Besluit overplaatsing van werknemer op grond van eenzijdig wijzigingsbeding kritisch getoetst

Ondanks dat de CAO een eenzijdige wijziging mogelijk maakt dient een besluit voor een overplaatsing van een werknemer, maar ook een non-actiefstelling, goede degelijk onderbouwd te zijn na afwegining van alle belangen, en met geen lichter alternatief kan worden volstaan

Op 3 september 2019 oordeelde de kantonrechter over de toepassing van een eenzijdig wijzigingsbeding in een CAO.

De CAO voor de werknemer, een leerkracht, bepaalde dat de werknemer zonder zijn toestemming overgeplaatst kan worden In verband met zwaarwichtige omstandigheden.

De werknemer was sinds 2012 in dienst als groepsleerkracht op een school en sinds 2018 voor onbepaalde tijd in dienst. Na een onderzoek in 2019 naar de teamcultuur bij deze school waar de werknemer werkte is door de onderzoekers aanbevolen dat enkele teamleden, waaronder de werknemer, dienen te worden overgeplaatst naar een andere school. Volgens de CAO was en dergelijke overplaatsing, een eenzijdige wijziging, wel mogelijk.

De werkneemster vorderde in kort geding dat dit besluit zal worden teruggedraaid.

De kantonrechter van de rechtbank Rotterdam bepaalde op 3 september allereerst dat het eenzijdig wijzigingsbeding in de CAO voldoet aan het schriftelijkheidsvereiste van artikel 7:613 BW. De kantonrechter toetst derhalve aan dit artikel maar beslist tevens dat de maatregel deze toets niet kan doorstaan. De afweging van de belangen van de werknemer en de maatstaven van redelijkheid en billijkheid spelen hier een rol.

Ondanks de CAO een eenzijdige wijziging mogelijk maakt dient een besluit op grond van een dergelijke bepaling degelijk onderbouwd te worden. En die ontbrak in dit geval.

Volgens de kantonrechter was de onderbouwing zwak en niet feitelijk, en is het oneigenlijk dat de werkgever anonieme verklaringen in het onderzoeksrapport gebruikt om de overplaatsing van de werkneemster te bewerkstelligen, terwijl doel van het onderzoek was het doorgronden van de cultuur op de school. De werkneemster heeft ook niet de gelegenheid gekregen om haar gedrag aan te passen. De kritiek die nu wordt geuit, is niet eerder met haar besproken.

Bovendien bepaalde kantonrechter dat de werkgever in dit geval had moeten kijken naar minder vergaande oplossingen. Zoals bijvoorbeeld een coachingstraject, of iets dergelijks

De kern van de uitspraak is dat voor een overplaatsing, maar ook voor een non-actiefstelling goede redenen aanwezig moeten zijn en niet met een lichter alternatief kan worden volstaan

Dit geldt in het bijzonder indien de overplaatsing een disciplinaire strekking heeft zoals in dit geval. Volgens de kantonrechter maakt het daarbij in wezen. Geen verschil of wordt getoetst aan artikel 7:613 BW
of aan 7:611 BW.
De uitspraak leest u hier.

Meer informatie omtrent geschillen bij overplaatsing of non-actiefstelling kunt u contact opnemen met 0900 Advocaten of een e-mail zenden aan advocaten.nl via ons vragen formulier?