Nieuwsblog Advocaten.nl

Gemeente Verliest Juridische Strijd over Bericht in MijnOverheid Berichtenbox

De rechtbank heeft bepaald dat de gemeente Amsterdam een nieuw besluit moet nemen over een bezwaar tegen een onroerendezaakbelastingaanslag, vanwege het ontbreken van een e-mailnotificatie in de Berichtenbox van MijnOverheid. Deze beslissing volgt op de lijn van recente jurisprudentie die stelt dat de overheid burgers moet waarschuwen bij communicatie via MijnOverheid zonder notificatie, gezien de ernstige gevolgen van gemiste termijnen.

Rechtbankbeslissing MijnOverheid Berichtenbox Amsterdam

Ongeveer 2 jaar geleden berichtte Security.nl over een Rechtbankbeslissing MijnOverheid Berichtenbox Amsterdam waarbij een heffingsambtenaar van de gemeente Amsterdam een nieuw besluit moest nemen betreffende het bezwaar van een inwoner tegen een te laat ingediende OZB-aanslag. Dit komt door een opmerkelijk fout:
het niet selecteren van de optie om een e-mailmelding te ontvangen bij een nieuw bericht in de Berichtenbox van MijnOverheid. Als een bestuursorgaan deze voorkeur niet verifieert, kan de burger niet aansprakelijk worden gesteld voor het missen van het bericht.

De betrokken Amsterdammer ontving de belastingaanslag digitaal in zijn Berichtenbox op MijnOverheid, wat toegestaan was aangezien hij een actief MijnOverheid-account had. Zijn bezwaar werd echter als te laat beschouwd, aangezien de bezwaartermijn start op het moment dat het bericht in de Berichtenbox wordt geplaatst, zoals bepaald in artikel 2:17 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Hier ontstond de verwarring.

Hoewel bij het plaatsen van een bericht een e-mailnotificatie hoort, is het tijdstip van verzending of ontvangst hiervan niet relevant. Het missen van deze notificatie, bijvoorbeeld doordat deze in de spam terechtkomt, wordt normaal gezien als een persoonlijk probleem van de ontvanger. Maar recentelijk heeft de rechtspraak hier een andere draai aan gegeven:
Als iemand aangeeft elektronisch bereikbaar te zijn voor overheidscommunicatie zonder expliciet aan te geven e-mailmeldingen te willen ontvangen bij elk nieuw bericht in de Berichtenbox, dient het bestuursorgaan na te gaan of dit werkelijk de intentie van de burger was.

De rechtbank verwijst naar een uitspraak van de hoogste bestuursrechter uit 2021:
Volgens dit principe, voortbouwend op de inhoud van het betreffende wetsvoorstel, leidt het ontbreken van een notificatie ertoe dat de termijnoverschrijding niet tegen de indiener van een te laat ingediend bezwaar wordt gebruikt, mits hij binnen zes weken na kennisname van het besluit alsnog bezwaar maakt.

Dit standpunt wordt ondersteund door een rapport van de Ombudsman, dat benadrukt dat veel burgers niet dagelijks hun Mijn Berichtenbox controleren. De overheid legt met deze communicatievorm extra lasten op de burger, in tegenstelling tot een fysieke brief. De e-mailnotificatie is dus meer dan een vriendelijke service; het is een cruciaal onderdeel van de dienstverlening.

In een eerdere zaak van het Cbb ging het om sociale zekerheid, maar deze rechtbank heeft de uitspraak doorgetrokken naar belastingrecht, gezien de mogelijk ingrijpende gevolgen van het missen van een belastingaanslag:
De rechtbank concludeert dat ook in belastingzaken de overheid moet waarschuwen als berichten alleen zichtbaar worden in de Berichtenbox van MijnOverheid zonder notificatie.

De uitspraken zijn voor veel burgers nog actueel, omdat veel gemeenten een ongewijzigde systeem hanteren

Voor meer gedetailleerde informatie en professionele hulp bij geschillen met de overheid kunnen ondernemers terecht op advocaten.nl of bellen met 0900-advocaten.

Internationaal Alimentatierecht: Welke rechter is bevoegd, welk recht is toepasselijk?

Woont u buiten Nederland en hebt u te maken met alimentatie recht- of onderhoudsverplichting jegens een partner of kinderen, dan is het essentieel om vast te stellen welke rechter in Nederland of een ander land bevoegd is, en welk recht dient te worden toegepast. De uitkomst van een procedure kan per geval sterk wisselen.

Als u te maken heeft met problemen rond de vaststelling of incasso van alimentatie met internationale aspecten, is het belangrijk om te begrijpen hoe het internationaal alimentatierecht en de Europese Alimentatieverordening functioneren. Deze regelgeving is van essentieel belang bij grensoverschrijdende alimentatiezaken, maar is tegelijkertijd dermate complex dat degelijke rechtsbijstand noodzakelijk is.

Erkenning en Tenuitvoerlegging van Buitenlandse Beslissingen

Gaat het om een reeds bestaande beslissing die door een buitenlands rechter is gegeven, dan is het belangrijk om te kunnen bepalen of die beslissing in Nederland ten uitvoer kan worden gelegd. Een cruciaal aspect van het internationaal alimentatierecht is de erkenning en tenuitvoerlegging van buitenlandse beslissingen. Hierbij zijn onder meer de volgende regelgevingen en verdragen van belang:

In de meeste gevallen zal een buitenlandse beslissing, mits voorzien van een zogenaamd Europees certificaat, in Nederland ten uitvoer kunnen worden gelegd. Voor meer informatie over ten uitvoerlegging van beschikkingen en incasseren van alimentatie leest u hier meer.

Is er nog geen beslissing, of is er een beslissing die dient te worden gewijzigd, omdat de inhoud niet meer beantwoord aan de feitelijke situatie – en dient over de alimentatie een procedure te worden gevoerd, dan is het van belang vast te stellen of de Nederlandse dan wel een buitenlandse rechter bevoegd is om over de vordering te oordelen. Dus bevoegdheid van de rechter moet eerst door de rechter zelf worden vastgesteld, alvorens hij een inhoudelijke beslissing kan geven. Ook de regels over de bevoegdheid van de rechter zijn bij grensoverschrijdende alimentatiegeschillen complex. In de meeste gevallen geldt binnen Europa de Europese Alimentatieverordening van 2008.

Belangrijkste Bronnen van Internationaal Alimentatierecht

Het internationaal alimentatierecht bestaat uit diverse bronnen, waaronder:

De Europese Alimentatieverordening

De Europese Alimentatieverordening speelt een centrale rol in grensoverschrijdende alimentatiezaken binnen de EU. Deze verordening bepaalt:

  • Welke rechtbanken bevoegd zijn om alimentatiezaken te behandelen (Artikelen 1 lid 1, 3 e.v., 75, 76 Alimentatie Verordening).
  • Forumkeuze en stilzwijgende forumkeuze (Artikelen 4, 5 Alimentatie Verordening).
  • Subsidiaire aanknoping en forum necessitatis (Artikelen 6, 7 Alimentatie Verordening).
  • Verzoeken tot wijziging van alimentatiebeslissingen (Artikel 8 Alimentatie Verordening)​​.

Toepasselijk Recht

Bij het vaststellen van alimentatie dient de Nederlandse rechter het toepasselijke recht te bepalen. Dit kan Nederlands of buitenlands recht zijn, afhankelijk van de omstandigheden. De regels hiervoor zijn vastgelegd in het Haags Alimentatie Protocol 2007 (Artikelen 3-8)​​.

Voor zowel de alimentatiegerechtigde als de alimentatieplichtige is het belangrijk te weten welk mogelijkheden er zijn voor de keuze van het toepasselijk recht. In enkele gevallen, zoals voor kinderbijdragen, bieden de regels weinig speelruimte, en zijn dwingend recht. Men kan daar niet van afwijken. In gevallen van partneralimentatie is dat anders. Zowel door een gezamenlijke keuze van partijen als door de keuze van één partij om de procedure bij de rechter in het ene dan wel het andere land aan te vangen kan de uitkomst van een procedure worden beïnvloed. Die keuzemogelijkheid is echter in sommige gevallen weer beperkt door de bescherming die bijvoorbeeld de alimentatiegerechtigde geniet. De regels hierover zijn complex en het is dus aan te bevelen om vooraf een degelijk advies in te winnen over de processtrategie. Die strategie kan dus zowel de aanvang van de procedure als het te voeren verweer – indien de procedure reeds is aangevangen – omvatten.

Conclusie

Ex-partners die te maken hebben met internationale alimentatiekwesties staan voor complexe juridische uitdagingen. Kennis van zowel nationale als internationale regelgeving, waaronder de Europese Alimentatieverordening en het Haags Alimentatie Protocol, is essentieel. Deze wetten en verdragen bieden een raamwerk voor de vaststelling, wijziging, en incasso van alimentatie over de grenzen heen. Bij problemen of onduidelijkheden is het raadzaam juridisch advies in te winnen bij advocaten.nl. U kunt daarvoor een email zenden aan info@advocaten.nl of bellen met 0900-advocaten.

Het Opeisen van Achterstallige Alimentatie: Uw Opties Uitgelegd

In dit artikel vindt u overzicht van de mogelijkheden om achterstallige alimentatie te vorderen. Het benadrukt de exclusieve bevoegdheid van het LBIO en gerechtsdeurwaarders in deze kwesties. Terwijl het LBIO een kosteloze, maar tragere optie biedt, kan een advocaat of gerechtsdeurwaarder sneller handelen, maar tegen hogere kosten. De verschillende methoden van incasso worden uitgelegd, waaronder loonbeslag, beslag onder opdrachtgevers, beslag op vermogen en bezittingen, en in extreme gevallen, gijzeling of faillissementsaanvraag. De rechten van de eiser met betrekking tot achterstallige alimentatie en de wettelijke indexatie worden ook besproken.

Wanneer uw voormalige partner weigert de (kinder-)alimentatie te voldoen, biedt het inschakelen van het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen (LBIO) of een gerechtsdeurwaarder uitkomst voor het innen van deze achterstallige betalingen. Uitsluitend deze twee instanties zijn gemachtigd om alimentatievorderingen te innen.

Over het algemeen is het inschakelen van een gerechtsdeurwaarder sneller, maar dit brengt hogere kosten met zich mee dan het LBIO, dat kosteloos werkt, maar doorgaans meer tijd nodig heeft om de alimentatievordering te innen.

Het LBIO begint doorgaans met het versturen van een vriendelijke herinneringsbrief, waarin uw ex-partner wordt verzocht binnen drie weken te betalen. Daarentegen, gerechtsdeurwaarders of advocaten starten met een persoonlijk bezoek aan uw ex-partner, waarbij zij formeel de achterstallige alimentatie eisen en binnen twee dagen betaling verlangen. Indien er geen betaling of betalingsregeling volgt binnen deze termijn, zal de deurwaarder overgaan tot beslaglegging op bijvoorbeeld het salaris, bankrekening of voertuigen van uw ex-partner. De kosten die hiermee gepaard gaan, worden deels aan u doorberekend.

Achterstallige alimentatie eisen: Uw rechten

Gerechtsdeurwaarders en advocaten hebben de bevoegdheid om tot vijf jaar terug alimentatie te vorderen, in tegenstelling tot het LBIO, dat beperkt is tot zes maanden. Het LBIO kan daarnaast geen hulp bieden bij het niet betalen van de wettelijke indexatie van uw alimentatie. Advocaten hebben daarentegen wel de bevoegdheid om ook deze indexatie, tot vijf jaar terug, te vorderen.

Indien uw achterstallige alimentatie ouder is dan vijf jaar, verandert deze vordering in een natuurlijke verbintenis. Hoewel u nog steeds recht heeft op deze bedragen, kunnen ze niet afgedwongen worden via een gerechtsdeurwaarder of het LBIO. U mag echter wel de achterstallige alimentatie verrekenen met eventuele toekomstige betalingen aan uw ex-partner, aangezien de verjaringstermijn voor verrekening pas na twintig jaar verloopt.

In geval van niet-betaling van (kinder-)alimentatie, zijn er diverse acties die een advocaat of gerechtsdeurwaarder kan ondernemen:

  1. Loonbeslag: Indien uw ex-partner in loondienst is, kan loonbeslag worden gelegd. Sinds 2021 ontvangt de schuldeiser altijd minstens 5% van het netto salaris, ongeacht de beslagvrije voet.
  2. Beslag onder Opdrachtgevers: Bij zelfstandige ex-partners kan er beslag worden gelegd onder hun opdrachtgevers. Dit vereist kennis van wie deze opdrachtgevers zijn.
  3. Beslag op Vermogen: Indien inkomens- of derdenbeslag niet succesvol is, kan de gerechtsdeurwaarder beslag leggen op de banktegoeden van uw ex-partner.
  4. Beslag op Bezittingen: Als beslag op inkomen of bankrekening geen resultaat oplevert, kan beslag gelegd worden op bezittingen zoals voertuigen of waardevolle spullen.
  5. Beslag op Woning: Als uw ex-partner een eigen woning heeft, kan daarop beslag worden gelegd, mits deze niet wordt gehuurd.
  6. Beslag onder de Belastingdienst: Beslaglegging op belastingteruggaven kan ook een optie zijn.
  7. Gijzeling: Bij achterstallige kinder- of partneralimentatie kan, als laatste redmiddel, gijzeling worden overwogen. Dit vereist echter gerechtelijke goedkeuring en is een kostbare procedure.
  8. Faillissementsaanvraag: Als laatste optie kan het faillissement van uw ex-partner worden aangevraagd, wat meerdere schulden vereist. Dit proces verloopt via een advocaat.

Voor meer informatie over incasso van achterstallige alimentatie, bezoek advocaten.nl advocaten.nl of bel 0900-advocaten.

De WIK brief en de Incassokosten

Dit artikel bespreekt de essentie van de Wet Incassokosten (WIK) in Nederland, gericht op de regulering van incassokosten bij vorderingen. Het benadrukt de vereisten voor een WIK-brief, inclusief de berekening van incassokosten en de wettelijke betalingstermijn.

De Wet incassokosten (WIK) is een Nederlandse wet die regels en richtlijnen bevat met betrekking tot de incassokosten die in rekening kunnen worden gebracht bij het innen van openstaande vorderingen. De WIK is van kracht sinds 1 juli 2012 en is bedoeld om de incassopraktijken te reguleren en consumenten te beschermen tegen buitensporige incassokosten. Hier zijn enkele belangrijke aspecten van de WIK en de eisen waaraan een brief moet voldoen die op basis daarvan is geformuleerd en verzonden:

  1. Toepassingsgebied:
    • De WIK is van toepassing op consumentenovereenkomsten en geldt niet voor zakelijke overeenkomsten.
  2. Aankondiging van incassokosten:
    • De schuldeiser moet de schuldenaar schriftelijk op de hoogte stellen van de incassokosten voordat deze kosten in rekening worden gebracht.
  3. Betalingstermijn:
    • De schuldenaar moet ten minste veertien dagen de tijd krijgen om de openstaande vordering te voldoen nadat hij op de hoogte is gesteld van de incassokosten.
  4. Incassokostenberekening:
    • De incassokosten moeten worden berekend op basis van een wettelijk vastgestelde staffel. Deze staffel is als volgt:
      • 15% over de eerste € 2.500 van de hoofdsom
      • 10% over de volgende € 2.500 van de hoofdsom
      • 5% over de daaropvolgende € 5.000 van de hoofdsom
      • 1% over de daaropvolgende € 190.000 van de hoofdsom
      • 0,5% over het meerdere van de hoofdsom met een maximum van € 6.775.
  5. Specificatie van incassokosten:
    • De brief moet duidelijk aangeven hoe de incassokosten zijn berekend, inclusief het exacte bedrag en de basis waarop ze zijn gebaseerd.
  6. Informatie over betaalmogelijkheden:
    • De brief moet de schuldenaar informeren over de mogelijkheden om de betaling te verrichten, inclusief de rekeninginformatie en eventuele referentienummers.
  7. Verwijzing naar wettelijke rente:
    • De brief moet ook vermelden dat de schuldenaar wettelijke rente verschuldigd is als de betaling niet tijdig wordt voldaan. De wettelijke rente wordt berekend volgens de wettelijke rentetarieven.
  8. Herroepingstermijn:
    • De schuldenaar heeft na ontvangst van de brief veertien dagen de tijd om de incassokosten te betwisten of de betaling te annuleren zonder verdere kosten.
  9. Juiste naam en contactgegevens:
    • De brief moet de juiste naam en contactgegevens van de schuldeiser bevatten, zodat de schuldenaar kan reageren of contact kan opnemen voor eventuele vragen.

Het niet naleven van de regels en vereisten van de WIK kan leiden tot het nietig verklaren van de incassokosten en mogelijk tot juridische consequenties voor de schuldeiser. Daarom is het van cruciaal belang om ervoor te zorgen dat de brief aan alle wettelijke eisen voldoet en dat de incassokosten correct worden berekend en gespecificeerd.

Een voorbeeld van een WIK brief vindt u hieronder:

[Uw Naam]
[Uw Adres]
[Uw Postcode en Plaats]
[Uw Telefoonnummer]
[Uw E-mailadres]
[Uw Datum]

Betreft: Aankondiging incassokosten conform de Wet incassokosten (WIK)

Geachte [Naam Schuldenaar],

Na meerdere schriftelijke herinneringen en aanmaningen betreffende de openstaande vordering, moeten wij helaas constateren dat het bedrag van € [Bedrag Schulden] nog altijd niet is voldaan.

Conform de Wet incassokosten (WIK) zijn wij verplicht om u op de hoogte te stellen van de incassokosten die zullen worden berekend indien de openstaande schuld niet binnen [Aantal dagen betalingstermijn] dagen na ontvangst van deze brief wordt voldaan. De WIK bepaalt dat de incassokosten als volgt worden berekend:

  • 15% over de eerste € 2.500 van de hoofdsom;
  • 10% over de volgende € 2.500 van de hoofdsom;
  • 5% over de daaropvolgende € 5.000 van de hoofdsom;
  • 1% over de daaropvolgende € 190.000 van de hoofdsom;
  • 0,5% over het meerdere van de hoofdsom met een maximum van € 6.775.

Bij niet-tijdige betaling zullen de incassokosten als volgt worden berekend: [Berekening incassokosten].

Wij geven u nog [Aantal dagen betalingstermijn] dagen de tijd om het openstaande bedrag te voldoen. Indien de betaling niet binnen deze termijn ontvangen is, zullen de incassokosten zoals hierboven vermeld in rekening worden gebracht.

Wij verzoeken u vriendelijk om de betaling te verrichten op rekeningnummer [Uw Bankrekeningnummer] ten name van [Uw Bedrijfsnaam], onder vermelding van [Referentienummer]. Indien u vragen heeft over deze brief of de openstaande vordering, kunt u contact met ons opnemen via [Uw Contactgegevens].

Met vriendelijke groet,

[Uw Handtekening (indien fysieke brief)]
[Uw Naam]
[Uw Functie]

De Wet Incassokosten (WIK) is een Nederlandse wet die in 2012 is ingevoerd om de hoogte van de incassokosten te reguleren. Deze wet is van toepassing op vorderingen waarbij de schuldenaar een natuurlijk persoon is, niet handelend in de uitoefening van een beroep of bedrijf. Het doel van de WIK is om zowel schuldeisers als schuldenaren te beschermen tegen onredelijk hoge incassokosten.

Eisen aan een WIK-brief:

  1. Duidelijke Specificatie van de Vordering: De brief moet duidelijk de hoofdsom van de vordering specificeren.
  2. Kennisgeving van de Incassokosten: De brief moet aangeven dat incassokosten in rekening zullen worden gebracht als er niet binnen de gestelde termijn wordt betaald.
  3. Wettelijke Betalingstermijn: De schuldenaar moet een betalingstermijn van minimaal 14 dagen krijgen vanaf de dag na ontvangst van de WIK-brief.
  4. Geen Overlapping met Eerdere Aanmaningen: De WIK-brief moet de eerste stap zijn in het incassoproces, voordat er incassokosten in rekening worden gebracht.
  5. Berekening van Incassokosten: De incassokosten moeten worden berekend volgens de wettelijk vastgestelde staffel. Dit is een percentage van de hoofdsom met een minimum en maximum bedrag.

Voor meer informatie over dit onderwerp of assistentie, bezoek advocaten.nl advocaten.nl of bel 0900-advocaten.

Vereenvoudiging van BV-Splitsing bij Echtscheiding van een DGA

Dit artikel belicht de vereenvoudiging van de splitsing van een BV bij de echtscheiding van een directeur-grootaandeelhouder (DGA). Een recent besluit maakt het mogelijk om de BV fiscaal gunstig te splitsen in twee delen, waardoor financiële problemen bij het verdelen van het vermogen en de uitkoop van een ex-partner worden verminderd. De splitsing kan zonder belastingheffing plaatsvinden en is met name effectief bij huwelijken in gemeenschap van goederen, waarbij de BV zowel vermogen als een onderneming omvat.

De financiële uitdagingen bij het verdelen van het vermogen van een besloten vennootschap (BV) tijdens een echtscheiding kunnen aanzienlijk zijn. Een recent besluit maakt het nu mogelijk om deze situatie eenvoudiger aan te pakken, vooral effectief in de volgende context:

  • Huwelijk in gemeenschap van goederen;
  • BV met zowel vermogen als een actieve onderneming;
  • Mogelijkheid tot onderling overleg over de splitsing van vermogen en onderneming​​.

Financiële Uitdagingen bij Echtscheiding van een DGA

Wanneer een DGA in gemeenschap van goederen getrouwd is en gaat scheiden, kunnen financiële problemen ontstaan, vooral bij de uitkoop van een ex-partner. Als kapitaal uit de BV moet worden gehaald, kan dit leiden tot een directe belastingheffing van 26,9%. Door het besluit uit 2018 kan de BV echter fiscaal gunstig gesplitst worden in twee delen: een deel met de onderneming (BV1) en een deel met het belegde vermogen (BV2). BV1 blijft bij de DGA, terwijl BV2 naar de ex-partner gaat​.

Praktijkvoorbeeld: Echtscheiding met BV

Neem bijvoorbeeld Jan en Klazien, die in gemeenschap van goederen zijn getrouwd. Als de aandelen in hun BV met een totale waarde van € 550.000 worden verdeeld bij de echtscheiding, moet Jan Klazien € 300.000 betalen, verminderd met een belastinglatentie. Deze schuld kan gefinancierd worden via verschillende manieren, waaronder dividenduitkering uit de BV, wat belastingheffing met zich meebrengt. De splitsing onder het besluit van 2018 biedt de mogelijkheid om de BV op te splitsen, waarbij de onderneming in BV1 achterblijft en de beleggingen in een nieuwe BV2 worden ondergebracht​.

Juridische Splitsing in het Kader van Echtscheiding

De juridische splitsing kan zonder belastingheffing plaatsvinden, conform artikel 4.17 Wet IB. Belangrijk is dat de splitsing niet bedoeld is als methode om belasting te ontwijken of uit te stellen. Bij een standaard echtscheiding zal de Belastingdienst doorgaans toestemming geven voor de splitsing​.

Advies van een Fiscaal Jurist bij BV-Splitsing

De splitsing van de BV is slechts één van de vele opties om problemen bij een echtscheiding op te lossen. Het is belangrijk om rekening te houden met de waarde van de aandelen, inclusief stille reserves en goodwill, en het percentage van de belastinglatentie. Een fiscaal jurist kan hierin advies en begeleiding bieden​

Voor meer informatie over de splitsing van een BV bij echtscheiding en voor juridisch advies, kunnen DGA’s terecht op advocaten.nl en 0900-advocaten, waar ze ondersteund worden in het navigeren door complexe echtscheidingskwesties.

Fiscaal Vriendelijke Optie voor DGA bij Echtscheiding: Splitsing van de B.V.

De fiscaal gunstige optie voor directeur-grootaandeelhouders (DGA’s) bij echtscheiding wordt soms vergeten: de splitsing van de B.V. Het Besluit van Financiën van 9 maart 2018 (nr. 2018-27139) biedt een oplossing voor het financieringsprobleem bij het uitkopen van een ex-partner. Dit wordt mogelijk gemaakt door de B.V. fiscaal geruisloos te splitsen in een ondernemingsdeel en een beleggingsdeel. Deze splitsing vereenvoudigt de verdeling van de gemeenschap en vermindert de financieringsbehoefte, terwijl de ab-claim fiscaal geruisloos kan worden doorgeschoven.

Voor directeur-grootaandeelhouders (DGA’s) die in gemeenschap van goederen zijn getrouwd en overwegen te scheiden, biedt een beleidswijziging van Financiën van 9 maart 2018 (nr. 2018-27139) een oplossing voor het financieringsprobleem bij het uitkopen van de aanstaande ex-partner. Dit probleem ontstaat vaak door de waardering van aandelen in de B.V., die mede afhankelijk is van het aanwezige beleggingsvermogen​​.

Uitleg Financieringsprobleem bij de DGA

In een situatie waarbij de DGA en echtgenoot in gemeenschap van goederen gehuwd zijn en aandelen in een B.V. bezitten, kan de verdeling van de gemeenschap leiden tot een aanzienlijke overbedelingsschuld voor de DGA. Indien de DGA deze schuld niet kan financieren, kan dit leiden tot het actueel worden van de ab-claim of de noodzaak om beleggingsvermogen als dividend uit te keren​.

Splitsing van de B.V.

Het Besluit van 9 maart 2018 biedt een oplossing door goedkeuring te geven voor de fiscaal geruisloze splitsing van de vennootschap in twee aparte B.V.’s: één met de onderneming en één met beleggingsvermogen. Hierdoor wordt de verdeling van de gemeenschap vereenvoudigd en vermindert de financieringsbehoefte​.

Voorwaarden en Gevolgen van de Splitsing

De splitsing is bedoeld voor DGA’s die in een huwelijksgemeenschap zitten en zowel een materiële onderneming als substantieel beleggingsvermogen in hun vennootschap hebben. Na de splitsing blijven beide sets aandelen deel uitmaken van de (nog onverdeelde) gemeenschap. De uiteindelijke verdeling van de aandelen kan dan fiscaal geruisloos plaatsvinden, mits deze binnen twee jaar na de ontbinding van de huwelijksgemeenschap wordt voltooid​​​

Aandachtspunten en Termijnen

Het is belangrijk om de tweejaarstermijn, die start bij indiening van het echtscheidingsverzoek, in de gaten te houden. In geval van tijdgebrek kan het verstandig zijn om de aandelen alvast te verdelen om een gedwongen afrekening van de ab-claim te vermijden​

Voor- en Nadelen van Juridische Splitsing

Voordelen zijn de oplossing van het financieringsprobleem, het intact houden van de beleggingsportefeuille en het fiscaal geruisloos doorschuiven van de ab-claim. Nadelen kunnen zijn de jaarlijkse kosten voor het onderhoud van de B.V. en mogelijke nadelen bij overlijden door de berekening van de latente ab-claim​.

Rol van de Adviseur

Adviseurs spelen een sleutelrol in dit proces, niet alleen door het tijdig signaleren van de splitsingsmogelijkheid, maar ook in het berekenen van de latente belastingen en het inschatten van de hoogte van de belastinglatentie op de ab-claim​.

Voor meer informatie en professionele hulp bij echtscheiding en splitsing van een B.V. in het geval van echtscheiding, kunnen directeur-grootaandeelhouders terecht op advocaten.nl en tel:0900-0600.

Afhandeling van Echtscheiding en Verdeling Gemeenschappelijk Vermogen

De gemeenschap van goederen wordt beëindigd zodra het verzoek tot echtscheiding wordt ingediend. Vanaf dat tijdstip zijn de echtgenoten niet langer aansprakelijk voor nieuwe schulden die door de andere echtgenoot worden aangegaan.

Bij een echtscheiding is de verdeling van gemeenschappelijk vermogen of de afwikkeling van huwelijkse voorwaarden een belangrijk proces. In Nederland trouwen de meeste paren in gemeenschap van goederen, waarbij alle bezittingen en schulden worden gedeeld. Dit omvat zaken als de woning, inboedel, auto’s, banktegoeden, spaarpolissen, schulden, maar ook een eigen bedrijf of aandelen in een BV. Uitzonderingen zijn erfenissen of schenkingen die met een uitsluitingsclausule zijn verkregen, waardoor ze privébezit blijven​.

Procedure bij Echtscheiding

Tijdens de echtscheidingsprocedure worden afspraken gemaakt over de verdeling van het vermogen. Standaard wordt alles gelijk verdeeld na het vaststellen van wat tot de huwelijksgemeenschap behoort. De verdeling, inclusief de afhandeling van eventuele schulden, wordt bij voorkeur vastgelegd in een echtscheidingsconvenant. Als er geen overeenstemming is, kan de rechter een beslissing nemen met hulp van deskundigen zoals een makelaar of accountant.

Beëindiging van de Gemeenschap van Goederen

De gemeenschap van goederen eindigt op het moment dat het echtscheidingsverzoek wordt ingediend. Vanaf dat moment zijn de echtgenoten niet meer verantwoordelijk voor nieuwe schulden die door de ander worden aangegaan​​.

Verschillende Vormen van Vermogensverdeling

  1. Gemeenschap van Goederen: Alles wat het echtpaar bezit en schulden zijn gezamenlijk. Vermogen moet ‘in redelijkheid en billijkheid’ worden verdeeld, soms door de ex-partner uit te kopen​​.
  2. Beperkte Gemeenschap van Goederen: Voor huwelijken na 1 januari 2018 geldt vaak deze vorm. Vermogen verkregen vóór het huwelijk blijft privé, en vermogen opgebouwd tijdens het huwelijk wordt als gezamenlijk beschouwd​
  3. Huwelijkse Voorwaarden: Hier worden voorwaarden opgesteld voor het vermogen. Bij een verrekenbeding moet er jaarlijks een verrekening plaatsvinden van het gezamenlijk opgebouwde vermogen​

Bovenstaand biedt enig inzicht in de complexe aspecten van vermogensverdeling bij echtscheidingen in Nederland. Voor gedetailleerd advies en juridische bijstand, bezoek advocaten.nl en 0900-advocaten.

Waardering van Aandelen van een DGA bij Echtscheiding

Hieronder een korte uiteenzetting over de aandelen van een directeur-grootaandeelhouder (dga) in zijn holding bij echtscheiding, in het bijzonder wanneer men in gemeenschap van goederen is gehuwd. Deze aandelen, een deel van de te verdelen huwelijksgoederengemeenschap, worden voor 50% toegewezen aan de dga, waarbij een notariële toewijzing nodig is. Vervolgens dient de dga zijn ex-partner uit te kopen voor haar aandeel​​.

Belang van Peildata voor Waardering

Twee peildata zijn essentieel voor waardebepaling: de datum voor het vaststellen van de omvang van de gemeenschap van goederen (tijdstip van indienen echtscheidingsverzoek) en de datum voor de waardering van de aandelen (tijdstip van feitelijke verdeling). Gezien de mogelijke langdurige geschillen over de waarde, is het aan te raden voor partijen om gezamenlijk één peildatum vast te stellen, waarbij de dga verantwoordelijk is voor eventuele waardeveranderingen na deze datum​.

Dit artikel belicht de complexiteit van de waardering van aandelen van een directeur-grootaandeelhouder (dga) bij echtscheiding, specifiek in gemeenschap van goederen. Het benadrukt het belang van peildata voor waardebepaling en de noodzaak van een notariële toewijzing. De focus ligt op de economische waarde berekening via de Discounted Cash Flow (DCF) methode en de cruciale rol van een Register Valuator. Het artikel bespreekt ook de financiering van de koopsom en de aanmerkelijk belang-heffing.

Waarde in het Economisch Verkeer vs. Economische Waarde

In het geval van een echtscheiding worden bezittingen gewaardeerd tegen de waarde in het economisch verkeer. Echter, bij echtscheidingen worden aandelen doorgaans niet op de vrije markt verkocht. Het Hof Den Haag heeft gesteld dat het niet redelijk is om van een dga te verwachten dat hij zijn bron van inkomsten, de aandelen, verkoopt bij een echtscheiding. De economische waarde, vertegenwoordigd door de gemiste geldstromen door de echtgenote, wordt daarom als maatstaf genomen​.

Economische Waarde en Discounted Cash Flow Methode

De economische waarde wordt gerelateerd aan de verwachte vrije geldstromen die contant worden gemaakt naar het waarderingsmoment middels de Discounted Cash Flow (DCF) methode. Deze methode berekent de waarde van de onderneming, waarbij na aftrek van schulden de economische waarde van het eigen vermogen overblijft. Partijen moeten vooraf overeenkomen dat de economische waarde bepalend is, niet de prijs. Vaak wordt een korting toegepast op de berekende economische waarde om tot een prijs te komen​.

De Rol van een Register Valuator

Een Register Valuator speelt een cruciale rol in het bepalen van de toekomstige rendementen en het bieden van een onafhankelijke waardering. Deze financiële deskundige analyseert en becommentarieert prognoses van partijen, waarbij de onafhankelijkheid gewaarborgd blijft door een gestructureerd waarderingsproces​.

Aandachtspunten bij Waardering

Bij de waardering wordt rekening gehouden met de stand-alone going concern waarde, de correlatie tussen alimentatie en waarde, marktconforme rente op leningen van de holding, en de waardering van eventuele pensioenvoorzieningen​.

Financiering en Aanmerkelijk Belang-heffing

De financiering van de koopsom kan de onderneming te zwaar belasten, wat de continuïteit kan bedreigen. Daarom wordt de betaling op aandeelhoudersniveau en niet binnen de onderneming geadviseerd. De toedeling van aandelen aan de dga valt onder de aanmerkelijk belangheffing van 25%. Het is raadzaam de echtscheiding binnen twee jaar na ontbinding van het huwelijk af te ronden om de AB-claim door te schuiven​.

Het is aan te bevelen om vroegtijdig een Register Valuator in te schakelen bij echtscheidingen.

Samenvatting

Belang van Peildatums voor Waardering

Twee peildata zijn essentieel voor waardebepaling: de datum voor het vaststellen van de omvang van de gemeenschap van goederen (tijdstip van indienen echtscheidingsverzoek) en de datum voor de waardering van de aandelen (tijdstip van feitelijke verdeling). Gezien de mogelijke langdurige geschillen over de waarde, is het aan te raden voor partijen om gezamenlijk één peildatum vast te stellen, waarbij de dga verantwoordelijk is voor eventuele waardeveranderingen na deze datum​.

Waarde in het Economisch Verkeer vs. Economische Waarde

In het geval van een echtscheiding worden bezittingen gewaardeerd tegen de waarde in het economisch verkeer. Echter, bij echtscheidingen worden aandelen doorgaans niet op de vrije markt verkocht. Het Hof Den Haag heeft gesteld dat het niet redelijk is om van een dga te verwachten dat hij zijn bron van inkomsten, de aandelen, verkoopt bij een echtscheiding. De economische waarde, vertegenwoordigd door de gemiste geldstromen door de echtgenote, wordt daarom als maatstaf genomen​.

Economische Waarde en Discounted Cash Flow Methode

De economische waarde wordt gerelateerd aan de verwachte vrije geldstromen die contant worden gemaakt naar het waarderingsmoment middels de Discounted Cash Flow (DCF) methode. Deze methode berekent de waarde van de onderneming, waarbij na aftrek van schulden de economische waarde van het eigen vermogen overblijft. Partijen moeten vooraf overeenkomen dat de economische waarde bepalend is, niet de prijs. Vaak wordt een korting toegepast op de berekende economische waarde om tot een prijs te komen​

​.

De Rol van een Register Valuator

Een Register Valuator speelt een cruciale rol in het bepalen van de toekomstige rendementen en het bieden van een onafhankelijke waardering. Deze financiële deskundige analyseert en becommentarieert prognoses van partijen, waarbij de onafhankelijkheid gewaarborgd blijft door een gestructureerd waarderingsproces​.

Aandachtspunten bij Waardering

Bij de waardering wordt rekening gehouden met de stand-alone going concern waarde, de correlatie tussen alimentatie en waarde, marktconforme rente op leningen van de holding, en de waardering van eventuele pensioenvoorzieningen​.

Financiering en Aanmerkelijk Belang-heffing

De financiering van de koopsom kan de onderneming te zwaar belasten, wat de continuïteit kan bedreigen. Daarom wordt de betaling op aandeelhoudersniveau en niet binnen de onderneming geadviseerd. De toedeling van aandelen aan de dga valt onder de aanmerkelijk belangheffing van 25%. Het is raadzaam de echtscheiding binnen twee jaar na ontbinding van het huwelijk af te ronden om de AB-claim door te schuiven​.

Conclusie en Aanbeveling

Het is aan te bevelen om vroegtijdig een Register Valuator in te schakelen bij echtscheidingen.

Voor meer informatie en ondersteuning bij de waardering van aandelen bij echtscheidingen van directeur-grootaandeelhouders, bezoek advocaten.nl en 0900-advocaten. Wij bieden deskundig advies en hulp bij juridische vraagstukken gerelateerd bij echtscheidingen.

Verdeling van Aanmerkelijkbelangaandelen bij Scheiding

Hier de recente ontwikkelingen in de verdeling van aanmerkelijkbelangaandelen (ab-aandelen) bij echtscheidingen, met een focus op de wijzigingen sinds 2012. Belangrijke punten omvatten de vereiste van een notariële akte voor de overdracht van ab-aandelen en de nieuwe interpretatie van het verdelingstijdstip als het moment van wilsovereenstemming. De verduidelijkingen zijn van groot belang voor directeur-grootaandeelhouders (dga’s) en hun adviseurs.

De in 2018 uitgebrachte beleidsaanpassing aangaande aanmerkelijk belang onthult een belangrijk aspect betreffende de timing van het verdelen van aanmerkelijkbelangaandelen (ab-aandelen) in echtscheidingssituaties.

Rectificatie van een Veelvoorkomende Misvatting

Het exact vaststellen van het moment van verdeling is van cruciaal belang voor dga’s in een echtscheiding. Een verdeling binnen twee jaar na ontbinding van de huwelijksgemeenschap wordt niet beschouwd als een overdracht van ab-aandelen. Een wijdverbeid misverstandbetreft een dga die in gemeenschap van goederen is getrouwd, en diens echtgenoot automatisch voor de helft eigenaar is van de bv-aandelen. Dit betekent dat bij een echtscheiding alle bezittingen binnen de huwelijksgemeenschap, inclusief de ab-aandelen, verdeeld dienen te worden.

Juridische Overdracht is Essentieel

Schilder benadrukt dat voor het toewijzen van de 50% ab-aandelen van de ex-partner aan de dga, een notariële akte noodzakelijk is. Dit is een juridische stap die vaak over het hoofd wordt gezien, aangezien de aandelen juridisch reeds op naam van de dga staan en de economische overdracht vaak al is geregeld in het echtscheidingsconvenant of de vaststellingsovereenkomst. Hij waarschuwt dat het niet voldoen aan deze wettelijke vereiste in de toekomst kan leiden tot problemen, zoals bij de verkoop van de aandelen.

Civiele Wijziging in 2012 en het Bepalende Tijdstip

Sinds een aanpassing in het civiel recht in 2012, is de termijn voor het ontbinden van de huwelijksgemeenschap vervroegd, wat vragen oproept over het bepalende tijdstip voor de tweejaarstermijn om een fiscale afrekening over de ab-claim te voorkomen. Vóór 2012 het tijdstip van ontbinding van de huwelijksgemeenschap het moment was waarop de echtscheidingsbeschikking bij de Burgerlijke Stand werd ingeschreven. Sinds 2012 is dit het moment van indiening van het echtscheidingsverzoek.

Het Moment van Wilsovereenstemming

De Staatssecretaris van Financiën heeft in het verzamelbesluit over aanmerkelijk belang verduidelijkt dat het moment van wilsovereenstemming als het verdelingstijdstip geldt. Dit is het moment waarop er overeenstemming is bereikt over de verdeling van de goederen en de financiële gevolgen ervan. Deze verduidelijking in lijn is met een Hoge Raad-arrest uit 2013 en dat het moment van ondertekening van een echtscheidingscon

Voor meer informatie en professionele ondersteuning gerelateerd aan echtscheidingen en de verdeling van bedrijfsbelangen, bezoek advocaten.nl en 0900-advocaten. Hier vindt u gespecialiseerde juridische bijstand die u kan helpen bij het navigeren door complexe situaties zoals deze.

De Spoedprocedure bij Alimentatie: Artikel 223 Rv

Bij betalingsproblemen in verband alimentatie is er de mogelijkheid van het aanvragen van een voorlopige voorziening op grond van artikel 223 Rv . Het biedt een alternatief voor langdurige procedures en stelt belanghebbenden in staat snel tijdelijke oplossingen te verkrijgen.

Lukt het u niet langer om alimentatie te voldoen en loopt u daardoor het risico op financiële problemen als de alimentatie niet direct wordt verlaagd? Ervaart u aanhoudende of permanente financiële moeilijkheden in uw bedrijf waardoor het betalen van alimentatie onmogelijk wordt? U kunt met ondersteuning van een advocaat een spoedprocedure initiëren bij de rechtbank onder artikel 223 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (verder: Rv), met als doel een tijdelijke opschorting van uw alimentatieverplichtingen te bewerkstelligen.

In alle situaties kan de onderhoudsplichtige partij een verzoek tot wijziging van de alimentatie indienen. Dit kan bijvoorbeeld als het inkomen zo veranderd is dat de eerder bepaalde onderhoudsbijdrage onbetaalbaar is geworden. Bij een standaardprocedure kan het echter maanden duren voordat de zaak behandeld wordt en de rechter een uitspraak doet. Gedurende deze periode blijft de vastgestelde onderhoudsbijdrage van kracht, en niet-betaling kan leiden tot acties van het LBIO of een deurwaarder.

De Kracht van een Voorlopige Voorziening

Een voorlopige voorziening, aangevraagd bij de rechtbank, kan in deze situaties uitkomst bieden. Deze voorziening, gebaseerd op artikel 223 Rv, stelt de rechter in staat om snel een tijdelijke beslissing te nemen. Het kan zelfs na een scheiding worden aangevraagd en blijft geldig voor de duur van de lopende bodemprocedure. Dit artikel zal verduidelijken hoe u deze procedure kunt starten en wanneer het toepasbaar is. Voor verdere informatie kunt u contact opnemen met ons kantoor.

Artikel 223 in de Praktijk

Artikel 223 Rv, onderdeel van de titel over dagvaardingsprocedures, stelt dat tijdens een lopend geding elke partij een voorlopige voorziening kan vragen. De verzoekschriftprocedure (zoals bij alimentatiezaken) heeft echter geen direct vergelijkbare bepaling. Toch heeft de Hoge Raad op 5 december 2014 in ECLI:NL:HR:2014:3533 bevestigd dat artikel 223 Rv ook in verzoekschriftprocedures gebruikt kan worden.

Hoe een Voorlopige Voorziening Aanvragen?

Een verzoek om een voorlopige voorziening onder artikel 223 Rv kan ingediend worden via een advocaat, zowel in de hoofdzaak als in een apart incidenteel verzoekschrift. Het verzoek kan ook worden ingediend als zelfstandig verzoek bij een verweerschrift. De rechtbank beslist of het verzoek direct behandeld wordt. Bij toewijzing geldt de voorziening voor de duur van de bodemprocedure, maar een spoedeisend belang is vereist. De rechter weegt hierbij de belangen van partijen af tegen de verwachte duur en uitkomst van de bodemprocedure, en er moet voldoende samenhang zijn met de bodemprocedure.

Voorbeeld van Toepassing

Voor voorlopige voorzieningen onder artikel 821 Rv zijn de toepasselijke situaties strikt bepaald, maar voor artikel 223 Rv is dit niet het geval. Zo kan bijvoorbeeld verzocht worden om tijdelijke nihilstelling of schorsing van alimentatie gedurende een procedure over alimentatievermindering.

Wilt u meer weten over dit onderwerp of zoekt u een advocaat die u kan bijstaan, stel aan vraag aan advocaten.nl of bel met 0900-advocaten.”