Nieuwsblog Advocaten.nl

Wetsvoorstel versterking positie curator

Het wetsvoorstel van minister Van der Steur (Veiligheid en Justitie) dat voorziet in een wettelijke taak voor de curator bij fraudesignalering, is bij de Tweede Kamer ingediend. In de praktijk stuit een faillissementscurator vaak als eerste op onregelmatigheden in de administratie of het ontbreken van goederen uit de boedel. Door hem meer ruimte te geven om in die gevallen actie te ondernemen, wordt de aanpak van faillissementsfraude effectiever.

Om zijn nieuwe taak goed uit te voeren moet de curator wel de nodige informatie krijgen van de failliete boedel. Daarom worden de bestaande informatie- en medewerkingsverplichtingen aangescherpt en verduidelijkt. Zo moet de curator bijvoorbeeld worden ingelicht over eventuele buitenlandse vermogensbestanddelen, zoals banktegoeden en onroerend goed, en moet hem medewerking worden verleend om daarover de beschikking te krijgen.

Ook worden curatoren straks verplicht mogelijke onregelmatigheden te melden bij de rechter-commissaris. Vervolgens kan er een melding of aangifte van de fraude volgen. De maatregel vloeit voort uit het wetgevingsprogramma herijking van het faillissementsrecht.

Verder schrijft de bewindsman in een voortgangsrapportage aan de Tweede Kamer dat het wetgevingsprogramma goed op schema ligt. Zo zijn de wetsvoorstellen strafbaarstelling faillissementsfraude en introductie civielrechtelijk bestuursverbod vorige maand met algemene stemmen aangenomen door de Tweede Kamer en is het wetsvoorstel continuïteit ondernemingen I (pre pack) ingediend.

In het najaar zal het wetsvoorstel continuïteit ondernemingen II (dwangakkoord) worden voorgelegd aan de Raad van State en zal het wetsvoorstel modernisering faillissementsprocedures in consultatie gaan. Tot slot meldt de minister dat de Europese faillissementsverordening over een betere afwikkeling van grensoverschrijdende faillissementen binnen de Unie nu formeel is aanvaard. Ook wordt onderzocht welke aanpassingen van onze wetgeving nodig zijn ter effectuering van de EU-insolventieverordening, die – uitzonderingen daargelaten – per 26 juni 2017 van toepassing zal zijn.

Bron: Rijksoverheid

WW vanaf 2016 teruggeschroefd

De WW-duur wordt vanaf volgend jaar elk kwartaal een maand korter. Werknemers die in 2019 hun baan verliezen, kunnen dan nog maximaal 24 maanden een uitkering krijgen. Momenteel is de maximale WW-duur 38 maanden.

Werkenden bouwen straks ook minder WW-rechten op. De eerste tien arbeidsjaren blijven recht geven op een maand WW per gewerkt jaar. Maar daarna wordt elk dienstjaar goed voor slechts een halve maand. Aan WW-rechten die vóór 2016 zijn opgebouwd, wordt niet getornd.

Bron: De Telegraaf

Geen discriminatoir proeftijdontslag zwangere werkneemster

Recent heeft de voorzieningenrechter ’s-Hertogenbosch een uitspraak gedaan waarin een ontslag tijdens proeftijd centraal stond, ECLI:NL:RBOBR:2015:420. Een bijzonder aspect in deze uitspraak is dat de werkneemster zwanger was. De werkneemster was voor onbepaalde tijd in de functie van Medior Risk Manager Operational Risk in dienst getreden bij een bank. In de arbeidsovereenkomst was een proeftijd opgenomen. Nadat de werkneemster het aanbod om in dienst te treden had aanvaard, heeft zij medegedeeld zwanger te zijn.

De werkneemster heeft aan het einde van de proeftijd vakantiedagen opgenomen. Voordat zij met vakantie ging heeft zij met haar leidinggevende een gesprek gevoerd.  In dat gesprek heeft de leidinggevende niet medegedeeld dat zij ontevreden was over het functioneren van de werkneemster. Tijdens de vakantie heeft de bank de werkneemster per sms en per e-mail uitgenodigd voor een telefoongesprek. Onderwerp van het gesprek was de proeftijd. Tijdens dit gesprek heeft de bank de werkneemster medegedeeld dat zij ontevreden was over haar functioneren. In de brief die de werkneemster vervolgens heeft ontvangen heeft de bank haar medegedeeld de arbeidsovereenkomst binnen de proeftijd te beëindigen. Reden voor het ontslag was dat de bank meende dat de kwaliteiten van de werkneemster onvoldoende aansloten bij  het functieprofiel van Medior Risk Manager Operational Risk.

Werkneemster meende dat het ontslag niet rechtsgeldig was gegeven. Zij voerde onder meer aan dat haar zwangerschap de werkelijke reden van de opzegging tijdens de proeftijd was. De bank betwistte dat er een verband was tussen de zwangerschap en het ontslag. De bank onderkende dat het niet de schoonheidsprijs verdiende dat de leidinggevende in het gesprek dat zij voerde met werkneemster voordat zij met vakantie ging, niet aan haar had medegedeeld ontevreden te zijn over haar functioneren. De kantonrechter meende evenwel dat deze gang van zaken toch niet kon leiden tot het oordeel dat het ontslag niet rechtsgeldig was gegeven. Immers, bij twijfel over het functioneren mocht de bank, gelet op de proeftijd, tot ontslag overgaan. Die twijfel heeft de bank naar het oordeel van de kantonrechter voldoende onderbouwd. Die onderbouwing was op zichzelf geen aanwijzing dat het ontslag verband hield met de zwangerschap van werkneemster. Dat zou volgens de kantonrechter anders zijn als de stelling van werkneemster dat er geen reden was voor twijfel over haar functioneren komt vast te staan. In deze procedure had de werkneemster daarvoor onvoldoende feiten gesteld. Mogelijk dat die feiten in een bodemprocedure wel voldoende zouden komen vast te staan. De kantonrechter wees de vorderingen van de werkneemster in deze procedure af, ondanks dat het ontslag voor de werkneemster verstrekkende gevolgen had.

Bron: Actuele artikelen

stelselmatig klanten ex-werkgever bezoeken is onrechtmatig, ook zonder concurrentiebeding

Een ex-werknemer benadert de relaties van zijn ex-werkgever. Met succes, want acht grote klanten stappen over. De ex-werkgever stapt naar de rechter omdat hij meer dan 100.000 euro omzet misgelopen is. De ex-werknemer had geen concurrentiebeding maar draait wel voor de schade van zijn ex-werkgever op.

De situatie
Een buitendienstmedewerker neemt eind 2012 na drie jaar dienstverband ontslag bij een verzekeringskantoor.

Hij begint voor zichzelf, in dezelfde specialistische branche, met hetzelfde product: een verzekeringspakket voor zendingswerkers in het buitenland. Hij kan een lagere prijs bieden omdat hij een andere provisiestructuur heeft dan zijn voormalige baas.

In augustus 2013 stuurt hij aan 142 zendingsorganisaties een e-mail met een aanbod. In totaal 38 organisaties van die lijst zijn klanten van zijn ex-werkgever. Van die 38 stappen er acht grote organisaties over naar het nieuwe bedrijf.

Bij de rechter
De ex-werkgever stapt naar de rechter. Hij vraagt een verklaring voor recht dat de ex-werknemer hem onrechtmatig beconcurreert. Hij vraagt onder meer een verbod op het benaderen van de – met naam genoemde – klanten van de ex-werkgever. Daarnaast wil hij ook een vergoeding voor de schade die hij door de onrechtmatige concurrentie heeft geleden en nog zal lijden. Het bedrijf geeft aan ieder geval al een schade van – afgerond – 115.000 euro te hebben geleden.

Het oordeel van de rechter: concurrentie was onrechtmatig
De vraag die de rechter moet beantwoorden is of de ex-werknemer onrechtmatig heeft geconcurreerd met zijn ex-werkgever.

Wanneer is concurrentie onrechtmatig?
Als er geen relatie- of concurrentiebeding is, mag een werknemer na zijn dienstverband op een ‘normale’ manier concurreren. Die concurrentie wordt onrechtmatig als er gebruik wordt gemaakt van de bij de voormalige werkgever opgedane kennis en gegevens over en van klanten, op zo’n manier dat “stelselmatig en substantieel bedrijfsdebiet wordt afgebroken” (HR 9 december 1955, NJ 1956/157 Boogaard/Vesta).

In dit geval oordeelt de rechter dat de ex-werknemer inderdaad stelselmatig het bedrijfsdebiet van zijn ex-werkgever heeft afgebroken. Die had 242 klanten, waaronder tien grote klanten die voor een belangrijk deel van de omzet zorgden. Daarvan zijn er acht overgestapt naar het bedrijf van de ex-werknemer. Die heeft de bedrijven doelgericht en bewust benaderd met ‘an offer they couldn’t refuse’. Hij kon dat aanbod doen door de kennis en ervaring van de branche, de klanten, de prijsstelling en de verzekeringsvoorwaarden, die hij heeft opgedaan bij zijn ex-baas.

Nog niet afgerond
De ex-werkgever mag op een volgende zitting in december 2014 met een schadeberekening komen en een onderbouwing daarvan. De ex-werknemer mag daar dan op reageren en dan neemt de rechter een beslissing over de zaak in zijn geheel.

Bron: PenO actueel

Bijzondere curator in vechtscheidingen

De ‘bijzondere curator’ in vechtscheidingszaken staat volop in de schijnwerpers. Kinderen hebben in dergelijke procedures dringend behoefte aan iemand die hun stem doet gelden, klinkt vanuit de rechtspraktijk. Maar moet die bijzondere curator wel altijd een advocaat zijn? En wat voor kwaliteitseisen zijn nodig? Er zijn meerdere initiatieven gestart die antwoord op die vragen moeten geven.

Kinderombudsman Marc Dullaert dringt er al jaren op aan dat rechters in vechtscheidingszaken, en andere zaken waarin kinderen de dupe dreigen te worden, een bijzondere curator benoemen die uitsluitend opkomt voor het kind. Dullaert: “Het bijzondere curatorschap is al een aantal jaren in de wet verankerd, maar werd tot voor kort niet ingezet bij vechtscheidingszaken.” Sinds in 2014 zijn rapport ‘Bijzondere curator, een lot uit de loterij?’ verscheen gebeurt dit wel. “Maar nog steeds worden bijzondere curatoren in dergelijke zaken te weinig benoemd”, vindt Dullaert. “Landelijk zijn er slechts een paar honderd benoemingen per jaar, terwijl er wel 3.500 vechtscheidingen zijn. Daarbij moet je je realiseren dat kinderen zelf geen toegang tot het recht hebben. Ze kunnen alleen een brief aan de rechter schrijven of een verzoek doen om gehoord te worden, meer niet. Gelukkig krijgt het bijzondere curatorschap nu veel aandacht.”

De rechtbank Zeeland-West-Brabant is onlangs in Breda een pilot begonnen met de inzet van psychologen en orthopedagogen als bijzondere curator. De verwachting van de Raad voor Rechtsbijstand en het ministerie van Veiligheid en Justitie, die deze pilot bekostigen, is dat gedragsdeskundigen zeer geschikt zijn voor deze rol in vechtscheidingszaken. Tot nu toe werden vooral advocaten benoemd, omdat dat op toevoegingsbasis kan en de Raad voor Rechtsbijstand dan de kosten vergoedt. Voor gedragswetenschappers geldt dat nu nog niet, tenzij zij als mediator op de lijst van de Raad staan. Hoe de bekostiging in de toekomst zal gaan, moet nog worden vastgesteld.
Initiatiefnemer van de proef is Cees van Leuven, raadsheer bij het hof ’s-Hertogenbosch: “Het gaat hier om een ontwikkeling die niet meer te stuiten is. Er bestaat onder rechters al jaren een grote behoefte om ook gedragsdeskundigen te kunnen benoemen. Gedragsdeskundigen zijn bij uitstek geschikt om de behoeften van het kind te verwoorden en invloed op ouders uit te oefenen.”

Er zijn ook andere initiatieven. De Vereniging van Familierecht Advocaten Scheidingsmediators (vFAS) start binnenkort met een speciale opleiding voor bijzondere curatoren in vechtscheidingszaken. Ook de Universiteit Leiden biedt een dergelijke opleiding aan. Rob van Coolwijk, voorzitter van de vFAS: “Tot nu toe was het nogal willekeurig wie er op de lijst van bijzondere curatoren in vechtscheidingszaken werd geplaatst. Dat wil niet zeggen dat deze bijzondere curatoren niet goed functioneerden, maar het werd wel tijd voor duidelijke criteria. Een kwalitatief goede bijzondere curator mag geen lot uit de loterij zijn.”

Van Coolwijk legt uit dat de vFAS toe wil naar een opleiding die wordt afgesloten met een examen. In de opleiding komen juridische, maar juist ook niet-juridische vaardigheden aan bod. Ook voor gedragsdeskundigen komt er een opleiding met examen. Niet bij de vFAS, want die opleiding kan alleen worden gevolgd door haar eigen leden en staat daarom per definitie alleen open voor advocaten en mediators. De gedragsdeskundigen krijgen in de opleiding juist juridische vaardigheden aangereikt. Van Coolwijk: “Uiteindelijk komt er voor elke bijzondere curator een proeve van bekwaamheid, advocaat of niet-advocaat. Aanstaande donderdag vindt een groot overleg plaats tussen onder meer rechtbanken, hoven, het Landelijk Overleg Vakinhoud Familie- en Jeugdrecht (LOVG) en de vFAS. Wij zullen dan de toekomst van de bijzondere curator verder bespreken.”

Nelleke Boelhouwer is advocaat familierecht bij Gerritse Poelman Advocaten in Tilburg en heeft zich ingeschreven voor de nieuwe vFAS-opleiding. Zij kan zich voorstellen dat het in bepaalde gevallen nuttig is om niet een advocaat, maar een gedragsdeskundige als bijzondere curator te benoemen: “Ik merk dat het als advocaat in de rol van bijzonder curator soms lastig kan zijn om ouders te overtuigen. Als je advocaat bent zijn ze wel eens geneigd om te denken dat je partijdig bent. Ouders zitten zo vast in hun eigen strijd en hun eigen gelijk. Ook is het voor een advocaat lastiger om pedagogische argumenten goed over het voetlicht te brengen dan dat voor een gedragsdeskundige zal zijn.”

Van Leuven had liever gezien dat de opleidingen pas van start waren gegaan als de pilot met de gedragsdeskundigen was afgerond: “Dan pas weten we wat de exacte opleidingsbehoeften zijn. Nu kunnen we nog niet overzien wie er op de lijst met bijzondere curatoren zouden moeten staan en waaraan zij zouden moeten voldoen.”

Kinderombudsman Dullaert neemt alvast de vlucht naar voren en ziet nog meer mogelijkheden om de positie van kinderen te verstevigen: “Uiteindelijk zou de combinatie van de aanstelling van een bijzondere curator met een zogenaamde ‘regierechter’ het meest ideaal zijn in een vechtscheidingszaak. Daar wordt op dit moment ook een pilot mee gehouden, bij de rechtbank Den Haag. Deze regierechter behandelt een zaak van begin tot eind en kent de situatie van partijen dus door en door. Ook wordt een maximum aantal zittingen vastgesteld. In een vechtscheidingszaak is dat ideaal, omdat ouders dan niet eindeloos door kunnen procederen, ten koste van het kind.”

Bron: Mr. Online

Debat over maatregelen tegen voetbalvandalisme

De Eerste Kamer heeft dinsdag 23 juni gedebatteerd met minister Van der Steur (Veiligheid en Justitie) over een wetsvoorstel voor de aanscherping van maatregelen ter bestrijding van voetbalvandalisme en ernstige overlast. Met dit wetsvoorstel krijgt de burgemeester de bevoegdheid om een gebiedsverbod, groepsverbod of meldplicht op te leggen; ook als iemand slechts één keer (first offender) betrokken is geweest bij groepsgewijze ordeverstoring of als hem een stadionverbod is opgelegd. Verder krijgt de strafrechter de bevoegdheid om een gebiedsverbod (bijvoorbeeld huisarrest) op te leggen. Bovendien wordt de maximale duur van de vrijheidsbeperkende maatregelen die de strafrechter kan opleggen verhoogd van 2 lees meer …

Kantonrechter: vierde contract is arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd

Nadat tussen de werkgever en de werknemer drie tijdelijke contracten zijn uitgediend, regelt de werkgever dat de werknemer in dienst treedt bij een payroll-/uitzendwerkgever. De kantonrechter vindt dat door de constructie met de payroll-/uitzendwerkgever heen moet worden gekeken en dat de vierde arbeidsovereenkomst in de keten moet worden aangemerkt als een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd tussen de werkgever en de werknemer. De loonvordering en de wedertewerkstelling worden toegewezen.
De zaak Werknemer is op 5 september 2011 bij de werkgever in dienst getreden bij Taxi Dorenbos als oproep taxichauffeur voor de duur van zes maanden. De overeenkomst eindigde op 5 maart 2012.Op lees meer …

Flinke stijging ontslagzaken in juni

Vlak voor de inwerkingtreding van het nieuwe ontslagrecht, is het aantal ontslagverzoeken bij rechtbanken flink toegenomen. De instroom van nieuwe ontslagverzoeken was in juni 2015 ongeveer twee keer zo groot als de gebruikelijk maandinstroom, zo blijkt uit een inventarisatie van voorlopige cijfers door de Raad voor de rechtspraak.

Sinds 1 juli gelden nieuwe ontslagregels, waarbij de werkgever niet langer zelf de ontslagroute kan bepalen. Alleen wanneer er sprake is van ontslag vanwege persoonlijke redenen, zoals slecht functioneren, verloopt de ontslagprocedure via de kantonrechter. Daarbij moet de werkgever zorgen voor een goed dossier.

In de periode van januari tot en met juni 2015 stroomden ruim vijfduizend ontslagzaken binnen bij de rechtbanken. Dat is een toename van ongeveer 10 procent ten opzichte van dezelfde periode in 2014. De Raad voor de rechtspraak heeft niet gezocht naar een verklaring voor de stijging. Een mogelijke verklaring zou kunnen zijn dat werkgevers nog voor de inwerkingtreding van het nieuwe ontslagrecht van hun werknemers af wilden, maar dit is niet onderzocht.

Bron: P&O Actueel

Demotie steeds meer toegepast in personeelsbeleid

Steeds meer Nederlandse organisaties vragen hun personeel om akkoord te gaan met een verlaging van de beloning voor hun werk. Hoewel demotie minder voorkomt dan vorig jaar, vormt het tegenwoordig bij veel bedrijven een standaard onderdeel van het HR-beleid. Dit blijkt uit het rapport HR Trends 2016-2016 van ADP.

Tien procent van de organisaties kiest voor het beperken van de reguliere salarisverhoging van werknemers. Andere methoden die werkgevers toepassen, zijn salarisverlaging of vermindering van het aantal verlofdagen. Volgens het onderzoek versobert 15 procent van de werkgevers dit jaar het arbeidsvoorwaardenbeleid.

Vergrijzing

43 procent van de werkgevers heeft demotie op de HR-agenda staan. 25 procent van de werkgevers vraagt werknemers ook daadwerkelijk om een stapje terug te doen. Als belangrijkste aanleiding noemen de werkgevers de vergrijzing. Hierbij geven zij aan samen met de werknemer om te tafel te gaan om te bekijken hoe ze de medewerker tot het eind van zijn carrière gemotiveerd en gezond kunnen laten doorwerken.

Maatwerk

In de financiële sector worden de arbeidsvoorwaarden het meest versoberd. De organisaties zijn de gevolgen van de crisis nog aan het verwerken en nemen maatregelen om, ook met het oog op de toekomst, kosten en opbrengsten in balans te houden.

Hans van der Spek, manager kenniscentrum HRM Berenschot heeft enkele tips voor HR-professionals. ‘Als het gaat om demotie, is het van belang een beleid te ontwikkelen en bij de toepassing ervan heel gericht te werk te gaan. Demotie is wat mij betreft maatwerk. Bij versobering van arbeidsvoorwaarden is het belangrijk om draagvlak te creëren door vroegtijdig te beginnen met communiceren.’

Bron: P&O Actueel

Wetsvoorstel affectieschade bij Tweede Kamer ingediend

Het wetsvoorstel van minister Van der Steur (Veiligheid en Justitie) dat een vergoeding voor affectieschade regelt, is naar de Tweede Kamer gestuurd. Het voorstel geldt voor nabestaanden van slachtoffers die zijn overleden en voor naasten van slachtoffers met ernstig en blijvend letsel ten gevolge van een gebeurtenis waarvoor een ander aansprakelijk is. Bijvoorbeeld een verkeersongeluk, medische fout, bedrijfsongeval of geweldsmisdrijf.
Uit onderzoek van de Vrije Universiteit (2009) blijkt dat nabestaanden en naasten behoefte hebben aan aandacht voor de emotionele gevolgen van een ongeval. Zij hebben verdriet omdat een gezins- of familielid door een fout van een ander is overleden of ernstig lees meer …