorkomen. In veel gevallen is daar aan ook geen behoefte, bijvoorbeeld indien de verdeling een zaak van geringe waarde betreft is of slechts één zaak moet worden verdeeld.

Maar ook in geval slechts een zaak moet worden verdeeld, zoals de gemeenschappelijke woning, kan het al fout gaan Soms wordt uitgegaan van een grove schatting van de waarde van de woning, zoals de OZB waarde of worden “spaartegoeden “in de vorm van hypotheekverzekeringen vergeten. Bij complexe verdelingen is een vergissing dus al snel gemaakt.

De regel in artikel art. 3:196 BW maakt het in zo`n geval makkelijk om de verdeling nog eens goed te bezien en, indien partijen niet alsnog komen tot een eerlijke verdeling, de rechter om een beslissing te vragen.

Voor meer informatie over de mogelijkheden doe u in zo1n geval hebt kunt u altijd contact opnemen met Advocaten.nl.

Wetsvoorstel tegengaan huwelijksdwang aangenomen

Wetsvoorstel tegengaan huwelijksdwang aangenomen

De Eerste Kamer is dinsdag zonder stemming akkoord gegaan met de Wet tegengaan huwelijksdwang. Dit wetsvoorstel wijzigt Boek 1 en Boek 10 van het Burgerlijk Wetboek en is een uitvoering van het voornemen in het regeerakkoord (TK 33.410 nr. 15) om neef/nichthuwelijken te bemoeilijken.

Met dit voorstel is het niet meer mogelijk om als minderjarige te trouwen. Een huwelijk tussen bloedverwanten in derde of vierde graad, de zogenaamde neef/nichthuwelijken, wordt moeilijker. Bij huwelijksdwang krijgt het Openbaar Ministerie de mogelijkheid om het voorgenomen huwelijk niet door te laten gaan. Ook komen er meer mogelijkheden om een onder dwang gesloten huwelijk nietig te verklaren. De erkenning van in het buitenland gesloten polygame huwelijken wordt beperkt.

Bron: Eerstekamer.nl

Bijzondere curator in vechtscheidingen

De ‘bijzondere curator’ in vechtscheidingszaken staat volop in de schijnwerpers. Kinderen hebben in dergelijke procedures dringend behoefte aan iemand die hun stem doet gelden, klinkt vanuit de rechtspraktijk. Maar moet die bijzondere curator wel altijd een advocaat zijn? En wat voor kwaliteitseisen zijn nodig? Er zijn meerdere initiatieven gestart die antwoord op die vragen moeten geven.

Kinderombudsman Marc Dullaert dringt er al jaren op aan dat rechters in vechtscheidingszaken, en andere zaken waarin kinderen de dupe dreigen te worden, een bijzondere curator benoemen die uitsluitend opkomt voor het kind. Dullaert: “Het bijzondere curatorschap is al een aantal jaren in de wet verankerd, maar werd tot voor kort niet ingezet bij vechtscheidingszaken.” Sinds in 2014 zijn rapport ‘Bijzondere curator, een lot uit de loterij?’ verscheen gebeurt dit wel. “Maar nog steeds worden bijzondere curatoren in dergelijke zaken te weinig benoemd”, vindt Dullaert. “Landelijk zijn er slechts een paar honderd benoemingen per jaar, terwijl er wel 3.500 vechtscheidingen zijn. Daarbij moet je je realiseren dat kinderen zelf geen toegang tot het recht hebben. Ze kunnen alleen een brief aan de rechter schrijven of een verzoek doen om gehoord te worden, meer niet. Gelukkig krijgt het bijzondere curatorschap nu veel aandacht.”

De rechtbank Zeeland-West-Brabant is onlangs in Breda een pilot begonnen met de inzet van psychologen en orthopedagogen als bijzondere curator. De verwachting van de Raad voor Rechtsbijstand en het ministerie van Veiligheid en Justitie, die deze pilot bekostigen, is dat gedragsdeskundigen zeer geschikt zijn voor deze rol in vechtscheidingszaken. Tot nu toe werden vooral advocaten benoemd, omdat dat op toevoegingsbasis kan en de Raad voor Rechtsbijstand dan de kosten vergoedt. Voor gedragswetenschappers geldt dat nu nog niet, tenzij zij als mediator op de lijst van de Raad staan. Hoe de bekostiging in de toekomst zal gaan, moet nog worden vastgesteld.
Initiatiefnemer van de proef is Cees van Leuven, raadsheer bij het hof ’s-Hertogenbosch: “Het gaat hier om een ontwikkeling die niet meer te stuiten is. Er bestaat onder rechters al jaren een grote behoefte om ook gedragsdeskundigen te kunnen benoemen. Gedragsdeskundigen zijn bij uitstek geschikt om de behoeften van het kind te verwoorden en invloed op ouders uit te oefenen.”

Er zijn ook andere initiatieven. De Vereniging van Familierecht Advocaten Scheidingsmediators (vFAS) start binnenkort met een speciale opleiding voor bijzondere curatoren in vechtscheidingszaken. Ook de Universiteit Leiden biedt een dergelijke opleiding aan. Rob van Coolwijk, voorzitter van de vFAS: “Tot nu toe was het nogal willekeurig wie er op de lijst van bijzondere curatoren in vechtscheidingszaken werd geplaatst. Dat wil niet zeggen dat deze bijzondere curatoren niet goed functioneerden, maar het werd wel tijd voor duidelijke criteria. Een kwalitatief goede bijzondere curator mag geen lot uit de loterij zijn.”

Van Coolwijk legt uit dat de vFAS toe wil naar een opleiding die wordt afgesloten met een examen. In de opleiding komen juridische, maar juist ook niet-juridische vaardigheden aan bod. Ook voor gedragsdeskundigen komt er een opleiding met examen. Niet bij de vFAS, want die opleiding kan alleen worden gevolgd door haar eigen leden en staat daarom per definitie alleen open voor advocaten en mediators. De gedragsdeskundigen krijgen in de opleiding juist juridische vaardigheden aangereikt. Van Coolwijk: “Uiteindelijk komt er voor elke bijzondere curator een proeve van bekwaamheid, advocaat of niet-advocaat. Aanstaande donderdag vindt een groot overleg plaats tussen onder meer rechtbanken, hoven, het Landelijk Overleg Vakinhoud Familie- en Jeugdrecht (LOVG) en de vFAS. Wij zullen dan de toekomst van de bijzondere curator verder bespreken.”

Nelleke Boelhouwer is advocaat familierecht bij Gerritse Poelman Advocaten in Tilburg en heeft zich ingeschreven voor de nieuwe vFAS-opleiding. Zij kan zich voorstellen dat het in bepaalde gevallen nuttig is om niet een advocaat, maar een gedragsdeskundige als bijzondere curator te benoemen: “Ik merk dat het als advocaat in de rol van bijzonder curator soms lastig kan zijn om ouders te overtuigen. Als je advocaat bent zijn ze wel eens geneigd om te denken dat je partijdig bent. Ouders zitten zo vast in hun eigen strijd en hun eigen gelijk. Ook is het voor een advocaat lastiger om pedagogische argumenten goed over het voetlicht te brengen dan dat voor een gedragsdeskundige zal zijn.”

Van Leuven had liever gezien dat de opleidingen pas van start waren gegaan als de pilot met de gedragsdeskundigen was afgerond: “Dan pas weten we wat de exacte opleidingsbehoeften zijn. Nu kunnen we nog niet overzien wie er op de lijst met bijzondere curatoren zouden moeten staan en waaraan zij zouden moeten voldoen.”

Kinderombudsman Dullaert neemt alvast de vlucht naar voren en ziet nog meer mogelijkheden om de positie van kinderen te verstevigen: “Uiteindelijk zou de combinatie van de aanstelling van een bijzondere curator met een zogenaamde ‘regierechter’ het meest ideaal zijn in een vechtscheidingszaak. Daar wordt op dit moment ook een pilot mee gehouden, bij de rechtbank Den Haag. Deze regierechter behandelt een zaak van begin tot eind en kent de situatie van partijen dus door en door. Ook wordt een maximum aantal zittingen vastgesteld. In een vechtscheidingszaak is dat ideaal, omdat ouders dan niet eindeloos door kunnen procederen, ten koste van het kind.”

Bron: Mr. Online

80% huishoudens na sanering schuldenvrij

Ruim 80% van de huishoudens in de schuldsanering is aan het eind van het traject weer schuldenvrij. Dit blijkt uit een evaluatie van de Wet schuldsanering natuurlijke personen (Wsnp) van de Raad voor Rechtsbijstand.

De wet moet voorkomen dat mensen met schulden niet hun hele leven lang daarmee blijven kampen. Eenmaal in de schuldsanering moeten zij leven van een minimuminkomen. Het resterende loon is voor de schuldeisers met wie aparte betalingsregelingen zijn getroffen. Aan het einde van het traject begint de debiteur weer met een schone lei.

De schuldsanering blijkt volgens de evaluatie ook na afloop succesvol te zijn. Minder dan 20% van de mensen die dit traject doorliepen, had nadien betalingsachterstanden.

Des te opvallender is het volgens de Raad voor Rechtsbijstand dat de schuldsanering minder wordt toegepast. Terwijl het aantal huishoudens met problematische schulden stijgt, nam in 2014 het aantal saneringstrajecten af naar 12.258 – ruim 100 minder dan een jaar eerder.

Bron: Eigenhuis

Digitaal procederen nu ook in hoger beroep en cassatie

Digitaal procederen nu ook in hoger beroep en cassatie

De mogelijkheden om digitaal te procederen worden uitgebreid. Voor hoger beroep en cassatie in civiele zaken komt er nu ook een eenvoudige, digitale procedure. Daardoor wordt de toegang tot de rechter makkelijker. Dit blijkt uit een wetsvoorstel van minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) dat vandaag bij de Tweede Kamer is ingediend. De maatregel is onderdeel van het vernieuwingsprogramma Kwaliteit en Innovatie (KEI) rechtspraak.

In oktober vorig jaar is bij de Tweede Kamer een wetsvoorstel ingediend met een soortgelijke regeling voor zaken in eerste aanleg. De digitale procedure in hoger beroep begint straks met een inleidend document, de zogenoemde procesinleiding, waarin zowel de vorderingen als verzoeken kunnen worden opgenomen. Naast die procesinleiding, kunnen ook stukken en berichten tijdens de procedure digitaal worden uitgewisseld. Verder kan de rechter sterker regie voeren en maatwerk bieden, bijvoorbeeld tijdens een mondelinge behandeling.

Partijen krijgen duidelijke termijnen voor het indienen van de gronden van het hoger beroep en het verweerschrift. Dat zorgt voor kortere doorlooptijden en een meer voorspelbare rechtsgang. Ook krijgt het hof een termijn van tien weken om arrest te wijzen na de mondelinge behandeling van de zaak of na de laatste proceshandeling van partijen.

De veranderingen voor de cassatierechtspraak zijn beperkt. Het gaat hier vooral om de indiening van het cassatieberoepschrift langs elektronische weg en de digitale stukkenwisseling. De procedure begint – net als bij het hoger beroep – met de indiening van een uniforme procesinleiding.

lees verder . . .

einde aftrek kinderalimentatie

Wet hervorming kindregelingen (WHK) en kinderalimentatie

De wet hervorming kindregelingen (WHK) is in juni 2014 aangenomen. Het aantal regelingen voor het berekenen van (kinder)alimentatie verminderd aanzienlijk. De forfaitaire aftrek kinderbijdrage verdwijnt.

De alleenstaande oudertoeslag in de bijstand, de alleenstaande ouderkorting en het fiscaal voordeel bij het betalen van kinderalimentatie (aftrek kinderalimentatie) vervallen.
Het kindgebonden budget wordt verhoogd en de zogeheten ‘alleenstaande ouderkop’ wordt ingevoerd.
Alleenstaande ouders die in aanmerking komen voor kindgebonden budget, komen ook in aanmerking voor de verhoging (de alleenstaande ouderkop).

De wijzigingen hebben vanaf 1 januari 2015 gevolgen voor de berekening van de kinderalimentatie.

De kinderalimentatie wordt berekend aan de hand van de behoefte van het kind enerzijds en de draagkracht van de ouders anderzijds.
Behoefte wordt berekend aan de hand van het netto gezinsinkomen ten tijde van de scheidingen is voorts afhankelijk het aantal kinderen en hun leeftijd. Hiervoor gelden vaste tabellen die in de rechtspraak worden gehanteerd (de zogenaamde Tremanormen)

Het aan een van de ouders toekomende kindgebonden budget wordt daar nog van afgetrokken voor het vaststellen van de behoefte dat de ouders worden geacht om maandelijks in te vullen door een eigen kinderbijdrage.

Verhoging kindgebonden budget
Op 1 januari 2015 wordt voor alleenstaande ouders een verhoging van dit kindgebonden budget met maximaal € 3.050,00 ingevoerd (de alleenstaande ouderkop). De adviesgroep die de Tremanormen ontwikkelt voor de rechterlijke macht beveelt aan om dit totale kindgebonden budget in mindering te doen strekken op het gevonden tabelbedrag. Als de berekening uitwijst dat de kinderbijslag als het kindgebonden budget samen in de behoefte van het kind voorzien, dan is die aanvullende behoefte dus niet aanwezig. In dat geval is er volgens de toekomstige normen is er geen aanspraak meer op kinderalimentatie. In veel gevallen zal er echter toch behoefte zijn aan aanvullende kinderbijdrage.

Voor meer informatie over de berekening van behoefte en draagkracht kunt u zich wenden tot Advocaten.nl. Informatie over de tremanormen kunt u hier downloaden

Kinderalimentatie niet meer forfaitair aftrekbaar.
De afschaffing van de aftrekmogelijkheid van de kinderbijdrage die de alimentatieplichtige had werkt ook door in de berekening van het alimentatiebedrag. Die aftrek zorgde immers voor een lichte verhoging van de draagkracht (lagere belastingdruk), die na 1 januari 2015 verdwijnt. De draagkracht van de alimentatieplichtige wordt dus lager, terwijl het alimentatiebedrag ongewijzigd blijft. Het gevolg is dat een groter deel van het inkomen van de alimentatieplichtige aan kinderbijdrage wordt besteed dan nu het geval is. Bij de invoering van de wet is men er van uit gegaan dat de alimentatieplichtige een herziening van het alimentatiebedrag kan verzoeken.

Indien een alimentatieplichtige derhalve in de situatie verkeert dat hij of zij de kinderbijdrage voor uw kinderen kan aftrekken, kan het eindigen van die aftrekmogelijkheid na 1 januari 2015 aanzienlijk zwaarder drukt op het netto inkomen niet. Komt deze niet met de andere ouder een alimentatieverlaging overeen , dat zou deze onder omstandigheden aan de rechter een wijziging kunnen verzoeken.
Voor een dergelijk verzoek aan de rechtbank is een advocaat nodig. Voor meer informatie over een (her)berekening van de alimentatie en informatie over de kosten en de duur van een gerechtelijke procedure kunt u zich richten tot  Advocaten.nl.

Indexeringspercentage alimentatie 2015
Jaarlijks wordt door de minister van Justitie het percentage vastgesteld waarmee de kinder- en partneralimentatie worden verhoogd. Deze verhoging is gekoppeld aan de gemiddelde stijging van de salarissen en het prijsniveau in Nederland. Het indexeringspercentage voor (kinder)alimentatie voor 2015 is vastgesteld op 0,8%. Ontvangt u kinder- danwel partneralimentatie, dan kunt u het door u te ontvangen bedrag per 1 januari 2015 dus verhogen met 0,8%. 

Gezamenlijk gezag en eenhoofdig gezag

Vroeger heette het ‘de ouderlijke macht’, tegenwoordig het ouderlijk gezag. Wat is dat? Hoe krijg je het en hoe kun je het kwijtraken?

Ouderlijk gezag, vroeger ‘de ouderlijke macht’ genoemd, omvat de plicht en het recht van ouders om hun minderjarige kinderen te verzorgen .. . lees meer

via Gezamenlijk gezag en eenhoofdig gezag | Ouders Online.

– De Appvocaat: rechtshulp zonder advocaat

De Appvocaat: rechtshulp zonder advocaat

Stel, u bent al enige tijd verwikkeld in een juridisch geschil met uw buren. Zij halen u het bloed onder uw nagels vandaan en u bent het zat. U wilt graag een oplossing voor dit probleem, maar een advocaat in de arm nemen vindt u een stap te ver. Hoewel het voor u misschien ondenkbaar lijkt, is niet voor ieder juridisch probleem de hulp van een advocaat nodig. Veel juridische vraagstukken kunt u, met behulp van de juiste organisatie of instantie en met goede informatie, zelf oplossen. De Appvocaat is een app speciaal gemaakt voor dit soort gevallen. Deze app biedt u de mogelijkheid om zonder dure rechtshulp een oplossing te vinden voor uw juridische probleem of geschil. Lees meer ….

rechtshulp voor Nederlandse expats | Advocaten.nl

Woont u in het buitenland en zoekt u een advocaat in Nederland?

Zit u permanent of voor langere tijd in het buitenland, en hebt u in Nederland een advocaat nodig? Advocaten.nl maakt het mogelijk. Via het formulier meldt u zich eenvoudig aan voor advies, rechtsbijstand of procesondersteuning. Alle diensten worden verleend door een advocaat. Door middel van een protocol verifiëren wij uw identiteit, en kunnen wij u vertegenwoordigen, ook indien u niet in staat bent om naar Nederland te reizen en ons te bezoeken.
Communicatie wordt gevoerd via email, skype, fax of telefoon en op elk moment van de dag.
Lees meer …

via rechtshulp voor Nederlandse expats | Advocaten.nl.

Hoe kan men ouderlijk gezag wijzigen

De ouder met ouderlijk gezag is verantwoordelijk voor de verzorging en opvoeding van de minderjarige en kan als wettelijk vertegenwoordiger officiële handelingen verrichten namens de minderjarige. De wet gaat uit van de gewone situatie waarin beide ouders met het ouderlijk gezag hebben.

In uitzonderlijke gevallen kan een ouder op zijn of haar verzoek na een beslissing van de rechtbank alleen belast worden met het gezag. Indien door een strijd tussen de ouders bijvoorbeeld het kind verloren dreigt te raken tussen de ouders, zodat het welzijn van het kind in gevaar komt, kan de rechtbank een dergelijke beslissing nemen, waarbij het belang van het kind voorop staat. Lees meer …