Afbreken onderhandelingen; het mag, maar niet altijd

Als er een juridisch element is wat bij iedereen speelt, dan is het wel onderhandelen. Dat doen we de hele dag door. Zowel zakelijk als privé. Waar je in de huiselijke sfeer soms voorzichtig moet zijn om met je partner of kind de onderhandelingen zo maar af te breken, geldt dat ook in het bedrijfsleven.

Als hoofdregel geldt dat onderhandelingen mogen worden afgebroken tot het moment dat er wilsovereenstemming is. Die “wilsovereenstemming” is het moment waarop beide partijen het eens zijn over de overeenkomst. Toch is dit niet het hele verhaal. In de loop van de jaren heeft de Hoge Raad de hoofdregel van nadere randvoorwaarden voorzien.

Zo heeft hij bepaald dat de hoofdregel niet geldt als dit op grond van het gerechtvaardigd vertrouwen van de wederpartij in het tot stand komen van de overeenkomst of in verband met de andere omstandigheden van het geval, onaanvaardbaar zou zijn. Het gaat daarbij onder meer om het vertrouwen dat partijen over en weer aan elkaar uitstralen. Wat hebben partijen over en weer tegenover elkaar gezegd en gedaan en hoe had de andere partij dat kunnen en moeten begrijpen. Als partijen daar niet uitkomen is die beoordeling uiteindelijk aan de rechter.

Daarbij zal de rechter rekening moeten houden met de mate waarin en de wijze waarop de partij die de onderhandelingen afbreekt tot het ontstaan van dat vertrouwen heeft bijgedragen en met de gerechtvaardigde belangen van deze partij. Hierbij kan ook van belang zijn of zich in de loop van de onderhandelingen onvoorziene omstandigheden hebben voorgedaan, terwijl, in het geval onderhandelingen ondanks gewijzigde omstandigheden over een lange tijd worden voortgezet, wat betreft dit vertrouwen doorslaggevend is hoe daaromtrent ten slotte op het moment van afbreken van de onderhandelingen moet worden geoordeeld tegen de achtergrond van het gehele verloop van de onderhandelingen. De rechter mag bij zijn beoordeling rekening houden met alle omstandigheden van het geval, dus ook wat gebruikelijk is in de branche, hoe ervaren en/of juridisch geschoold partijen zijn, of zij werden bijgestaan door deskundige adviseurs, grote of kleine bedrijven.

Als de rechter oordeelt dat u de indruk heeft gewekt dat er al contractuele binding is, kan dat leiden tot een verplichting tot dooronderhandelen, verplichting tot betalen van een kostenvergoeding tot zelfs vergoeding voor misgelopen winst!
Het is en blijft daarom verstandig bij onderhandelingen duidelijk te maken – en af te spreken – wanneer je je gebonden acht aan een afspraak, toezegging of overeenkomst. Wilt u een financieel voorbehoud maken, of is er nog toestemming van een bank of mede bestuurder nodig, meldt dat dan duidelijk in de communicatie naar uw wederpartij. Is het u onduidelijk hoe het besluitvormingsproces bij uw wederpartij is, vraag daar naar en vraag of ze het u willen uitleggen. In beide gevallen voorkomt u dat er op basis van verkeerde aannames veronderstellingen worden gedaan die (uiteindelijk) tot wederzijdse teleurstellingen leiden.

Bron: Actuele artikelen